Afdelingen & Specialismen

U heeft een steen in uw blaas. De uroloog heeft voorgesteld om de steen te vergruizen (= kleiner maken van de steen tot gruis) en het gruis met een scoop te verwijderen. Deze operatie vindt plaats via de plasbuis. U heeft uitleg gekregen over deze operatie, de gevolgen en de risico's.Het is belangrijk dat u deze folder goed leest.


In het kort

  • U krijgt een kijkoperatie via de plasbuis om een blaassteen (stenen) te verwijderen. De uroloog gebruikt hiervoor een scoop.

  • U wordt 1-2 nachten opgenomen in het ziekenhuis.

  • U krijgt een afspraak bij de anesthesioloog (POS). Deze bespreekt met u of u plaatselijke verdoving krijgt (ruggenprik) of algehele verdoving (narcose).

  • De operatie duurt 15-90 minuten.

  • Na de operatie heeft u een paar slangetjes: onder andere een infuus en een blaaskatheter.

  • Probeer na de operatie genoeg te drinken en volg de adviezen op uit deze folder.

  • Problemen? Lees de informatie in deze folder en/of bel de polikliniek Urologie.

Blaasstenen

De blaas ligt onder in de buik. De nieren maken urine. De urine gaat via de urineleider naar de blaas. Daarna plast u de urine uit.

blaas


In de blaas kunnen steentjes ontstaan. Kleine steentjes plast u uit. Maar als ze te groot zijn, kan de uroloog ze tijdens een kijkoperatie verwijderen. De uroloog gebruikt hiervoor een kijkinstrument: een cystoscoop.
Als de uroloog de stenen niet via de plasbuis kan verwijderen, doet hij/zij de operatie via een snee in de onderbuik.

Waar kunt u last van hebben als u stenen in uw blaas heeft:
  • blaasontstekingen;
  • bloed in de urine;
  • pijn, omdat de steen voor de uitgang van de blaas lig;
  • vaker het gevoel hebben om te moeten plassen (= aandrang).
Blaasstenen ontstaan meestal in de blaas. Vaak is het zo dat de blaas niet goed of niet wordt leeg geplast. In de urine die dan in de blaas achterblijft zitten kristallen van calcium of urinezuur. Als deze kristallen aan elkaar kleven, kunnen dan blaasstenen ontstaan.
Het kan ook dat er stenen in de nier ontstaan, die via de urineleider in de blaas komen. Daar kunnen ze groter worden of meteen worden uitgeplast.

Waar doen we deze operatie?

De operatie vindt alleen plaats in Alrijne in Leiderdorp.

Voorbereiding op de opname

Wij melden u aan bij het Opnamebureau. Dit bureau regelt alles rondom de opname in het ziekenhuis.
U krijgt een afspraak voor het preoperatief spreekuur (POS) en soms het verpleegkundig spreekuur.

Afspraak POS
Wat regelt het Opnamebureau voor u?
  • U krijgt een brief van de arts die de verdoving regelt (= anesthesioloog). Hierin staat hoe u de vragenlijst voor de operatie kunt invullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in patiënten-portaal MijnAlrijne.
  • Na het invullen van de vragenlijst krijgt u een afspraak voor het spreekuur bij de anesthesioloog (= preoperatief spreekuur, POS).
  • De anesthesioloog heeft veel informatie van u nodig. Hij/zij bespreekt met u:
    • welke soort verdoving u krijgt;
    • wat de voor- en nadelen van deze verdoving zijn;
    • dat u niet mag eten en drinken voor de operatie (= nuchter blijven);
    • of u moet stoppen met uw medicijnen, zoals bloedverdunners;
    • of u pijn heeft na de operatie en wat daartegen te doen is.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (bloedverdunners)? Dan hoort u van uw arts wanneer u hiermee moet stoppen.

Verpleegkundig spreekuur
Soms krijgt u een afspraak voor het verpleegkundig spreekuur, dit hangt af van uw situatie. De verpleegkundige bespreekt met u de vragenlijst die u van tevoren thuis heeft ingevuld. En zij vertelt u wat er op de verpleegafdeling gaat gebeuren.

Operatiedatum

U krijgt een brief met de operatiedatum. 1 werkdag voor uw operatie, belt u het telefoonnummer dat in de brief staat. Dan hoort u hoe laat u in het ziekenhuis moet zijn en op welke afdeling.
Meestal blijft u 1-2 nachten in het ziekenhuis. Hoe lang u moet blijven, hangt af van hoe de operatie is gegaan en hoe het met u gaat na de operatie.

Wat neemt u mee als u wordt opgenomen

  • uw geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, paspoort of rijbewijs);
  • de medicijnen die u gebruikt, ook homeopathische, in de originele verpakking en uw actuele medicatieoverzicht (dit kunt u opvragen bij uw apotheek);
  • dieetvoorschriften of voedingsvoorschriften (meld het ook als u in verband met uw geloof of levensovertuiging bepaalde voedingsmiddelen niet mag gebruiken);
  • nachtkleding;
  • ondergoed;
  • kamerjas of badjas en pantoffels;
  • toiletartikelen;
  • dagelijkse kleding (als u voor langere tijd wordt opgenomen);
  • als u lenzen draagt kunt u een bril meenemen voor het geval u uw lenzen tijdelijk niet kunt dragen.
Verder kan het prettig zijn om bij u te hebben:
  • boeken, tijdschriften;
  • mobiele telefoon en oplader;
  • puzzelboekjes, spelcomputer, mp3-speler of ander tijdverdrijf;
  • zo nodig een leesbril.


