Oorzaak

Duimbasisartrose komt veel voor; bij vrouwen komt dit vaker voor dan bij mannen. Artrose kan op verschillende manieren ontstaan. Het hoort bij het ouder worden, maar ook overbelasting of een verwonding in het verleden kunnen de oorzaak zijn van het ontstaan van artrose.

Het kraakbeen in het gewricht zorgt ervoor dat de botjes in de duim soepel langs elkaar heen kunnen bewegen. Als dit kraakbeen afslijt, kunnen de botjes tegen elkaar gaan schuren. Dit kan pijn doen. Ook kunnen door het schuren van de botten haakjes (osteofyten) op de botten ontstaan. Daarnaast kan het gewricht warm en dik worden. Dit komt door de ontstekingsreactie die ontstaat. Door de pijn wordt de duim minder vaak gebruikt. Hierdoor wordt de kracht in de omliggende spieren minder en verandert de vorm van de duim. U kunt hier flink last van hebben bij het doen van huishoudelijke taken en bij hobby's en sporten. 

Behandeling

De plastisch chirurg kan door middel van lichamelijk onderzoek en een röntgenfoto vaststellen of er sprake is van artrose van het duimbasisgewricht. 

Eerst wordt gekeken of de klachten zonder operatie kunnen worden behandeld. De behandeling kan bestaan uit ontstekingsremmende medicatie, een ontstekingsremmende injectie in het duimbasisgewricht en/of behandeling door een handtherapeut. De handtherapeut kan een (tijdelijke) ondersteunende spalk aanmeten. Deze ontlast het duimbasisgewricht en geeft het ontstoken gewricht rust. Dit wordt gedaan in combinatie met oefentherapie of aanpassingen van handelingen die u vaak doet in het dagelijks leven. Als al deze middelen niet meer of niet genoeg helpen, kan voor een operatie gekozen worden.

Operatie

De operatie wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving of onder algehele narcose. Tijdens de operatie wordt er een klein sneetje gemaakt ter hoogte van het duimbasisgewricht. Het aangetaste gewricht wordt verwijderd. De ruimte die dan ontstaat kan, als dat nodig is, worden opgevuld met een stukje pees dat wordt opgerold. De pees wordt uit de onderarm gehaald. Deze techniek wordt de Sardellenplastiek genoemd. 

Nabehandeling

Na de operatie krijgt u voor 4 weken gips. Na 1 week komt u terug op de polikliniek voor controle van de wond. Dan wordt het gipsverband verwisseld voor dun gips. 

Direct na de operatie valt het resultaat vaak wat tegen. U kunt in de eerste weken veel pijn hebben en de wond kan gezwollen zijn. De pijn is meestal anders dan de pijn die u voor de operatie had. Het is belangrijk dat u het in de eerste weken na de operatie rustig aandoet om meer pijn en zwelling te voorkomen. De pijn zal in de weken na de operatie steeds minder worden.

Vier weken na de operatie heeft u de eerste afspraak bij de handtherapeut. Deze maakt een spalk, die u nog 2 weken moet dragen. Dan wordt er ook gestart met lichte oefeningen. 6 weken na de operatie wordt het gebruik van de spalk afgebouwd. Dit doet u in overleg met de handtherapeut. Dan wordt begonnen met het opbouwen van de kracht van de duimspieren. Ook kunt u de hand weer langzaam aan gaan gebruiken bij lichte activiteiten. Ongeveer 3 maanden na de operatie heeft u een conroleafspraak bij de plastisch chirurg. Het totale herstel zal gemiddeld 4 tot 6 maanden duren.