Afspraak

Alrijne Zorggroep heeft meerdere locaties. Controleer voorafgaand aan uw afspraak goed op welke locatie u verwacht wordt. Hier kunt u ook de datum, het tijdstip en afdeling met routenummer vinden waar u zich moet melden.



Het onderzoek wordt verricht door MDL-arts:



Voorbereidingen

Krijgt u een sigmoidoscopie? Lees dan deze folder ruim vóór het onderzoek goed door. De voorbereidingen voor een sigmoidoscopie starten zeven dagen vóór het onderzoek.



Neem uw legitimatiebewijs mee!

Denkt u eraan bij ieder bezoek aan het ziekenhuis een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) en uw zorgverzekeringpas mee te nemen. Zijn uw gegevens (verzekering, huisarts, etc.) gewijzigd, meldt u dit dan bij de Patiëntenregistratie in de hal van het ziekenhuis.



Let op: Als u geen geldig legitimatiebewijs kunt tonen, dan gaat het onderzoek niet door!



Medicatieoverzicht meenemen

Wij stellen het op prijs als u een actueel medicatieoverzicht meeneemt. Hier kunt u naar vragen bij uw eigen apotheek. Als het medicatieoverzicht niet meer helemaal klopt op het moment van het onderzoek, wilt u dit dan aangeven voordat u het onderzoek ondergaat



Uw MDL-arts heeft met u gesproken over een simoïdoscopie. Bij dit onderzoek bekijkt de MDL-arts alleen het laatste stuk van uw dikke darm. In deze folder vindt u algemene informatie en adviezen over dit onderzoek.


Uw MDL-arts heeft u geïnformeerd over eventuele andere onderzoeksmogelijkheden, de risico’s en de gevolgen. Op grond van deze informatie heeft u besloten dit onderzoek te laten doen.


Om de afspraak zo goed mogelijk te laten verlopen, raden we u aan deze informatie goed te lezen.


Het is mogelijk dat uw situatie hiervan iets afwijkt. Ook kunnen er bijzondere omstandigheden ontstaan, waardoor het onderzoek iets anders verloopt. Dit zal uw arts altijd met u bespreken.



Endoscopie: hoe en waarom

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een maag- darm- en leverarts, verder genoemd MDL-arts.


Een endoscoop is een dunne flexibele slang. De arts schuift deze slang via uw anus in uw dikke darm. De endoscoop heeft aan het uiteinde een kleine videocamera, die de beelden op een beeldscherm laat zien.



Tijdens het terug trekken van de scoop inspecteert de MDL-arts de darm zorgvuldig. Afwijkingen zoals, ontstekingen, zweren, bloedingen, vernauwingen, divertikels, poliepen of gezwellen kunnen worden vastgesteld. Ook kan de arts via de endoscoop stukjes weefsel wegnemen voor nader onderzoek, poliepen verwijderen, vernauwingen oprekken of bloedingen stelpen. Deze ingrepen zijn niet pijnlijk.


Poliepen zijn goedaardige gezwellen in het slijmvlies van de dikke darm. Sommige poliepen kunnen na verloop van tijd kwaadaardig worden. Daarom worden poliepen meestal verwijderd.




Voorbereiding

Schone darmen

Om uw darmwand goed te kunnen zien, kiest de MDL-arts uit twee verschillende voorbereidingen.



  • Voorbereidingen starten thuis
    Het kan nodig zijn dat uw darm van binnen heel goed schoon is. De MDL-arts kan dan uw darmwand goed bekijken. Hiervoor is het belangrijk dat u de dag voor het onderzoek begint met de voorbereidingen (zie het voorbereidingsformulier). Zodra u een afspraak voor de sigmoïdoscopie maakt, wordt er een recept voor een laxeermiddel, bijvoorbeeld Moviprep naar uw apotheek gestuurd. Leest u het voorbereidingsformulier tenminste 7 dagen voor het onderzoek goed door en houdt u zich aan de richtlijnen die er in staan. Het is belangrijk dat u tenminste 5 dagen voor het onderzoek geen voedselproducten nuttigt die pitjes bevatten, zoals onder andere kiwi, tomaat, druiven en alle crackers en broodsoorten met zaden en/of pitjes.
  • Voorbereidingen starten in het ziekenhuis
    De MDL-arts kan ook besluiten om de voorbereidingen pas te beginnen in het ziekenhuis. U krijgt voor het onderzoek op de voorbereidings-/uitslaapkamer een klysma toegediend. Dit is een kleine canule die in uw anus wordt gebracht. Via deze canule wordt een laxerende vloeistof in de darmen gebracht. Dit is niet pijnlijk. Het is belangrijk dat u probeert de vloeistof ongeveer een kwartier binnen te houden, hierna kunt u gebruik maken van het toilet.

Lichte verdoving (lichte verdoving wordt ook wel een roesje, kalmerend middel of sedatie genoemd)

Wanneer u het onderzoek met behulp van een lichte verdoving ondergaat moet u minimaal 2 uur voor aanvang van het onderzoek nuchter blijven. Dit betekent dat u 2 uur voor het onderzoek niets meer mag eten of drinken.

Medicatie

Antistollingsmiddelen
Als de MDL- arts tijdens het onderzoek poliepen weghaalt, kan dit bij gebruik van bepaalde medicijnen bloedingen geven. Het is daarom noodzakelijk sommige medicijnen te stoppen voorafgaande aan het onderzoek.
Dit geldt voor antistollingsmiddelen die u via de trombosedienst krijgt, zoals fenprocoumon (Marcoumar) en acenocoumarol (Sintrom) of de nieuwe antistollingsmiddelen.
De nieuwe antistollingsmiddelen, Rivaroxaban (Xarelto®), Apixaban (Eliquis®) en Edoxaban (Lixiana®) moet u 48 uur voor het onderzoek stoppen. Dabigatran (Pradaxa®) moet u 48, 72 uur/ 96 uur voor het onderzoek stoppen. Dit is afhankelijk van het antistollingsmiddel dat u gebruikt en hoe uw nierfunctie is. De MDL-arts of de verpleegkundig specialist zal u adviseren hoe lang van tevoren u met het middel moet te stoppen


Andere middelen, zoals Ascal/acetylsalicylzuur hoeven vaak niet gestopt te worden tenzij de MDL-arts of verpleegkundig specialist dit aangeeft. Belangrijk is dat u pas stopt met deze medicijnen na overleg met de trombosedienst, uw MDL-arts of uw verpleegkundig specialist. Het kan ook nodig zijn om te stoppen met pijnstillers met anti-stollende werking. U hoort dit dan van uw MDL-arts.

INR prikken als u Marcoumar of Sintrom gebruikt
Als u antistollingsmiddelen gebruikt via de trombosedienst, moet vóór het onderzoek bloed geprikt worden. U krijgt hiervoor een aanvraagformulier voor het laboratorium. Kijk voor de juiste tijd en routenummer in uw afsprakenbrief.
Wanneer u thuis een INR prikt, moet u dit ook doen op de ochtend van het onderzoek. De arts bepaalt aan de hand van de uitslag (de INR-waarde) of het onderzoek door kan gaan.
Wanneer u onder controle staat van de trombosedienst, informeren wij de trombosedienst dat u een coloscopie/sigmoïdoscopie gaat krijgen.

Diabetes mellitus (suikerziekte)
Wanneer u voor het onderzoek een klysma krijgt, mag u normaal eten zoals u gewend bent. In dat geval dient u ook de medicatie te gebruiken zoals u dat gewend bent.
Als u diabetes mellitus heeft en u krijgt het onderzoek nadat u gelaxeerd hebt met een laxeermiddel, dan moet u zich houden aan de volgende voorschriften:
  • Wanneer u alleen tabletten voor de diabetes gebruikt, dient u deze de middag en avond voor het onderzoek en de ochtend voor het onderzoek, niet in te nemen.
  • Als u insuline gebruikt, neemt u dan contact op met uw diabetes verpleegkundige, huisarts of internist. U moet insuline of tabletten meebrengen voor na het onderzoek. Vraag in dat geval ook naar de folder Coloscopie en Diabetes Mellitus (suikerziekte).
Staaltabletten (Ferrofumaraat)
Wanneer u staaltabletten gebruikt dient u deze minimaal zeven dagen voor het onderzoek te stoppen. IJzertabletten kleuren uw darminhoud en darmwand donker en dit kan het onderzoek bemoeilijken.

