Afdelingen & Specialismen

Achalasie is een zeldzame ziekte van de slokdarm. De slokdarm is een lange buis die zorgt dat het eten vanuit de mond in de maag terecht komt. Beschadiging van de zenuwen veroorzaakt achalasie. De beschadiging is meestal aan de onderkant van de slokdarm. Hierdoor gaat de sluitspier tussen de maag en de slokdarm niet goed open. Daardoor zakt het eten en de vloeistoffen niet goed door naar de maag. Dit zorgt dat eten blijft hangen en dat het eten, zowel vast als vloeibaar, zich opstapelt in de slokdarm.


Behandeling

De behandeling van achalasie bestaat uit het ontspannen of oprekken van de onderste sluitspier. We doen dit zodat:


· het eten makkelijker naar de maag zakt.


· Hierdoor is de kans op problemen op langer termijn ook kleiner:


· Problemen die kunnen ontstaan zijn; een uitgezette/verwijde slokdarm, uitrekkingen (divertikels) van de slokdarm of een longontsteking door voedsel of vocht dat dat in de luchtpijp terecht kan komen.



Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. We overleggen met u welke behandeling het beste bij u past. Dit heeft te maken met uw lichamelijke conditie en het type en ernst van de achalasie.



Verschillende soorten behandeling

  • Verslappen van de slokdarmspier met hulp van botoxinjecties


    Botuline toxine wordt gebruikt om spieren te verslappen. De arts spuit dit direct in de spier van de slokdarm. Dit is een tijdelijke oplossing. Hoelang u daarna geen klachten heeft, is voor iedereen anders.
  • Doorsnijden van de onderste slokdarmspier via uw buik (Myotomie)


    Bij deze behandeling wordt uw onderste slokdarmspier chirurgisch doorgesneden. Dit gebeurt via een kijkoperatie in de buik (dit noemen we een laparoscopie). U krijgt deze behandeling soms aangeboden als:
    • de herhaalde pneumodilatatie niet goed heeft gewerkt
    • bij het type achalasie waarbij het onderste deel van de slokdarm ook krampen geeft.
  • Doorsnijden van de onderste slokdarmspier via uw mond - Perorale Endoscopische Myotomie (POEM)Ook bij deze behandeling wordt uw onderste slokdarmspier doorgesneden. Dit gebeurt via een onderzoek via de mond met een flexibele slang (dit noemen we een gastroscopie). De slang ‘graaft’ een tunnel langs de slokdarm om bij de onderste kringspier te komen. De spier wordt doorgesneden en de tunnel wordt weer gesloten. Dit onderzoek word voor dezelfde redenen verricht als e operatieve behandeling via de buik. Nadeel is dat het vaak klachten van opkomend zuur tot in de slokdarm kan geven.

Oprekking van de onderste kringspier (pneumodilatatie): dit is voor u nu de meest geschikte behandeling

Dit is ook de meest gebruikte behandeling voor Achalasie. Met dit onderzoek wordt de onderste kringspier van de slokdarm opgerekt. Hiervoor wordt een soepele slang via uw mond (gastroscopie) ingebracht. Met deze slang plaatsen we een ballonnetje onder in in uw slokdarm waar de onderste kringspier vernauwd is. De ballon wordt opgeblazen in de slokdarm. Dit zorgt ervoor dat de spier oprekt. Dit onderzoek krijgt u meestal vaker dan 1 keer. Dit komt omdat het ballonnetje steeds iets verder wordt opgeblazen.

Deze behandelingen heeft wel risico’s. Gelukkig gaat het bijna altijd goed, minder dan 4 van de 100 patiënten krijgt problemen.
De risico’s zijn:
  • een perforatie; dat is een scheur door de gehele wand van de slokjdarm.
  • een bloeding
Na volledige behandeling krijgt 1 van de 3 patiënten helaas na 4-6 jaar weer klachten. U kunt de behandeling dan nog een keer ondergaan of er wordt doorverwezen naar een chirurg.

