Punctie/biopsie met behulp van CT-scan, botweefsel

Uw behandelend arts heeft voor u een punctie/biopsie van botweefsel met behulp van CT-scan aangevraagd. Uw arts heeft met u gesproken over het doel, de eventuele andere onderzoeksmogelijkheden, risico’s en gevolgen van dit onderzoek. Naar aanleiding van deze informatie heeft u besloten om dit onderzoek te laten doen.In deze folder staat hoe dit onderzoek precies gaat. Ook leest u hoe u zich op het onderzoek moet voorbereiden.

Wat is een CT?

CT betekent computer tomograaf. De CT is een röntgentoestel waarmee we doorsnedefoto’s van het lichaam maken.

Een CT-onderzoek is een röntgenonderzoek: een CT gebruikt röntgenstralen. Van deze stralen merkt u tijdens het onderzoek niets.

Met behulp van de röntgenstralen kan een afwijking in het lichaam nauwkeurig worden afgebeeld. Bij dit onderzoek kan de radioloog zo precies zien waar hij/zij moet prikken.

CT en zwangerschap

Röntgenstraling kan vooral tijdens de eerste maanden van de zwangerschap schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Bent u zwanger of denkt u dat u zwanger bent? Meld dit dan voor het onderzoek aan de radioloog of medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundige (MBB'er).

Wat is een punctie/biopsie?

Via de huid wordt er met een naald in het weefsel geprikt dat onderzocht moet worden. Zo kunnen stukjes weefsel worden weggenomen. Dit weefsel wordt daarna onderzocht in het Pathologisch Laboratorium.

Doel van het onderzoek

Voorbereiding

Voor dit onderzoek wordt u een dag(deel) opgenomen in het ziekenhuis

U mag na het onderzoek niet zelf deelnemen aan het verkeer. Regel van tevoren dat u iemand u na het onderzoek ophaalt.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (zoals Marcoumar, Sintrom, Ascal, Plavix enz.) dan moet u dit melden aan uw behandelend arts. Uw behandelend arts vertelt u of u met deze medicijnen moet stoppen en wanneer.

Ook vertelt uw behandelend arts u wanneer u uw bloedverdunnende medicatie weer kunt innemen.

Gebruikt u andere medicijnen? Dan mag u deze met een klein slokje water innemen tot uiterlijk 1 uur vóór de behandeling.

Een aantal dagen voor het onderzoek moet u bloed laten prikken. Dit is om te kijken hoe snel uw bloed stolt.

U moet voor de behandeling nuchter zijn. Dat betekent dat u voor het onderzoek niet gegeten en gedronken mag hebben: uw maag moet dus leeg zijn.

Houdt u zich aan de volgende afspraak:

Vanaf middernacht (00.00 uur) voor het onderzoek mag u niet eten. U mag dus ook niet ontbijten. U mag wel blijven drinken tot 2 uur vóórdat u naar het ziekenhuis komt. Wat u mag drinken:

• water,
• limonade van heldere limonadesiroop,
• thee en koffie zonder melk.

Het onderzoek

• U meldt zich op de afgesproken tijd op de verpleegafdeling. Een verpleegkundige vertelt u wat er precies gaat gebeuren.
• U krijgt een infuus in uw arm. Hieraan wordt een zak met vocht gehangen.
• U krijgt een operatiejasje aan.
• Vervolgens wordt u in een bed naar de afdeling Radiologie gebracht.
• De radioloog vertelt u wat hij/zij gaat doen. Als u nog vragen heeft, kunt u die stellen. De MBB’er begeleidt u tijdens het hele onderzoek. De radioloog doet de punctie, de MBB’er assisteert hierbij.
• U gaat op de onderzoekstafel liggen. Dit kan op de buik, rug of op de zij zijn. Dit hangt af van de plek die wordt geprikt.
• Er wordt een CT-scan gemaakt. Hierop bepaalt de radioloog de precieze prikplaats. Die plaats wordt ontsmet en plaatselijk verdoofd. Als de verdoving is ingewerkt, prikt de radioloog met een naald in het bot. Met deze naald kunnen kleine stukjes bot worden weggehaald. Het is heel belangrijk dat u goed stil ligt. Met behulp van de CT-scan wordt steeds gecontroleerd of de naald op de goede plaats zit.
• Als het onderzoek klaar is, krijgt u een pleister op de plaats waar is geprikt.

Na het onderzoek

• Na het onderzoek gaat u terug naar de verpleegafdeling.
• De verpleegkundigen controleren of het goed met u gaat. Zij meten uw bloeddruk en de zuurstofwaarde in het bloed.
• Het eerste uur na het onderzoek moet u plat in bed blijven liggen. Daarna mag u weer voorzichtig gaan bewegen.
• Na 4 uur mag u naar huis.

De uitslag van het onderzoek

Tot slot

• uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
• uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.

Vragen

Bereikbaarheid