Afdelingen & Specialismen

U heeft een steen in de nier. De uroloog heeft in overleg met u besloten U krijgt een operatie te doen om deze steen te verwijderen. De uroloog heeft u uitgelegd hoe deze operatie gaat en wat de risico's en gevolgen zijn van deze operatie. U heeft uitleg gekregen over de behandeling, de gevolgen en de risico’s. Om de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen, Het is belangrijk dat u deze folder goed leest en de adviezen uit de folder goed opvolgt.


Locatie

Deze operatie vindt plaats in Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp.



Verwijderen van een niersteen (percutane nefrolitholapaxie (PNL))

Percutane Nefrolitholapaxie (PNL)



Percutaan = door de huid.


Nefro = nier.


Litholapaxie = de methode die gebruikt wordt om stenen te verwijderen.



Deze operatie wordt gedaan

wanneer


  • als

    de steen niet van binnenuit

    (bijvoorbeeld via de blaas)

    verwijderd kan worden.
  • Of als het niet lukt hem te vergruizen met

    niet van buitenaf door

    de niersteenvergruizer.
  • Of als

    Soms is

    de steen te groot of te hard is.
Bij deze operatie wordt via de rug in de nier van buitenaf, door de huid heen aangeprikt. Hiervoor gebruikt de uroloog een speciale met behulp van een naald. Daarna schuift de uroloog wordt een hol buisje van ongeveer 1 centimeter breed in de nier gebracht.
Via dit buisje kan de uroloog de steen verwijderen. de steen verwijderd worden.
Er ontstaat een klein litteken (ter grootte van zo groot als het holle buisje).

Voorbereiding op de opname

Het Opnamebureau regelt alles rondom de operatie.
  • U krijgt een brief mee om bloed te prikken.
  • Ook krijgt u een brief van de arts die de verdoving regelt (= anesthesioloog). Hierin staat hoe u de vragenlijst voor de operatie kunt invullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in patiëntenportaal MijnAlrijne.
Na het bloedprikken en na het invullen van de vragenlijst krijgt u een afspraak voor het spreekuur bij de anesthesioloog (= preoperatief spreekuur, POS).
De anesthesioloog heeft veel informatie van u nodig.Hij/zij bespreekt onder andere met u
  • welke soort verdoving u krijgt;
  • wat de voor- en nadelen van deze verdoving zijn;
  • dat u niet mag eten en drinken voor de operatie (= nuchter blijven);
  • of u moet stoppen met uw medicijnen, zoals bloedverdunners;
  • of u pijn heeft na de operatie en wat daar tegen te doen is.
Ook krijgt u een afspraak voor het verpleegkundig spreekuur.

Preoperatief spreekuur (POS)

De afspraak op het preoperatief spreekuur heeft als doel alle gegevens over de gang van zaken rondom de operatie en verdovingsvorm te verzamelen en met u te bespreken. Om u goed voor te bereiden op deze afspraak ontvangt u een vragenlijst. U wordt verzocht deze vooraf in te vullen en mee te nemen naar de afspraak.

Bloedverdunners

Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, moet u hiermee voor de operatie stoppen. De anesthesioloog overlegt hierover met de arts die u deze medicijnen heeft gegeven. U hoort dan wanneer u met de bloedverdunners moet stoppen. Bloed verdunnende medicijnen kunnen ervoor zorgen dat u meer bloedt tijdens de operatie. De anesthesioloog zal samen met de voorschrijvende arts het moment bepalen dat u moet stoppen

Verpleegkundig spreekuur

U wordt opgeroepen voor het verpleegkundig spreekuur. Dit heeft als doel u op verpleegkundig gebied te informeren over de opname naar aanleiding van de vragenlijst die u van tevoren thuis al heeft ingevuld.

Operatiedatum

U krijgt U ontvangt per post een brief met de operatiedatum. Een werkdag voor uw operatie belt u het telefoonnummer dat in de brief staat. Dan hoort u hoe laat u in het ziekenhuis moet zijn en op welke afdeling.

U wordt ongeveer 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Hoe snel u weer naar huis mag, hangt af van hoe de operatie gaat en hoe u herstelt. het verloop van de operatie en uw herstel.

Plaats

Deze operatie vindt plaats in Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp.

De operatie

De operatie vindt plaats onder narcose (= algehele verdoving).