Voorbereiding

Geef het van tevoren aan als u:
  • Allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen
  • Allergisch bent voor verdoving
  • Zwanger bent
  • Bloedverdunners gebruikt
Belangrijk! Voor het onderzoek moet u een dieet volgen:

2 dagen voor het onderzoek: Vloeibaar dieet. Omdat de slokdarm leeg moet zijn vooraf aan het onderzoek.
Eet alleen vloeibaar zoals; pap, soep zonder ballen, vla, water etc.
1 dag voor het onderzoek: Helder vloeibaar dieet.
Thee, koffie, limonade, water en alles waar je doorheen kunt kijken.
Als het onderzoek in de ochtend plaatsvindt, voor 13.00 uur:
Dan mag u de ochtend van het onderzoek vanaf 06.00 uur niets meer drinken.
Als het onderzoek in de middag plaatsvindt, na 13.00 uur:
Dan mag u tot 11.00 uur nog wat water drinken, daarna mag u niets meer drinken.

Medicijnen

U kunt uw medicijnen gewoon blijven innemen, behalve als iets anders is afgesproken. Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol.
Gebruikt u andere medicijnen dan toen u een afspraak had in het ziekenhuis? Geef dit voor uw onderzoek aan ons door.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen?

Tijdens het onderzoek kunnen scheurtjes in de slokdarm ontstaan. U moet daarom voor het onderzoek stoppen met sommige medicijn.
  • Gebruikt u antistollingsmiddelen die u via de trombosedienst krijgt?
    • zoals Marcoumar ( fenprocoumon)
    • en Sintrom (acenocoumarol)
    • of de nieuwe antistollingsmiddelen.
Dan hoort u wanneer u hiermee moet stoppen.
  • Gebruikt u 1 van de nieuwe antistollingsmiddelen, Dabigatran (PradaxaÒ), Rivaroxaban (XareltoÒ), Apixaban (EliquisÒ) en Edoxaban (LixianaÒ).
    Hier moet u 48 uur of 72 uur voor het onderzoek mee stoppen. U hoort dat van uw arts of van de verpleegkundig specialist. Het ligt aan het antistollingsmiddel en uw nierfunctie.
  • Andere middelen, zoals Ascal of acetylsalicylzuur hoeven meestal niet gestopt te worden.
    Behalve als de arts of verpleegkundig specialist dit vertelt.
Belangrijk: stop pas met deze medicijnen na overleg met de trombosedienst, uw MDL-arts of uw verpleegkundig specialist. Het kan ook nodig zijn om te stoppen met pijnstillers met antistollende werking. U hoort dit van uw MDL-arts.

De dag van het onderzoek

Voorbereidingen

  • U krijgt een lichte verdoving met slaapmiddel en pijnstilling, hiervoor wordt een infuusnaaldje in uw arm geplaatst. Dit gebeurt op de voorbereidingskamer.
  • U krijgt een drankje te drinken. Dit drankje zorgt ervoor dat uw maagsap niet gaat schuimen.
  • Als u een bril draagt, kunt u deze in de scopie kamer afzetten.
  • Heeft u een piercing in de tong of een kunstgebit? dan moet u deze ook uit doen.
  • U krijgt een 'bijtring' in de mond om uw gebit/kaak en de endoscoop te beschermen.
  • U ligt tijdens het onderzoek op uw linkerzijde op de onderzoekstafel.
  • U krijgt een knijpertje op een van uw vingers. Hiermee controleren we tijdens het onderzoek uw hartslag en ademhaling.
  • Voor en na het onderzoek wordt uw bloeddruk gemeten.

Het onderzoek

Wij begrijpen dat u misschien opziet tegen de behandeling. Het onderzoek gaat het beste als u probeert te ontspannen.
Het roesje met ook pijnstilling zorgt er voor dat u minder van en soms zelfs niets van het onderzoek zult merken. Het is echter geen narcose. De endoscopieverpleegkundige helpt u hierbij en geeft uitleg over het onderzoek. De MDL-arts brengt de endoscoop via de keelholte in uw slokdarm. De MDL-arts geeft u tips om de endoscoop te slikken en legt u uit wat er verder gaat gebeuren. Het inbrengen van de endoscoop kan een vervelend gevoel geven. Misschien moet u kokhalzen of krijgt u een benauwd gevoel. U kunt gewoon rustig blijven ademhalen. AIs de endoscoop op zijn plaats, dan geeft het bijna geen last meer. Uw ademhaling gaat tijdens het onderzoek gewoon door. Als u rustig zucht en ontspant gaat het onderzoek gemakkelijker. Tijdens het onderzoek wordt lucht via de endoscoop ingeblazen. U moet daar misschien van boeren. Tijdens het onderzoek wordt een ballonnetje aan het einde van de slokdarm opgeblazen, dit geeft soms een vervelend pijnlijk gevoel.

