Eten en drinken. Kauwen en slikken. We doen het zonder erbij na te denken. Wanneer dat moeilijk gaat, spreek je van een slikprobleem. Slikproblemen kunnen ontstaan na een beroerte, spierziekte of kanker in de mond of keel. Door deze aandoeningen raken de structuren en spieren of zenuwen die zorgen dat je kunt slikken, beschadigd. Ook zijn er veel ouderen die last hebben van slikproblemen, omdat spierkracht en coördinatie achteruit gaan bij het ouder worden en/of bij dementie. De logopedisten in Alrijne Ziekenhuis zien deze problematiek veel. Zo vertelt logopedist Marissa van der Post: ‘Zo’n 80 tot 90% van de patiënten die wij zien kan niet veilig eten of drinken. De gevolgen kunnen ernstig zijn. Als er vocht in de longen komt, kun je longontsteking krijgen. Als er voedsel in de longen komt, kun je zelfs stikken.’
Niet meer naar feestjes
De impact van slikproblemen is dan ook groot. Nienke Freund-Lebbink, logopedist in Alrijne Ziekenhuis: ‘Mensen met slikproblemen kunnen niet meer genieten van hun dagelijkse kopje koffie of een lekker sappig biefstukje. Eten wordt heel beladen als het niet meer vanzelfsprekend is.’ Marissa vult aan: ‘Veel patiënten durven niet meer uit eten of voelen zich opgelaten tijdens het avondeten, omdat ze bang zijn zich te verslikken, erg te gaan hoesten of kwijlen. Ook ontbreekt de zin om te eten, omdat het niet meer vanzelf gaat. Daardoor eten veel mensen met slikproblemen minder en vallen onbedoeld kilo’s af.’
Logopedie kan helpen
Een logopedist kan het probleem niet altijd helemaal oplossen, wel kunnen zij ervoor zorgen dat acuut gevaar afneemt en vervolgens samen met de patiënt kijken naar mogelijke oplossingen. Marissa: ‘Soms krijgen mensen wekenlang sondevoeding. Het is dan zo’n bijzonder moment als patiënten een eerste slokje water drinken of hapje appelmoes nemen.’ Nienke: ‘Iedere patiënt krijgt op maat advies. Daarbij proberen we heel inventief te zijn. Zo kan een patiënt zijn hoofd draaien tijdens het slikken, een aangepaste beker gebruiken of het drinken verdikken. Als een vloeistof heel dun is, zoals water, glijdt het makkelijker naar achteren dan bijvoorbeeld vla, waardoor je je sneller verslikt. Wij gebruiken daarom verdikkingsmiddel waardoor bijvoorbeeld koffie de dikte krijgt van honing, maar wel als koffie blijft smaken. Door dit soort hulpmiddelen wordt het leven voor de patiënt en omgeving weer een stuk aangenamer!’