Triggervinger

Bij een triggervinger is de peesschede geïrriteerd. De peesschede wordt stugger of dikker. Daardoor wordt de ruimte in de peesschede nauwer. Bij een triggervinger blijft de pees vastzitten in de peesschede. Of hij blijft haken achter de bandjes die de pees op zijn plek houden. Daardoor is het moeilijk om uw vinger te buigen of strekken. Buigen doet pijn of voelt vervelend. Soms blijft de vinger krom staan. 

De oorzaak van een triggervinger is niet altijd duidelijk. Een triggervinger kan komen door zware inspanning. Het komt vaker voor bij mensen met reuma of suikerziekte.

Er zijn verschillende manieren om een triggervinger te behandelen. Het doel is om ervoor te zorgen dat de vinger weer soepel kan bewegen. Dit kan bijvoorbeeld met:

• ontstekingsremmende medicijnen;
• een prik met ontstekingsremmers;
• het gebruik van een (nacht)spalk.

De klachten kunnen hierdoor minder worden of verdwijnen. Gaan uw klachten niet over en heeft u er veel last van, dan kan een operatie helpen.

De operatie vindt plaats in een behandelkamer op de polikliniek. De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving. De chirurg maakt een kleine snee in de hand en maakt de peesschede open. Zo kunnen de pezen weer goed bewegen. De chirurg sluit de wond met hechtingen.

Na de operatie krijgt u een drukverband. Na 2 dagen mag u het drukverband verwijderen. Meteen na de operatie mag u beginnen met oefeningen. Deze oefeningen zorgen ervoor dat de pezen soepel blijven bewegen en dat de vinger niet stijf wordt. 

De hechtingen worden 10 – 12 dagen na de operatie op de polikliniek verwijderd.

De kosten van een behandeling worden vrijwel helemaal vergoed. Wij hebben hiervoor afspraken gemaakt met de meeste zorgverzekeraars. 

Neem voor de zekerheid altijd contact op met jouw zorgverzekeraar en vraag naar de voorwaarden voor een vergoeding.

Lees meer over prijzen en vergoeding >