Afdelingen & Specialismen

De uroloog heeft met u gesproken over het doel van blaasspoelingen, de gevolgen en de risico’s ervan en over eventuele andere behandelingen. Om de blaasspoelingen goed te laten verlopen, is uw medewerking van belang. Volgt u daarom de raadgevingen van de uroloog op en leest u de informatie in deze folder goed door. Bijzondere omstandigheden kunnen voor wijzigingen zorgen. Deze zal de uroloog altijd met u bespreken.


Plaats

Deze behandeling vindt plaats op de onderstaande locaties van Alrijne Ziekenhuis.


  • Locatie Leiden: volg routenummer 24
  • Locatie Leiderdorp: volg routenummer 8
  • Locatie Alphen aan den Rijn: kijk voor het routenummer op de bewegwijzering in het ziekenhuis

Indicatie

De uroloog heeft bij u een of meer blaastumoren geconstateerd. Deze tumoren zijn kwaadaardig, maar blijven meestal beperkt tot het slijmvlies van de blaas en ze kunnen via de plasbuis worden verwijderd. Regelmatig komt het voor dat deze tumoren terugkomen. Alleen verwijderen van de tumoren is dan niet voldoende. Blaasspoelingen verkleinen de kans dat de tumoren terugkomen. Bij een blaasspoeling wordt er een oplossing met bepaalde geneesmiddelen ingebracht in uw blaas. Deze blaasspoelingen worden gegeven op de polikliniek Urologie.

Blaasspoelingen

Voor blaasspoelingen zijn verschillende geneesmiddelen beschikbaar. Uw uroloog bepaalt welk middel wij bij u gebruiken en welk schema voor de behandeling wordt gevolgd. Dit kan variëren van wekelijkse tot maandelijkse spoelingen. Ook is het afhankelijk van de aard van de tumor en het aantal keren dat u blaastumoren heeft gehad.

De meest gebruikte geneesmiddelen zijn:
  • Immunotherapie (BCG = Bacillus Calmette-Guérin)
    Bij immunotherapie wordt een BCG-spoeling in de blaas gebracht, die een lokale afweerreactie oproept tegen de tumorcellen.
  • Chemotherapie (Mitomycine en Epirubicine)
    Bij chemotherapie worden celremmende stoffen (cytostatica) gebruikt. Hierdoor kunnen de tumorcellen zich minder goed vermenigvuldigen of zich opnieuw vormen.

Voorbereiding

  • Wij adviseren u om vanaf 20.00 uur op de avond vóór de blaasspoeling tot 4 uur voor de blaasspoeling zo min mogelijk te drinken, en vanaf 4 uur voor de blaasspoeling helemaal niets meer (of weinig) te drinken. Dit is om te voorkomen dat u de spoeling te vroeg uit plast en te veel verdunt. Als de spoeling in de middag gepland staat, mag u in de ochtend wel drinken tot 4 uur van tevoren.
  • U mag gewoon ontbijten.
  • Als u plasmedicatie gebruikt, neemt u deze medicatie pas ná het uitplassen van de spoeling in. Weet u niet zeker of u dergelijke medicatie gebruikt, neem dan vooraf contact op met de poli Urologie.
  • Wij raden u aan om op de dag van de spoeling niet te veel activiteiten te plannen.
  • Als u de dagen voorafgaand aan de blaasspoeling denkt dat u een blaasontsteking heeft, is het belangrijk dat u belt met de polikliniek Urologie. Het is namelijk mogelijk dat de blaasspoeling dan niet door kan gaan. Het kan nodig zijn dat u naar de polikliniek komt om uw urine te laten nakijken. In overleg met de uroloog wordt dan besloten of de blaasspoeling kan doorgaan.

De behandeling

Voor iedere blaasspoeling vraagt de verpleegkundige u of u na de vorige keer last heeft gehad van bijwerkingen. Deze gegevens noteert zij in uw medisch dossier en zo nodig overlegt zij met de uroloog of u de spoeling mag krijgen.

De verpleegkundige brengt vervolgens een katheter (klein slangetje) in de blaas in via uw urinebuis. Dit kan een vervelend gevoel zijn. De katheter is aan de buitenkant voorzien van een glijmiddel, waardoor het inbrengen makkelijker gaat. De eventueel in uw blaas aanwezige urine wordt opgevangen.
Als u langer dan 2 dagen last heeft gehad van bijwerkingen, zoals veel vaker plassen of pijn bij het plassen, wordt uw urine met een urinestickje gecontroleerd op aanwezigheid van ontstekingscellen. Als deze aanwezig zijn, dan wordt de spoeling niet toegediend, omdat u met een blaasontsteking meer bijwerkingen zou kunnen krijgen. Uw urine wordt op kweek gezet. Zo nodig volgt hierop een antibioticabehandeling.

Is er geen ontsteking vastgesteld, dan wordt de spoeling via de katheter in de blaas gebracht. Daarna wordt de katheter verwijderd.

De eerste 2 uur na de behandeling

Het is de bedoeling dat u de spoeling 2 uur lang in uw blaas houdt zodat deze goed kan inwerken. Dit betekent dat u gedurende de eerste 2 uur na het inbrengen niet mag plassen. Daarom krijgt u het advies om zo min mogelijk te drinken (zie ook het hoofdstuk Voorbereiding).

Tijdens het inhouden van de spoeling is het de bedoeling dat u in beweging blijft, zodat de hele blaas met de vloeistof in contact komt. Na 2 uur mag u de spoeling uitplassen op het toilet (zie ook het hoofdstuk Na de behandeling, urine).

De eerste keer dat u de spoeling krijgt, blijft u in het ziekenhuis en plast u de spoeling op de polikliniek weer uit. Als dit goed gaat, kunt u de volgende keren naar huis zodra de spoeling is toegediend.

Bijwerkingen

Algemene bijwerkingen blaasspoelingen
Er zijn grote verschillen in hoe blaasspoelingen worden ervaren. Meestal zijn er geen of slechts milde bijwerkingen. Als u bijwerkingen heeft, zijn dit meestal klachten aan uw blaas, bijvoorbeeld:
  • vaak aandrang om te plassen;
  • moeite met het ophouden van de plas;
  • pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en plasbuis;
  • bloed of weefseldeeltjes in de plas.
Deze verschijnselen zijn vaak na 2 dagen over. Door veel te drinken zullen eventuele bijwerkingen sneller verdwijnen.

Als u volgens uzelf of volgens de uroloog te veel last heeft van bijwerkingen, dan wordt de behandeling gestopt of uitgesteld en zal de uroloog samen met u zoeken naar een andere behandeling.

Bijwerkingen immunotherapie (BCG)

Bijwerkingen van de immunotherapie kunnen zijn:
  • De dag van de spoeling en de dag erna kunt u wat griepachtige verschijnselen krijgen (verhoging tot 38,5 °C , spierpijn, zich niet lekker voelen). U kunt hiervoor het beste paracetamol innemen. Deze reacties betekenen dat er een afweerreactie op gang gekomen is. Dit neemt meestal binnen 24-48 uur weer af.
  • Een zeldzame bijwerking is een ontsteking van de lever, longen, prostaat of nieren.

Bijwerkingen chemotherapie

De celdodende middelen die in de blaas worden ingebracht, komen niet in het bloed terecht. Deze vorm van chemotherapie heeft dus in principe geen invloed op de rest van het lichaam.
Bijwerkingen van de chemotherapie kunnen zijn:
  • Bij 10-20 % van de patiënten komt blaasirritatie voor (vaak moeten plassen, gevoelig bij het plassen).
  • Bij spoeling met Mitomycine krijgt 10% van de patiënten huiduitslag.
In de meeste gevallen kunnen deze klachten met medicijnen worden behandeld.

Na de behandeling

Drinken

Drink na het uitplassen van de spoeling de eerste 48 uur ten minste 6-8 glazen koffie, thee, limonade of water om klachten te voorkomen. Door meer te drinken zal de irritatie van de blaas verminderen.

