Uw anesthesioloog-pijnspecialist heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor het voorbereidingstraject voor ruggenmergstimulatie, ook wel neuromodulatie genoemd.Voor uw chronische pijnklachten heeft u al diverse behandeltrajecten doorlopen zonder voldoende resultaat.In deze folder vindt u informatie over de ruggenmergstimulatie, de ingreep, mogelijke complicaties en de te verwachten resultaten van de behandeling.


Uw afspraken op het Pijnbehandelcentrum

Nadat u bent doorverwezen naar het Pijnbehandelcentrum voor het behandeltraject neuromodulatie, krijgt u een afsprakenbrief met twee afspraken thuisgestuurd. De eerste afspraak is bij de pijnspecialist, de tweede afspraak bij de verpleegkundig specialist.


Van de pijnspecialist krijgt u uitgebreide voorlichting over ruggenmergstimulatie.


De verpleegkundig specialist informeert u over de fasen van het behandeltraject (intakegesprek, behandeling, leefregels en nazorg). Daarnaast heeft u een gesprek met de psycholoog.


Gezamenlijk wordt beoordeeld of ruggenmergstimulatie (ook wel Spinal Cord Stimulation (SCS) genoemd), voor u een optie is om uw chronische pijnklachten te verlichten.



Hoe werkt ruggenmergstimulatie?

Ruggenmergstimulatie is gebaseerd op het principe dat pijn kan worden beïnvloed. Tegen het ruggenmerg in de epidurale ruimte (de ruimte achter het ruggenmerg) worden één of meer elektrode(n) geplaatst. Deze elektrode brengt elektrische pulsen (stroomstootjes) over die ervoor zorgen dat de pijnsignalen worden veranderd, voordat ze de hersenen bereiken. Deze pulsen worden afgegeven door een interne pulsgenerator (IPG), een soort pacemaker.


Ruggenmergstimulatie is een veilige therapie en wordt op grote schaal toegepast.


Meer informatie over behandeling vindt u op https://youtu.be/qrnSVrO6f00



De voorbereiding

Na de intakefase en na uitgebreid onderzoek wordt besloten of u in aanmerking komt voor ruggenmergstimulatie.


Voor de behandeling nemen wij u op in Alrijne Ziekenhuis.



Preoperatief onderzoek

Als voorbereiding op de operatie krijgt u een afspraak op de polikliniek Anesthesiologie voor een preoperatief onderzoek. De anesthesioloog onderzoekt u en informeert u over de gang van zaken wat betreft de anesthesie op de dag van de ingreep. U krijgt informatie over de afdeling waar u wordt opgenomen en op welk telefoonnummer u deze afdeling kunt bereiken.


Tevens wordt u geïnformeerd of u nog mag eten en drinken de dag van de ingreep. Dit is afhankelijk van het tijdstip waarop de ingreep plaatsvindt.



De werkdag voor de operatie

U wordt verzocht één werkdag voorafgaande aan de operatiedag contact op te nemen met de afdeling Opnameplanning. U hoort dan waar u wordt opgenomen en hoe laat u zich op deze afdeling kunt melden.



Medicijngebruik, met name antistollingsmiddelen (“bloedverdunners”)

Gebruikt u antistollingsmiddelen? Dan dient u dit bij de aanmelding op het Pijnbehandelcentrum te melden. U moet namelijk enkele dagen voor de behandeling stoppen met het innemen van deze medicijnen. U kunt dit regelen met de anesthesioloog. Indien u bekend bent bij de trombosedienst wordt het beleid met de trombosedienst afgesproken.



Overgevoeligheid

Bent u overgevoelig voor bepaalde medicijnen, jodium, pleisters, contrast- of verdovingsvloeistof? Meld dit dan tijdens uw eerste bezoek aan de pijnspecialist, verpleegkundig specialist of consulent pijnbestrijding.



De operatie

Het inbrengen van het neuromodulatie systeem gebeurt in twee fases. De eerste fase is de proefstimulatie, hierna volgt een proefperiode van één of twee weken. Als deze succesvol wordt afgesloten, volgt de tweede fase.


