Eten en drinken zijn belangrijk in ons leven. Bij pasgeborenen draait het leven in het begin vooral om de voeding. U bent na de geboorte dan ook veel bezig met het voeden van uw baby.Als een baby te vroeg geboren is (prematuur), een te laag geboortegewicht heeft (dysmatuur), een lichamelijke afwijking heeft of een ander probleem, kan voeden soms moeizaam gaan. Veel baby’s krijgen daarom een voedingssonde via de neus naar de maag om ervoor te zorgen dat ze in ieder geval hun voeding binnen krijgen.


Checklist

Eten is leuk en moet dat ook blijven. Door het gebruik van onderstaande checklist zullen de eerste ervaringen met drinken voor uw baby een positieve ervaring zijn. Hierdoor is er minder kans op voedingsproblemen op latere leeftijd. De eerste voedingen gaan dus vooral om de positieve ervaring en niet de hoeveelheid die uw baby heeft gedronken: kwaliteit gaat voor kwantiteit. We zullen u eerst vragen hoe uw baby gedronken heeft en daarna pas hoeveel. Een eventueel tekort vullen we aan via de sonde.



Voedingsgereedheid

Punt 1-4 gaan over de voedingsgereedheid. Is uw baby al klaar om zelf voeding via de borst of fles te drinken?


  1. Uw baby zoekt de speen of opent mond direct als over de lippen wordt gestreken.
  2. Minimale basiswaarde van saturatie (de hoeveelheid zuurstof in het bloed) is 93%. Als uw baby niet aan de monitor ligt: heeft de baby een goede kleur en een rustige ademhaling?
  3. Kan uw baby zijn of haar lichaam in gebogen positie houden met armen en benen voor het lichaam?
  4. Is uw baby voldoende alert voor de voeding en kan hij of zij de spierspanning/gebogen positie handhaven?

Als bovenstaande punten met 'ja' zijn beantwoord, kan uw baby de borst of fles voeding aangeboden krijgen. Als niet alle bovenstaande punten met 'ja' beantwoord zijn, is uw baby nog niet klaar voor orale voeding en krijgt uw baby via de sonde de afgesproken hoeveelheid voeding.



Voedingsvaardigheid

De punten 5-12 gaan over de voedingsvaardigheid. Heeft en houdt uw baby de vaardigheden die nodig zijn om veilig te drinken?



  1. Heeft uw baby het vermogen alert te blijven tijdens het drinken en kan hij of zij de lichaamshouding handhaven?
  2. Is er sprake van een ritmisch en rustig zuigpatroon met constante zuigkracht en lange zuigreeksen (meer dan 10)?
  3. Het vacuüm rondom speen blijft behouden, uw baby morst geen voeding.
  4. Uw baby kan veilig slikken zonder verslikken, hoesten, rochelen of andere geluiden.
  5. Zijn er geen stresssignalen te zien tijdens het voeden (wenkbrauwen optrekken, fronsen, wegdraaien van de speen, bewegingsonrust)?
  6. Stopt uw baby zelf met zuigen om adem te halen en is er geen verandering van kleur/teint? En haalt uw baby een aantal keer volledig adem tijdens het stoppen met zuigen?
  7. Is er sprake van een stabiele hartactie, ademhaling en saturatie (beantwoord deze vraag indien uw baby aan de monitor ligt)?
  8. Maakt de baby geen gebruik van hulpademhalingsspieren: kin terugtrekken/uitsteken, hoofd naar achteren of op en neer bewegen?

Score

J = Ja, dat kan uw baby.


T = Twijfel. Dit is in ontwikkeling of gebeurt af en toe.


N = Nee, dat kan uw baby nog niet.



Als u bij het invullen een T of N scoort, kunt u de voeding wellicht toch geven maar met een aanpassing.


Als die aanpassing niet voldoende helpt, is het raadzaam om te stoppen met de voeding, omdat de ervaring niet meer positief is voor uw baby op dat moment. Bij een volgende voeding kan weer bekeken worden of het verstandig is om oraal te gaan voeden of om een aantal dagen te wachten.



Aanpassingen kunnen zijn:


Punt 5: houding van uw baby veranderen, bijvoorbeeld in zijligging


Punt 6: zuigreeksen en adempauzes reguleren door bijvoorbeeld na 3 of 5 slokken uw baby te verleiden adem te halen door de speen in de wang te doen of helemaal uit de mond te halen als uw baby blijft doorzuigen.


Punt 7, 8: aanpassen van de speen naar lowflow speen.


Punt 9, 10, 11 en 12: alle bovenstaande aanpassingen uitvoeren.



Tot slot kijken we ook naar het vermogen van uw baby om uit te rusten van de voeding. Dit doen we door de eerste 5 minuten na de voeding te kijken naar de spierspanning van uw baby en de algemene reactie, de hartslag, ademhaling en saturatie.


Door de verpleegkundige wordt in de rapportage beschreven hoe het drinken gaat, als er een aanpassing gedaan is, is het de bedoeling dat ouders en verpleegkundigen zich gedurende een aantal dagen aan deze aanpassing houden. Daarna zal opnieuw bekeken worden of de aanpassingen nog nodig zijn.



Vragen

Als u nog vragen heeft naar aanleiding van deze folder, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige.

Dit is gerelateerd aan de volgende afdeling: