Maar nadelen zijn er ook. Hoe hoger je komt, hoe minder zuurstof er in de lucht zit. Om toch voldoende zuurstof binnen te krijgen, ga je sneller ademhalen. Dieke Kok: “Wanneer je echt hoog gaat – boven de 1500 meter –neemt ook nog eens je maximale inspanningsvermogen af, met ongeveer 10 procent per duizend meter die je stijgt. Je kunt dus minder aan. Na een week op hoogte stijgt het aantal rode bloedcellen. Je bloed wordt dikker en daardoor heb je meer kans op trombose.”
Voor mensen met hartproblemen of andere chronische aandoeningen is het extra belangrijk vooraf een arts te raadplegen en advies in te winnen. Maar, benadrukt Dieke Kok, dit is lang niet in alle gevallen een reden om niet naar de bergen te gaan.