In de tweede fase wordt de definitieve interne pulsgenerator geïmplanteerd.



Fase 1: proefstimulatie

De pijnspecialist voert de behandeling uit. Hij/zij wordt hierbij geassisteerd door de verpleegkundig specialist, een consulent pijnbestrijding, een anesthesiemedewerker, operatieassistenten en een röntgenlaborant.


De behandeling vindt plaats op de operatiekamer van Alrijne Ziekenhuis. Op de voorbereidingskamer van de operatiekamers brengt een anesthesiemedewerker een infuus bij u aan. Via dit infuus krijgt u tijdens de behandeling medicatie toegediend.


Tijdens de implantatie van het stimulatiesysteem ligt u op de buik. Nadat u plaatselijk bent verdoofd wordt de elektrode via een holle naald in de epidurale ruimte van het wervelkanaal geplaatst.


Het is belangrijk dat u stil blijft liggen. Op het moment dat de pijnspecialist van mening is dat de elektrode in de juiste positie ligt, zet de verpleegkundig specialist of consulent pijnbestrijding de stimulatie aan. Afhankelijk van het bij u gebruikte systeem kunt u bij de stimulatie wel of geen tintelingen ervaren. Zo nodig wordt aan u gevraagd waar u deze tintelingen voelt en hoe sterk ze zijn.


De elektrode ligt op de juiste plaats als u de tintelingen voelt op de plaats waar u gewoonlijk de pijnklachten heeft. Hierna wordt er een verlengkabel aan de elektrode vastgemaakt.


Deze verlengkabel wordt aangesloten op een extern kastje, ook wel externe neurostimulator genoemd.



Na de operatie

Na afloop van de behandeling gaat u eerst naar de uitslaapkamer van het operatiecomplex. U blijft daar ongeveer een uur. De verpleegkundig specialist of consulent pijnbestrijding stelt het juiste stimulatiepatroon met u in. Hij/zij informeert u hoe u zelf de sterkte van de stimulatie kunt aanpassen. U krijgt hiervoor een afstandsbediening. Deze afstandsbediening dient u altijd bij u te dragen. Bij het ruggenmergstimulatiesysteem dat tintelingen geeft, kan het voorkomen dat u in verschillende houdingen de stimulatie anders ervaart. Dit komt doordat de elektrode niet vastligt in de epidurale ruimte. Dit kan een wijziging veroorzaken in het gebied waar u de tintelingen voelt. Ook is het mogelijk dat in de eerste paar maanden het stimulatiepatroon aangepast moet worden. Dit gebeurt door de verpleegkundig specialist of consulent pijnbestrijding op het Pijnbehandelcentrum.


U krijgt een pijndagboek mee naar huis waarin u bijzonderheden en klachten moet noteren. Ook krijgt u een controleafspraak voor het Pijnbehandelcentrum mee naar huis.



De proefperiode

Na de eerste opname gaat er een proefperiode in van 1 of 2 weken, waarin met u gekeken wordt in welke mate het ruggenmergstimulatiesysteem invloed heeft op uw pijnklachten. De pijnspecialist besluit aan de hand van deze gegevens of u in aanmerking komt voor een definitief systeem.



Fase 2: definitieve plaatsing

Tijdens de definitieve plaatsing krijgt u de inwendige neurostimulator (batterij) via een kleine operatie geïmplanteerd. In overleg met u wordt de plaats van de neurostimulator bepaald. U heeft dan een systeem dat langere tijd (jaren) kan blijven zitten.



Risico’s en complicaties

Iedere operatie brengt risico’s en de kans op complicaties met zich mee. U zult gedurende een paar dagen na de operatie last hebben van de operatiewonden. Dit voelt aan als een blauwe plek, maar geneest snel. Ook kan de plek waar de batterij is geïmplanteerd enkele weken pijnlijk zijn. De kans op complicaties direct na de operatie is gering.


U moet de arts of consulent pijnbestrijding raadplegen wanneer het volgende zich voordoet:


  • bloeding;
  • infectie, pus of roodheid;
  • koorts;
  • hoofdpijn;
  • allergische reacties.