Meestal bestaat de operatie uit twee delen.
  • Tijdens het eerste deel van de operatie ligt u op de rug. U benen liggen in beensteunen. De uroloog schuift dan een holle buis in de plasbuis tot in de blaas. Via deze buis kan de uroloog verschillende instrumenten inbrengen om de plasbuis en de blaas te bekijken.
    Daarna schuift de uroloog Vervolgens wordt er een dun slangetje in de urineleider (= ureter) geschoven tot in de nier. Dit slangetje (ureterkatheter) ligt dan in de nier en komt via de plasbuis naar buiten.
    Dan worden de instrumenten uit de blaas gehaald.
    De ureterkatheter wordt vastgemaakt aan "gewone" katheter (slangetje tot in de blaas). Via de ureterkatheter kan er contrastvloeistof in de nier worden gespoten. Zo wordt zijn de nier en ook de steen zichtbaar te zien op röntgenfoto’s.
  • Voor het tweede deel van de operatie wordt u op de buik gedraaid. De nier ligt namelijk aan de rugkant van het lichaam. De uroloog kan via de rug goed bij uw nier komen. en is goed te bereiken als u op uw rug ligt.
    Met behulp van echo of röntgenstralen is de nier te zien op een beeldscherm. wordt in beeld gebracht met een echo of door röntgenstralen. Daarna prikt de uroloog in de nier aan met een dunne naald (= punctie). Er wordt dan een hol buisje opgeschoven tot in de nier geschoven. De niersteen wordt met een speciaal instrument verwijderd.
    Als de steen te groot is voor het buisje, wordt de hij eerst kleiner gemaakt. Dit gebeurt meestal met trillingen of met de laser. Daarna wordt de stukjes steen weggehaald.
    Soms lukt het niet om alle stenen te verwijderen. Kleine resten steen plast u vanzelf uit. Grotere resten steen kunnen op een later tijdstip vergruisd worden.
Soms is nog een tweede operatie nodig.

De urine is na de operatie vaak bloederig. Daarom wordt na het weghalen van de steen de holle buis vervangen door een nierkatheter (nefrostomiekatheter) in de nier. Via dit slangetje gaat wordt de urine dan rechtsreeks afgevoerd naar buiten.

Duur van de operatie

Hoe lang de De duur van de operatie duurt, hangt onder andere af van hoe groot de steen is. de grootte van de steen. Meestal duurt de operatie 60 – 120 minuten.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als het goed gaat met u, gaat u terug naar de afdeling.

Na de operatie heeft u:
  • een infuus in de arm. Hierdoor krijgt u vocht voor het toedienen van;
  • een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de blaas die de urine laat afvloeien;
  • een nierkatheter.
Een dag na de operatie wordt de blaaskatheter verwijderd.
De nierkatheter wordt dan meestal dichtgezet. Dit kan pijnklachten geven U kunt last hebben van pijn aan de geopereerde kant/in de nierstreek waar de nier zit.
De nierkatheter kan verwijderd worden als u geen pijn krijgt als we hem dichtzetten. Als het dichtzetten van de nierkatheter geen pijnklachten geeft, kan deze verwijderd worden. Meestal op de eerste of tweede 1e of 2e dag na de operatie.
Het gaatje waar de nierkatheter heeft gezeten gaat binnen 1 tot 2 dagen vanzelf dicht. Soms kan er uit het gaatje nog wel wat urine lekken. Dit stopt vanzelf.

Naar huis


  • Heeft Gebruikte u voor uw opname bloed verdunnende medicijnen? gebruikt, Dan hoort u als u weer naar huis gaat bij ontslag wanneer u hiermee weer kunt starten.
  • U krijgt een afspraak mee voor een controle op de polikliniek. Soms krijgt u ook een afspraak voor een echo of een röntgenonderzoek. Deze wordt afgesproken voor de controle afspraak. .
  • Na de operatie wordt vaak een stukje van de niersteen opgestuurd voor onderzoek. De uitslag krijgt u bij de controle afspraak.

Adviezen voor thuis

Urine

  • Na de operatie kan de urine nog een aantal weken wat een beetje bloederig zijn. Ook kunt u nog wat reststeentjes (gruis) uitplassen. Dit kan pijn doen. , dit kan een nare pijn geven.
    In de eerste week kunt u soms een branderig gevoel hebben bij het plassen.
Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Als het nodig is, kunt u een pijnstiller nemen.

Pijn

Na de operatie kunt u pijn voelen hebben in het gebied van de nier. wij hebben met u afgesproken welke Hiervoor kunt u de afgesproken pijnmedicatie pijnstillers u kunt innemen. Meestal is dit paracetamol (tot maximaal 4 keer per dag 1 gram).

