Afdelingen & Specialismen
Ieder mens draagt bacteriën bij zich. De meeste bacteriën zijn niet ziekmakend. In tegendeel, ze helpen de mens zelfs, bijvoorbeeld bij het verteren van voeding. Sommige bacteriën kunnen mensen echter wel ziek maken. Ook virussen kunnen ziektes veroorzaken.
Waarom isolatie?
Bacteriën en virussen kunnen zich op verschillende manieren verspreiden. Dit kan onder andere door contact tussen mensen of via hele kleine druppeltjes die zich via de lucht verspreiden (aerosolen) bij bijvoorbeeld niezen of hoesten. In een ziekenhuis bevinden zich veel mensen dicht bij elkaar, wat de kans op het verspreiden van bacteriën of virussen vergroot. Daarnaast hebben patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen vaak een verminderde weerstand. Van sommige virussen en bacteriën is bekend dat ze gemakkelijk worden overgedragen. Patiënten die zo’n virus of bacterie bij zich dragen worden daarom – volgens de landelijke richtlijnen – altijd in isolatie verpleegd.
Het doel van isolatie is verspreiding van deze bacteriën of virussen te voorkomen. Isolatie kan ook nodig zijn als u zelf geen klachten heeft of als de bacterie of het virus nog niet is aangetoond. Het is mogelijk dat uw behandeld arts vermoedt dat u een virus of bacterie bij u draagt. Daarom wordt u uit voorzorg in aerogene isolatie verpleegd.
Indien u vragen heeft over de bacterie of het virus die u (mogelijk) bij u draagt, kunt u deze aan uw verpleegkundige of uw behandeld arts stellen.
Wat betekent aerogene isolatie?
Aerogene isolatie wordt toegepast om overdracht van bepaalde bacteriën of virussen via hele kleine druppels (aerosolen) te voorkomen. Aerosolen kunnen vrijkomen bij hoesten en niezen, en kunnen zich over grote afstanden via de lucht verspreiden.
Welke maatregelen worden genomen?
- U verblijft op een eenpersoonskamer met sluis. De sluis is een kleine ruimte voor uw kamer.
- In de kamer waar u verblijft, heerst een onderdruk. Dat betekent dat de druk in de kamer lager is dan de druk op de gang. Zo wordt voorkomen dat de betreffende bacteriën of virussen bij het openen van de deur de gang op ‘waaien’. De deur blijft daarom zoveel mogelijk gesloten.
- De deur van uw kamer en de deur van de sluis mogen (en kunnen) niet tegelijk worden geopend.
- U heeft een eigen toilet en douche.
- Op de deur is een kaart met instructies geplakt.
- Om te voorkomen dat de betreffende bacterie of virus via aerosolen wordt ingeademd, draagt iedereen die in uw kamer komt een adembeschermingsmasker.
- Iedereen die uw kamer verlaat, moet eerst zijn/haar handen wassen met water en zeep of met handalcohol desinfecteren.
- Het adembeschermingsmasker gaat pas af in de sluis.
- Na het verwijderen van het adembeschermingsmasker worden de handen in de sluis opnieuw gewassen met water en zeep of gedesinfecteerd met handalcohol.
- U mag de kamer alleen na overleg met de verpleging verlaten als dit voor uw behandeling van belang is.
- Wanneer u uw kamer verlaat, vragen wij u voor het verlaten van de kamer een chirurgisch mondneusmasker te dragen. De verpleging zal u hierover informeren.
- U mag geen (lichamelijk) contact hebben met andere patiënten of gebruikmaken van algemene ruimten.
- Wasgoed kan gewoon mee naar huis worden genomen en op normale temperatuur gewassen worden.
- Uw spullen van thuis zoals boeken, tijdschriften e.d. kunt u gewoon, zonder maatregelen, weer mee naar huis nemen.
Hoe lang duurt de isolatie?
De duur van de isolatie en het opheffen van de isolatiemaatregelen zijn afhankelijk van uw behandeling, de klachten en de bacterie of het virus. Uw behandelend arts beslist hierover in overleg met de afdeling infectiepreventie. Mocht u hierover nog vragen hebben, dan kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of verpleegkundige.Wat kunt u zelf doen om verspreiding te voorkomen?
Wij vragen u in een papieren zakdoek te hoesten of niezen en deze na gebruik direct weg te gooien. Hoest of nies niet in de richting van een ander. U kunt de handen desinfecteren met handalcohol of wassen met water en zeep. Zie voor uitgebreide uitleg de folder ‘basishygiëne’.Welke maatregelen moet mijn bezoek nemen?
Uw bezoek moet zich van tevoren melden bij de verpleegkundige of aan de balie op de verpleegafdeling voor instructies voor het betreden van de isolatiekamer.Het bezoek moet hetzelfde adembeschermingsmasker dragen en bij het verlaten van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol of wassen met water en zeep. Het adembeschermingsmasker gaat pas af in de sluis en na het verwijderen van het masker worden de handen in de sluis opnieuw gewassen met water en zeep of gedesinfecteerd met handalcohol.
Wanneer uw bezoek een verminderde weerstand heeft, is het raadzaam hierover eerst te overleggen met de verpleging.
Kinderen worden niet toegelaten. Het adembeschermingsmasker is vaak te groot voor kinderen en zal niet goed aansluiten. Hierdoor lopen kinderen het risico de aerosolen in te ademen.