Leefregels

Het duurt meestal 8 weken voordat de elektrode vergroeid is met het omliggende weefsel. Om het risico van verplaatsing zoveel mogelijk te voorkomen, gelden voor die periode de volgende leefregels:
  • Direct na de operatie heeft u 4 uur bedrust in rugligging/zijligging. De pijnspecialist kan, afhankelijk van de implantatie, besluiten deze bedrustperiode te verlengen.
  • Voorkom dat de operatiewond nat wordt. U mag niet douchen totdat de hechtingen (na tien dagen) verwijderd zijn.
  • Bij het uit bed gaan moet u de rug zoveel mogelijk recht houden.
  • Voorkom draaien, buigen en overstrekken van de rug.
  • Reik uw armen niet boven uw hoofd.
  • Til niet meer dan 2,5 kg.
  • Loop niet teveel trappen en voorkom dat u lang aaneengesloten zit.
Zie ook de folder Leefregels na ruggenmergstimulatie.

Medische ingrepen, behandeling en/of onderzoeken na de implantatie

Breng uw tandarts, fysiotherapeut, specialist en huisarts op de hoogte dat er bij u een ruggenmergstimulatiesysteem is geïmplanteerd. Raadpleeg eerst uw anesthesioloog-pijnspecialist als u één van de onderstaande behandelingen moet ondergaan:
  • MRI;
  • plaatsen van een pacemaker;
  • diathermie (diepte-warmte therapie), voor toepassing tijdens operaties.
Het gebruik van een defibrillator kan uw stimulator ontregelen of beschadigen.

Veel gestelde vragen

  • Hoelang gaat de batterij in de stimulator mee?
    De levensduur van de batterij verschilt per patiënt. Dit is afhankelijk van het gebruik van de stimulator. De gemiddelde levensduur is 3-7 jaar. Als de batterij bijna leeg is, verschijnt er op het scherm van uw afstandsbediening een melding. Neemt u in dat geval contact op met de consulent pijnbestrijding. De batterij zal dan vervangen moeten worden. Hiervoor wordt u één dag opgenomen in Alrijne Ziekenhuis.
  • Mag ik op reis en autorijden met een stimulator?
    Ja, u mag autorijden. Geadviseerd wordt de stimulator tijdens het autorijden uit te zetten. Plotselinge toename of verandering van de stimulatie tijdens het autorijden kan ertoe leiden dat u de controle over het stuur verliest. Als u met het vliegtuig reist, mag u op de luchthaven niet door het detectorpoortje. U krijgt van verpleegkundig specialist of consulent pijnbestrijding een patiëntenidentificatiepas. Deze moet u op de luchthaven laten zien. Indien u toch door de detectiepoort heen moet, adviseren wij de neurostimulator uit te zetten. Loop goed door het midden van de poortjes en sta niet stil bij het poortje.

Verhindering

Mocht u verhinderd zijn, wilt u dit dan tijdig doorgeven aan de secretaresse van het Pijnbehandelcentrum van de locatie waar het onderzoek plaatsvindt. Het telefoonnummer vindt u aan het eind van deze folder. Als u niet tijdig afbelt, zijn wij genoodzaakt de tijd die voor u is gereserveerd in rekening te brengen. U ontvangt hiervoor een nota van het ziekenhuis.

Tot slot

Denkt u eraan bij ieder bezoek aan het ziekenhuis geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) en uw zorgverzekeringspas mee te nemen. Zijn uw gegevens (verzekering, huisarts, etc.) gewijzigd, meldt u dit dan bij de Patiëntenregistratie in de hal op de begane grond van het ziekenhuis.
Wij stellen het op prijs als u zich tijdig meldt voor de afspraak.

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van het Pijnbehandelcentrum.

Bereikbaarheid Pijnbehandelcentrum

Het Pijnbehandelcentrum van Alrijne Ziekenhuis is telefonisch te bereiken via 0172 467 039.

Het Pijnbehandelcentrum van Alrijne Leiden heeft routenummer 63
Het Pijnbehandelcentrum van Alrijne Alphen a/d Rijn heeft routenummer 50.
Daarnaast zijn er spreekuren in De Coepel in Katwijk en in SassemBourg, Sassenheim.