Afdelingen & Specialismen

U gaat revalideren binnen Alrijne Zorggroep. Gebleken is dat u MRSA bij zich draagt. In deze folder kunt u lezen wat MRSA is en welke gevolgen het MRSA-dragerschap kan hebben voor uw opname en behandeling.


Wat is MRSA?

MRSA is een afkorting van Meticilline Resistente Stapylococcus Aureus. Staphylococcus aureus is een bacterie die bij ongeveer 30% van de mensen in de neus of op de huid voorkomt. Gezonde mensen worden van deze bacterie ook niet ziek. Bij mensen met een verminderde weerstand of bij wie de huid niet intact is (zoals bij eczeem, een huidziekte zoals psoriasis of bij een (operatie)wond), kan de bacterie infecties veroorzaken.


Voor het 'doden' van bacteriën worden meestal antibiotica gebruikt. Sommige Staphylococcus aureus zijn echter ongevoelig voor het antibioticum methicilline. Dit betekent dat antibiotica uit de 'methicilline-groep' Staphylococcus aureus niet kunnen 'doden’. Met andere woorden: de bacterie is resistent tegen methicilline. Vandaar de afkorting MRSA: methicilline resistente Staphyloccocus aureus (MRSA).



Hoe loopt men MRSA op?

Besmetting met MRSA kan overal plaatsvinden. Ook dieren kunnen een verspreidingsbron zijn van MRSA, en dan vooral varkens, pluimvee en mestkalveren. Besmetting vindt vooral plaats door direct lichamelijk contact, vooral via de handen. MRSA kan ook via kleding, beddengoed of andere oppervlakken in de directe omgeving worden overgebracht.



Word je ziek van MRSA?

Mensen die met MRSA in aanraking komen, kunnen drager worden van de bacterie. Gezonde mensen merken hier vaak niets van. De bacterie kan vanzelf ook weer verdwijnen, zonder dat de drager er iets van gemerkt heeft. Maar deze personen kunnen de bacterie wel ongemerkt naar andere mensen en/of hun omgeving overdragen. Bij de eerder genoemde risicogroep kan de bacterie infecties veroorzaken.


Deze infecties zijn lastig te bestrijden omdat een beperkt aantal antibiotica beschikbaar is voor de behandeling. Daarom worden, volgens de landelijke richtlijnen, maatregelen getroffen om verspreiding van MRSA tegen te gaan.



MRSA-dragerschap

Mensen kunnen MRSA bij zich dragen zonder ziek te zijn. Dit noemt men MRSA-dragerschap. De bacteriën zitten vooral op de huid en in de neus van deze ‘dragers’, maar kunnen ook in de keel, darmen en urine voorkomen. De bacterie kan vanzelf ook weer verdwijnen, zonder dat de drager er iets van gemerkt heeft. Maar ze kunnen de bacterie wel ongemerkt overdragen.



Behandeling

Wanneer u MRSA-drager bent, overweegt uw behandelaar een behandeling om de MRSA kwijt te raken. Hiervoor wordt u mogelijk doorverwezen naar de MRSA-polikliniek van de internist-infectioloog.



De behandeling om MRSA kwijt te raken bestaat uit (haren) wassen met desinfecterende zeep en shampoo, neus- en/of huidzalf gedurende 5 dagen, meestal in combinatie met een antibioticakuur van zeven dagen.



Twee dagen nadat u de laatste antibioticakuur heeft gehad, wordt een controlekweek afgenomen. Deze kweek wordt één week en twee weken daarna herhaald. Daarna volgt een controlekweek na twee maanden en een jaar. Wanneer u, gedurende dit jaar, antibiotica krijgt, zullen tevens kweken op MRSA moeten worden afgenomen.



MRSA-drager en opname

Welke maatregelen worden genomen op de revalidatieafdeling? Als u in MRSA-isolatie wordt verpleegd, betekent dit het volgende voor u:


  • U verblijft op een eenpersoonskamer. De deur moet gesloten blijven.
  • U maakt gebruik van eigen toilet en badkamer.
  • Op de kamerdeur is een kaart met instructies bevestigd.
  • Medewerkers dragen een schort, handschoenen, masker en muts wanneer ze u verzorgen. Na de verzorging worden de handen gewassen met water en zeep of gedesinfecteerd met handalcohol.
  • Onder bepaalde voorwaarden is het toegestaan om de kamer te verlaten. Overleg met uw behandelend arts of verpleegkundige of dit voor u mogelijk is.
  • Wasgoed kan mee naar huis worden genomen en thuis op normale temperatuur worden gewassen.
  • Uw spullen van thuis zoals boeken, tijdschriften e.d. kunt u zonder extra maatregelen weer mee naar huis nemen.

Fysiotherapie

In het kader van uw herstel is fysiotherapie belangrijk. Ook wanneer u in MRSA isolatie wordt verpleegd kan fysiotherapie doorgaan.

Maatregelen voor uw bezoek

U mag gewoon bezoek ontvangen. Ook kinderen, ouderen en zwangeren mogen op bezoek komen. Wel dient het bezoek zich aan de voorgeschreven maatregelen te houden. Bij vertrek uit uw kamer dienen zij de handen in te wrijven met handalcohol en het ziekenhuis, na het bezoek, direct te verlaten.

Weer naar huis

Het is mogelijk dat u naar huis mag terwijl de MRSA nog niet verdwenen is. Voor thuis gelden geen bijzondere maatregelen. U kunt gewoon deelnemen aan sociale activiteiten. Uw behandelend arts stelt de huisarts op de hoogte van uw ontslag. Wanneer u een bezoek aan een polikliniek brengt, opgenomen wordt in een ziekenhuis of thuiszorg ontvangt, verzoeken wij u de betreffende zorginstelling in te lichten dat u drager bent van MRSA.

Label

Wanneer bij u een MRSA is aangetoond, maakt het ziekenhuis een label in het digitale ziekenhuis informatiesysteem. Medewerkers van het ziekenhuis zien dit als zij uw patiëntgegevens raadplegen. Dit is van belang omdat zij dan een gerichte behandeling kunnen instellen als u een infectie heeft. Ook kunnen de medewerkers dan direct zien welke isolatievorm bij u moet worden toegepast, als u moet worden opgenomen.
Het digitale label blijft minimaal een jaar in het ziekenhuissysteem aanwezig. Als u, na het jaar, een aantal negatieve kweken heeft (dus kweken waarin geen MRSA is gevonden) wordt dit label verwijderd uit het systeem.

MRSA-drager en het dagelijkse leven

Een MRSA vormt voor gezonde personen meestal geen probleem. U kunt gewoon boodschappen doen, visite ontvangen, naar school, werk of naar een verjaardag. Thuis gaat u om met uw huisgenoten zoals u gewend bent. Uw familie en vrienden omhelzen, kussen en knuffelen, is geen enkel probleem. Wasgoed kan volgens de normale procedure gewassen worden.

Vragen

MRSA en alle bijbehorende maatregelen zijn ingrijpend voor u en kunnen onaangenaam zijn. Als u vragen heeft, stel ze dan gerust aan de behandelend arts of de verpleegkundige.