Koorts

Heeft u twee of meer dagen na het toedienen van de blaasspoeling koorts, boven de 38,5 °C? Neem dan contact op met de uroloog.

Urine

De urine moet gedurende 2 dagen na het krijgen van de spoeling als 'besmet’ worden beschouwd. Daarom gelden gedurende die periode de volgende voorschriften voor het gebruik en schoonhouden van het toilet en omgeving:
  • Na de blaasspoeling is het belangrijk dat u het toilet na gebruik 2 keer goed doorspoelt met de deksel dicht.
  • Was na toiletgebruik uw handen goed met zeep.
  • Ons advies is om gedurende 2 dagen na de blaasspoeling zittend op het toilet te plassen, om spatten in de buurt van het toilet te voorkomen.
  • Als u urine morst buiten het toilet, dient u de omgeving (toiletpot, vloer, muren etc.) goed te reinigen om andere mensen in uw omgeving niet in contact te laten komen met de vloeistof. Dit schoonmaken kunt u het best doen met een pH-neutrale zeep, zoals bijvoorbeeld groene zeep (denk hierbij aan de merken Driehoek, Tricel, Dylon en Sunlight).
  • Na een BCG spoeling dient u het toilet minimaal 1 keer per dag schoon te maken met chloor.
  • Na een chemospoeling dient u het toilet minimaal 1 keer per dag schoon te maken met een pH-neutrale zeep zoals groene zeep.

Huidcontact

Als na de blaasspoeling de huid in contact komt met de urine moet u:
  • in het geval van de BCG-spoeling de huid afspoelen met kraanwater en daarna desinfecteren met een alcoholoplossing.
  • in het geval van de chemospoelingen de huid afspoelen met kraanwater.

Kleding

Besmette kleding en ondergoed kunnen gewoon in de was.

Bescherming partner bij gemeenschap

Gemeenschap na de spoeling wordt op de dag zelf en de dag erna sterk afgeraden.
  • Bij de BCG spoeling moet u een week lang bij de gemeenschap een condoom gebruiken.
  • In geval van de chemospoelingen gebruikt u 2 dagen een condoom.

Controle

De behandeling met blaasspoelen voorkomt niet in alle gevallen dat er nieuwe blaastumoren worden gevormd. De uroloog zal de eerste jaren na uw operatie regelmatig uw blaas onderzoeken door middel van een blaasonderzoek (zie de folder Blaasonderzoek) om te zien of zich nieuwe tumoren hebben gevormd. Daarnaast wordt uw urine gecontroleerd op blaasontsteking en op blaastumorcellen.
Zo nodig laat de uroloog ook een echo of CT-scan van uw nieren en/of urinewegen maken. De afspraken voor deze onderzoeken maakt de polikliniekassistent met u.

Meer informatie

Algemene informatie over blaaskanker vindt u op de volgende websites:

Tot slot

Denkt u eraan bij ieder bezoek aan het ziekenhuis een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) en uw zorgverzekeringpas mee te nemen. Indien uw gegevens (verzekering, huisarts, etc.) zijn gewijzigd, kunt u dit laten aanpassen bij de Patiëntregistratie in de centrale hal van het ziekenhuis. Wij stellen het op prijs als u zich tijdig meldt voor de afspraak.

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek Urologie.

De polikliniek Urologie Alrijne Ziekenhuis Leiden is op werkdagen tussen 08.30 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 16.30 uur telefonisch te bereiken via nummer 071 517 8244.

De polikliniek Urologie in Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is op werkdagen tussen 08.30 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 16.30 uur telefonisch te bereiken via nummer 071 582 8060.

De polikliniek Urologie in Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn is op dagen dat wij spreekuur hebben tussen 08.30 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 16.30 uur telefonisch te bereiken via 0172 467 060.

Buiten deze uren en dagen wordt u automatisch doorverbonden met de locatie Leiderdorp of met het antwoordapparaat, waarop wordt verteld hoe u de uroloog bij spoedgevallen kunt bereiken.

De verpleegafdeling Urologie van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is te bereiken via 071 582 9019.