Overige medicatie
Alle medicijnen die u slikt, met uitzondering van de hierboven genoemde, kunt u gewoon de dag van het onderzoek innemen. Wanneer u pijnstilling nodig heeft, mag u paracetamol gebruiken. Maakt u gebruik van een laxeermiddel, bijvoorbeeld Moviprep, dan moet tussen inname van uw medicatie en het starten met drinken van het laxeermiddel minimaal 1 uur zitten.

Allergieën
Wanneer u allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen of voor verdoving, of bent u zwanger, geeft u dit dan van tevoren aan.

OSAS

Wanneer u apparatuur gebruikt in verband met slaap-apneu en u krijgt een roesje, verzoeken wij u om uw OSAS-apparatuur mee te nemen naar het onderzoek.


Opname op de voorbereidings-/uitslaapkamer

Als u een lichte verdoving of een klysma krijgt voor het onderzoek wordt u verwacht op de voorbereidings-/uitslaapkamer. U moet zich op tijd voor de afspraak melden in verband met de voorbereidingen. Een verpleegkundige haalt u op uit de wachtruimte. Deze zal een korte vragenlijst met u doornemen en een infuusnaaldje inbrengen, als u een rustgevend middel (roesje) krijgt. Van de verpleegkundige krijgt u een broek aangereikt om te dragen tijdens de scopie. Deze vervangt uw broek of rok en onderkleding. Vervolgens zal iemand u naar de Endoscopie-afdeling brengen voor het onderzoek.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een MDL-arts.
Het is begrijpelijk dat veel mensen opzien tegen het onderzoek. Het onderzoek is ook niet prettig, maar verloopt het beste als u zich probeert te ontspannen. Als u voorafgaand aan het onderzoek een rustgevend middel krijgt, wordt dit via een infuusnaaldje in uw arm toegediend.

Als u een lichte verdoving tijdens het onderzoek krijgt, wordt er een knijpertje op één van uw vingers gezet, om tijdens het onderzoek uw hartslag en ademhaling te kunnen controleren. Ook wordt voor, tijdens en na het onderzoek regelmatig uw bloeddruk gemeten. Eventueel krijgt u tijdens het onderzoek nog wat zuurstof toegediend.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzijde. Soms vraagt de MDL-arts u in een andere houding te gaan liggen. Ook kan het nodig zijn dat de verpleegkundige enige druk op de buitenkant van uw buik uitoefent.
Wanneer de MDL- arts de endoscoop opschuift in uw darm, dan kan dit wat buikpijn veroorzaken, ook wanneer u een kalmerend middel krijgt. Dit komt door druk van de slang of de ingeblazen lucht.

Duur van het onderzoek

Een sigmoïdoscopie duurt meestal niet langer dan 15 minuten.

Na het onderzoek

  • Na het onderzoek kunt u weer gewoon eten en drinken.
  • De MDL-arts geeft aan wanneer u eventueel gestopte medicatie weer mag hervatten. De verpleegkundige zal indien nodig, dit nogmaals aan u vertellen.
  • Wanneer u bloedverdunners gebruikt via de trombosedienst dan zullen zij het hervatten van de medicatie met u regelen.
  • Als u geen lichte verdoving heeft gehad mag u, indien u zich goed genoeg voelt naar huis.
  • U kunt na het onderzoek wat pijn hebben, meestal als gevolg van krampen door de ingeblazen lucht. Hoe sneller u de lucht kwijtraakt door het laten van windjes, hoe eerder de pijn afneemt.
  • Als er stukjes weefsel of poliepen zijn weggenomen, kunt u de eerste tijd een beetje bloed verliezen via de anus. Dit is niet ernstig, tenzij de bloedingen heviger worden. In dat geval moet u meteen contact opnemen met Alrijne Ziekenhuis. Openingstijden en telefoonnummers vindt u op de volgende pagina.