Drinken

Om de blaas te spoelen, kunt u het beste veel drinken. Probeer tenminste anderhalve liter per 24 uur te drinken. Drink bijvoorbeeld elk uur een glas water. Na het avondeten kunt u beter minder drinken, omdat u anders ’s nachts veel moet plassen.

Koorts

Na een operatie kunt u wat verhoging koorts hebben, tot 38,5 ºC.
Is de koorts meer dan Boven de 38,5 ºC, belt u de polikliniek Urologie of de verpleegafdeling.

Inspanning/lichamelijk werk/sport

De eerste 2 weken na uw operatie mag u is het beter om niet te veel lichamelijk werk te verrichten doen en niet te sporten. Hieronder valt ook Dus ook geen zwaar huishoudelijk werk (zoals stofzuigen, ramen zemen).
De eerste weken na de operatie zult u merken dat u eerder moe bent bent u eerder moe dan voor de operatie. Dit is normaal. Houd hier rekening mee. , forceer daarom niets. Na een aantal weken wordt de vermoeidheid vanzelf minder. Wij raden u aan tot de controle afspraak geen zware voorwerpen (meer dan 10 kilogram) te tillen.

Nefrostomiekatheter

Gaat u met een nefrostomiekatheter naar huis, dan krijgt u uitleg hoe u deze moet verzorgen. Zie ook de Alrijne-folder Plaatsen nefrostomiekatheter.

Risico’s en complicaties

Meestal is het verwijderen van een niersteen op deze manier een veilige methode.
Heel soms zijn er complicaties:
  • Soms lukt het niet om de nier op de juiste manier in de nier aan te prikken om de steen te bereiken.
  • Bij het aanprikken van Als bij het prikken in de nier kunnen de bloedvaten niet goed te zien zijn, in beeld worden gebracht.dan kan een bloedvat worden geraakt. Meestal kan dit geen kwaad. Als er een groot vat wordt aangeprikt, kunnen heel soms bloedtransfusies nodig zijn.
  • Bij het aanprikken van de nier Bij het prikken in de nier komt het heel soms voor dat andere weefsels geraakt worden. Er kan bijvoorbeeld een bloeding ontstaan. Ook kan een darmlis of long geraakt worden. Dan kan alsnog een gewone operatie nodig zijn om de niersteen te verwijderen.
  • In nierstenen zitten bacteriën. Deze kunnen er tijdens de operatie vrij uitkomen. U krijgt dan koorts en een urinewegontsteking. Om dit te voorkomen krijgt u tijdens de operatie antibiotica.
  • Kleine deeltjes van de steen kunnen in de urineleider terecht komen. U kunt dan koliekachtige pijn krijgen. Meestal plast u deze rest-stenen gewoon uit. Maar soms moeten deze operatief ze via een operatie verwijderd worden.

Contact opnemen met het ziekenhuis

U neemt contact op met het ziekenhuis als er de volgende klachten zijn. Bel met het ziekenhuis als u last heeft van de volgende klachten: Is de operatie langer dan 1 week geleden, dan neemt u contact op met de huisarts.

  • als u meerdere dagen bloed in de urine blijft houden, wat als dit niet minder wordt en waarbij als de urine donkerrood van kleur is;
  • als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers;
  • als u helemaal niet meer kunt plassen;
  • als u koorts heeft boven de 38,5 ºC;
  • als er na 3 dagen nog steeds urine lekt vanuit het gaatje van de nierkatheter.
Is de operatie langer dan 1 week geleden, neem dan contact op met de huisarts.
Op werkdagen kunt u tussen 08.30 - 12.00 uur en 13.30 - 15.30 uur uur bellen met de polikliniek Urologie: telefoonnummer 071 582 8060 (alle locaties)

In de avond en tijdens het weekend kunt u contact opnemen met verpleegafdeling B2 – Urologie: telefoonnummer 071 582 9019.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.

Arts-assistenten

Alrijne ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Het is mogelijk dat een gesprek, onderzoek of behandeling (gedeeltelijk) wordt gedaan door een uroloog in opleiding, een basisarts of een arts in opleiding.


Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek Urologie.

De polikliniek Urologie (alle locaties) is op werkdagen tussen 08.30 - 12.00 uur en tussen 13.30 - 15.30 uur te bereiken via telefoonnummer 071 582 8060.

Buiten deze uren en dagen wordt u automatisch doorverbonden met het antwoordapparaat. Dan hoort u hoe u de uroloog bij spoedgevallen kunt bereiken.

De verpleegafdeling Urologie van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is te bereiken via 071 582 9019.