De operatie

De operatie vindt meestal plaats onder regionale verdoving (ruggenprik). U bent dan wakker tijdens de operatie, maar u voelt geen pijn. Eventueel kunt u ook een roesje (licht slaapmiddel) of algehele verdoving krijgen. Dan slaapt u tijdens de operatie. De anesthesioloog bespreekt de manier van verdoven met u.

  • In de operatiekamer ligt u op uw rug.
  • Nadat u bent verdoofd, worden uw benen in de beensteunen gelegd.
  • Daarna schuift de uroloog een holle buis in de plasbuis tot in de blaas. Via deze buis kan de uroloog verschillende instrumenten inbrengen. Hiermee wordt de steen in de blaas kleiner gemaakt.
  • Het gruis wordt daarna uit de blaas gespoeld.
Hoe lang duurt de operatie?
Het hangt af van het aantal en de grootte van de stenen hoe lang de operatie duurt. Meestal duurt de operatie tussen de 15 tot 90 minuten.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als alles goed gaat met u, gaat u terug naar de afdeling.

Na de operatie heeft u:
  • een infuus in de arm, voor het toedienen van vocht;
  • een blaaskatheter (een slangetje in de plasbuis en de blaas waardoor de urine wegloopt;
  • eventueel een spoelsysteem naast uw bed. Hieraan zit een grote zak met zoutoplossing om uw blaas te spoelen.
Als alles goed met u gaat, mag u dezelfde avond weer uit bed. De volgende dag mag u weer douchen.

Risico’s en complicaties

  • Bloeding in de blaas. Hiervoor kan soms opnieuw een operatie nodig zijn.
  • Urineweginfectie (bijvoorbeeld een blaasontsteking): dit kunt u ook nog een aantal weken na de operatie krijgen.
  • Ontsteking van de bijbal: dit kan gebeuren bij mannen.
  • Plasbuis vernauwing: dit kan gebeuren bij mannen (op langere termijn).

Katheter

De blaaskatheter blijft meestal 1 dag in de blaas om ervoor te zorgen dat de plas goed wegloopt.
De verpleegkundige kan de blaas spoelen als dat nodig is. Bijvoorbeeld als er een stolsel in de blaas zit en de plas niet goed wegloopt.
De uroloog beslist wanneer de katheter verwijderd mag worden. Dan gaat u weer zelf proberen te plassen. Na elke keer plassen meten we hoeveel plas er in de blaas is achtergebleven (= residu). We maken dan een echo van de blaas (= bladderscan).
Als u 2 keer goed heeft geplast, mag u naar huis.

Weer naar huis

  • Heeft u voor uw opname bloedverdunnende medicijnen gebruikt? Dan hoort u voordat u naar huis mag wanneer u weer hiermee kunt starten.
  • Enkele weken na de operatie heeft u een controle-afspraak op de polikliniek Urologie.

Adviezen voor thuis

Na de operatie kunt u tijdelijk last houden/krijgen van:
  • blaaskrampen. Dit kan ervoor zorgen dat u steeds het gevoel heeft dat u moet plassen.
  • pijn in onderbuik en bij mannen kan de pijn uitstralen naar de top van de penis;
  • een schrijnend/brandend gevoel in uw blaas en/of plasbuis;
  • veel het gevoel hebben dat u moet plassen;
  • moeite met ophouden van uw plas.
De klachten zullen langzaam minder worden.

Genoeg drinken

Ons advies is om veel te drinken. Probeer tenminste anderhalve liter water per 24 uur te drinken. Dit komt neer op elk uur een glas drinken. Na het avondeten kunt u beter minder drinken, omdat u anders ’s nachts veel moet plassen.

Contact opnemen met het ziekenhuis

Bel met het ziekenhuis als u:
  • puur, vers, helder bloed plast, of als u zoveel bloedstolsels heeft dat u niet goed kunt plassen;
  • niet meer kunt plassen;
  • na een paar weken nog last hebt van blaaskrampen;
  • koorts heeft, boven de 38,5 ºC.
Op werkdagen kunt u tussen 08.30 - 12.00 en 13.30 - 15.30 uur bellen met de polikliniek Urologie via telefoonnummer: 071 582 8060.

Buiten kantoortijden (in de avond, nacht en in het weekend)
  • Binnen 2 weken na de operatie kunt u bellen naar de verpleegafdeling Urologie: 071 582 9019.
  • Na 2 weken kunt u contact opnemen met de huisartsenpost (HAP).

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.

Opleidingsziekenhuis
Alrijne ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Het is mogelijk dat een gesprek, onderzoek of behandeling (gedeeltelijk) wordt gedaan door een uroloog in opleiding, een basisarts of een arts in opleiding.

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek Urologie.

De polikliniek Urologie (alle locaties) is op werkdagen tussen 08.30 - 12.00 uur en tussen 13.30 - 15.30 uur te bereiken via telefoonnummer 071 582 8060.

Buiten kantoortijden (in de avond, nacht en in het weekend):
  • Binnen 2 weken na een operatie, ingreep of behandeling: u kunt bellen naar de verpleegafdeling Urologie in Leiderdorp, telefoonnummer: 071 582 9019.
  • Na 2 weken kunt u contact opnemen met de huisartsenpost (HAP).