Duur van het onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Na het onderzoek

Nazorg

Na de ingreep gaat u terug naar de uitslaapkamer. U kunt misschien daarna meteen naar huis. Maar het kan ook zijn dat u 1 nacht moet blijven ter controle. Dit ligt aan hoe het onderzoek is gegaan.

U mag tot 1 uur na het onderzoek niet eten of drinken. Als u in dat uur geen klachten heeft, kunt u beginnen met water drinken. Als dat gedurende 1 uur geen klachten geeft kunt u heldere, vloeibare dranken zoals bouillon of thee gebruiken. Als dit goed en pijnloos gaat, mag u daarna dik vloeibaar eten, zoals vla of pudding. 24 uur na het onderzoek mag u weer normaal eten.

Lichte verdoving

U krijgt bij deze behandeling een verdoving of “roes”. Hierna bent u misschien wat suf. Na het onderzoek moet u ongeveer 1 uur uitslapen op de uitslaapkamer. Wij houden het graag rustig op deze kamer, dat betekent dat begeleiding niet bij u op de kamer mag zijn tijdens het uitslapen. Als u dezelfde dag naar huis mag, moet u samen met iemand naar huis reizen. Ook als u met de taxi gaat. Door de werkingsduur van het roesje mag u 24 uur niet zelf een auto of ingewikkelde apparaten besturen. U kunt helaas niet langer dan nodig op de uitslaapkamer blijven.

Heet u Diazepam (Valium) gekregen?

Dan moet u geen 24 uur met verminderd reactievermogen rekening houden maar met 72 uur ( = 3 dagen) verminderd reactievermogen. Neem de eerste 24 uur (of 72 uur) na het onderzoek geen grote of belangrijke beslissingen.

Problemen

Het kan dat uw keel na het onderzoek tijdelijk wat pijnlijk is, vooral als u moet hoesten. U kunt na het onderzoek een opgeblazen gevoel hebben. Dat komt door de lucht die tijdens het onderzoek in de maag is geblazen. Opboeren of winden laten helpt om het opgeblazen gevoel kwijt te raken.
Door de oprekking kan het onderaan uw slokdarm pijnlijk voelen na het onderzoek. Verder kunt u last krijgen van zuurbranden omdat het klepje tussen slokdarm en maag minder gaat samenknijpen.

De ernstigste problemen na dit onderzoek zijn een bloeding of een perforatie. Een bloeding merkt u doordat de poep zwart en dun wordt of als u bloed overgeeft. Bij een perforatie (gaatje) kunt u heftige pijn hoog in de buik krijgen of achter het borstbeen, pijn bij doorzuchten en koorts.

Wanneer bellen?

Neem contact op met Alrijne Ziekenhuis als u na de scopie last heeft van:
  • Pijn die erger wordt.
  • Koorts met koude rillingen.
  • Bloedverlies.
  • Zwarte poep.

Vragen

Deze folder is ondersteuning van de informatie die u tijdens uw afspraak in het ziekenhuis heeft gekregen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan uw huisarts, specialist of endoscopieverpleegkundige.

Hoe zijn wij te bereiken?

  • Doordeweeks tussen 08.30 en 12.00 uur - 13.30 en 15.30 uur belt u naar de polikliniek MDL: 071 582 8012
  • Heeft u opeens erge klachten en kunt u niet wachten? Bel dan tijdens onze lunchpauze (tussen 12.00 en 13.30 uur) naar de polikliniek MDL: 071 582 9812
  • Buiten kantooruren (tussen 15.30 en 08.00 of het weekend) belt u naar de Spoedeisende hulp: 071 582 8905