Blessures of spieraandoeningen zijn soms het gevolg van een te hoge druk in uw spieren. Dit is het compartimentsyndroom. Bij dit syndroom loopt de druk in de spieren tijdens inspanning zo hoog op dat u pijn krijgt. Met een drukmeting onderzoeken we hoe hoog de druk in een spiergroep is voor, tijdens en na inspanning. Voor het meten van de druk brengt de sportarts, na een verdovingsprik, een dun slangetje in uw spier in. Dit slangetje is verbonden met een beeldscherm waarop de arts de druk in de spier kan aflezen. Soms krijgt u na afloop direct de uitslag van de test. Eventueel overlegt de sportarts eerst met de specialist die de test heeft aangevraagd. Dan krijgt u de uitslag na één of twee weken.
Voorbereiding thuis
Tijdens de drukmeting voor het compartimentsyndroom meten we de druk in een spiergroep terwijl u beweegt. Daarom vragen we u om loopschoenen mee te brengen. En verder een korte broek en een T-shirt met korte mouwen, zodat we goed bij de spieren kunnen. Wij raden u bovendien aan om geen vette crèmes of oliën te gebruiken op de dag van de meting. Na afloop van de test kunt u op de afdeling douchen. Neem daarom ook een handdoek en douchespullen mee.
Voorbereiding op drukmeting
Voordat de drukmeting begint, krijgt u van de sportarts een verdovingsprik. Daarna brengen we met een tweede prik in de spier een dun plastic slangetje in, bijvoorbeeld bij uw scheenbeen of in uw arm. De naald halen we daarna uit de spier en het slangetje blijft achter. Nadat het slangetje is vastgeplakt, koppelen we er elektronica aan. Daarmee kunnen we de druk in de spier vertalen in een signaal op een beeldscherm. We plakken alles vooraf goed vast en ijken de meetapparatuur. Als het nodig is (vanwege het intapen) scheren we uw been van tevoren.
De drukmeting
Heeft u klachten aan uw (onder)been, dan laten we u tijdens de drukmeting (hard)lopen. Bij klachten in de arm gebruikt u tijdens de meting de armspieren. Heeft u klachten aan beide (onder)benen, dan meten we meestal maar één been. Als de druk in het gemeten been te hoog blijkt te zijn, zal de druk bij gelijke klachten in het andere been ook te hoog zijn. De meting begint met het meten van de druk terwijl u zit en terwijl u staat. Daarna gaat u wandelen op de lopende band (4,5 km/uur). Vervolgens gaat u hardlopen met twee snelheden. Deze snelheden zijn afhankelijk van uw conditie. Meestal is de drukmeting hierna klaar. In sommige gevallen herhalen we een deel van de drukmeting of testen we specifieke bewegingen die de klachten uitlokken.
Na de drukmeting
Na de drukmeting vanwege het compartimentsyndroom kunt u tot enkele dagen na het onderzoek klachten hebben, zoals pijn of een zwaar gevoel in de spier. Dit kan komen door een kleine bloeduitstorting die bij het prikken in de spier is ontstaan, en/of doordat de spier met opzet is overbelast. De klachten verdwijnen sneller wanneer u vanaf de dag na de test de geteste spieren regelmatig gebruikt.
Uitslag
De uitslag van de test is soms direct na de drukmeting beschikbaar. Soms is overleg met de specialist die om test heeft gevraagd nodig en krijgt u de uitslag na één of twee weken. We geven de uitslag en de consequenties die daaraan verbonden kunnen zijn door aan uw behandelend specialist. Is de druk in een spiergroep inderdaad te hoog, dan is behandeling vaak mogelijk. Hierbij klieft de chirurg vaak de bindweefseljas van de aangedane spiergroep. Wij opereren jaarlijks tientallen patiënten met voor de meesten een goed resultaat: zij kunnen weer klachtenvrij sporten.
Redenen om geen drukmeting te doen
Redenen om de drukmeting niet of aangepast te doen, zijn bijvoorbeeld:
- u heeft net koorts gehad
- u gebruikt medicijnen die gemakkelijk tot bloedingen kunnen leiden
- u kunt de spieren waarom het gaat niet gebruiken
Kosten
Bekijk de prijslijst voor de actuele prijzen van de drukmeting.