Na een lichte verdoving:

  • Als u bij de sigmoïdoscopie een lichte verdoving krijgt, dan is het zelfstandig terug reizen naar huis na afloop van de scopie niet toegestaan.
  • Het is noodzakelijk dat u iemand meeneemt die u naar huis kan begeleiden. Ook als u met de taxi naar huis gaat, moet er iemand met u mee reizen.
  • Het is niet mogelijk dat u na het uitslapen nog langer op de uitslaapkamer verblijft.
  • Als Dormicum of Fentanyl toegediend wordt, raden wij u af om de volgende 24 uur machines te bedienen en/of zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
  • Als Diazepam (Valium) wordt toegediend, dan moet i.p.v. met 24 uur verminderd reactievermogen rekening worden gehouden met 72 uur (3 dagen) verminderd reactievermogen.
  • Neem de eerste 24 uur (of 72 uur) na het onderzoek geen ingrijpende en/of belangrijke beslissingen.

Complicaties

Hoewel een sigmoïdoscopie over het algemeen een veilig onderzoek is, kunnen er in een enkel geval complicaties optreden.
  • Als u een lichte verdoving krijgt, heeft u een grotere kans op ademhalingsproblemen en/of stoornissen in de hartfunctie. Continue controle via het knijpertje op de vinger en door het meten van uw bloeddruk zorgt ervoor dat op tijd kan worden ingegrepen.
  • Er kan tijdens het onderzoek een scheurtje of gaatje in de darmwand ontstaan, een perforatie. De kans hierop is vooral aanwezig als de darmwand ontstoken is, vernauwd is of een vernauwing is opgerekt, als er veel uitstulpingen (divertikels) aanwezig zijn of als er een poliep wordt weggehaald.
  • Bij het verwijderen van poliepen bestaat ook een kleine kans op bloeding. Deze bloeding kan tot 14 dagen na het onderzoek optreden.

Contact bij complicaties

Neem contact op met Alrijne Ziekenhuis als u na de scopie last heeft van:
  • Toenemende of en aanhoudende pijn;
  • Koorts met eventueel koude rillingen;
  • Bloedverlies;
  • Zwarte ontlasting.

De uitslag

Na afloop krijgt u mondelinge uitleg door de MDL-arts die het onderzoek heeft uitgevoerd. Ook krijgt u een brief waarin staat wat er tijdens het onderzoek is gedaan en wat u moet doen bij klachten. Ook staat in de brief nadere informatie over uw vervolgafspraak. In veel gevallen neemt de MDL-arts weefsel weg en stuurt dit naar het laboratorium. De uitslag van dit weefselonderzoek komt pas na ongeveer een week. Uw (huis)MDL-arts krijgt de uitslag van uw onderzoek toegestuurd. De (huis)MDL-arts vertelt u het resultaat bij een volgende controle afspraak.


Wat te doen in geval van ziekte of verhindering

Bent u niet opgenomen in Alrijne Ziekenhuis en kunt u door ziekte of om andere redenen uw afspraak niet nakomen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek MDL: 071 582 8012.
Er wordt dan een nieuwe afspraak voor u gemaakt en in uw plaats kan een andere patiënt worden behandeld.
Neem wel altijd uiterlijk 24 uur van tevoren contact op. Belt u later af, dan zijn wij genoodzaakt de tijd die voor u is gereserveerd in rekening te brengen. U ontvangt hiervan een nota van het ziekenhuis.

Vragen

Deze folder is ondersteuning van de informatie die u tijdens uw afspraak in het ziekenhuis heeft gekregen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan uw huisarts, specialist of endoscopieverpleegkundige.

Hoe zijn wij te bereiken?

  • Doordeweeks tussen 08.30 en 12.00 uur - 13.30 en 15.30 uur belt u naar de polikliniek MDL: 071 582 8012
  • Heeft u opeens erge klachten en kunt u niet wachten? Bel dan tijdens onze lunchpauze (tussen 12.00 en 13.30 uur) naar de polikliniek MDL: 071 582 9812
  • Buiten kantooruren (tussen 15.30 en 08.00 of het weekend) belt u naar de Spoedeisende hulp: 071 582 8905

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw zorgverzekeringspas;
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.