Afdelingen & Specialismen
U bent opgenomen op de afdeling Longziekten voor de behandeling van een klaplong, ook wel een pneumothorax genoemd. In deze folder vindt u informatie over het ziektebeeld, de behandeling en leefregels. De folder is bedoeld als aanvulling op de mondelinge informatie van de behandelend arts en verpleegkundige.
Wat is een pneumothorax of klaplong?
Om de longen zitten het long- en borstvlies (pleurabladen): een vlies op de long en een vlies tegen de binnenkant van de borstholte aan. Normaal glijden deze vliezen soepel over elkaar, want er zit een dun laagje vloeistof tussen. De long is een soort elastieke spons die op zijn plaats wordt gehouden door een negatieve druk (vacuüm). Bij een klaplong is er een open verbinding tussen de buitenlucht en deze vacuümholte: het vacuüm is opgeheven. Hierdoor klapt de long in elkaar en wordt de ruimte tussen het long- en borstvlies gevuld met lucht.
Klachten bij een klaplong
Een klaplong veroorzaakt meestal lichte tot hevige pijn en kortademigheid. De pijn kan gevoeld worden op de borst, in de rug of zelfs in de buik. Soms is de pijn vooral te voelen in de schouders of rond het sleutelbeen. Sommige patiënten krijgen last van een droge hoest.
De klachten bij een klaplong ontstaan meestal vrij plotseling. Bij een klaplong die langzaam ontstaat, zijn de klachten vaak minder hevig. Als een groot gedeelte van de long is ingeklapt, dan zijn de klachten van kortademigheid en pijn op de borst vaak erger. De pijn begint met steken, maar kan later ook continu aanwezig zijn.
De meeste klachten worden binnen een dag minder, zelfs als er niets aan de klaplong is gedaan.
Oorzaken
Een klaplong kan spontaan ontstaan of als complicatie na een medische ingreep, bijvoorbeeld een longpunctie.
- Een spontane klaplong ontstaat als er in een zwakke plek van het longvlies een 'lek' ontstaat, waardoor het vacuüm wegvalt en er lucht uit de luchtwegen in de borstholte (thoraxholte) kan komen. Meestal zit deze plek in het bovenste gedeelte van de long. Waardoor een spontane klaplong op een bepaald moment ontstaat, is niet bekend. Een spontane klaplong komt relatief vaak voor bij slanke mannen jonger dan 40 jaar en rokers.
- Een niet spontane klaplong komt voor bij een aantal longziekten, zoals longemfyseem, sarcoïdose, chronische bronchitis, bronchiaal astma, taaislijmziekte (cystic fibrosis) en tuberculose. Bij deze klaplong zijn vaak meer complicaties en de genezing duurt langer.
- Soms ontstaat een klaplong bij snelle drukveranderingen, zoals vliegen of duiken.
Behandeling
- Spontane genezing: Een kleine klaplong hoeft niet te worden behandeld en herstelt spontaan. Meestal zijn er weinig klachten. Na 24 tot 48 uur wordt beoordeeld of verdere behandeling nog nodig is.
- Thoraxdrain: Bij een grotere klaplong moet er wel behandeld worden. Er wordt een dunne slang (drain) in de ruimte tussen de twee vliezen gebracht zodat de lucht tussen de twee vliezen kan ontsnappen. De long ontplooit zich weer en doet weer mee met de ademhaling. Als de long na enkele dagen niet meer samenvalt (ook niet na het afsluiten van de drain) kan de drain worden verwijderd. Voor het plaatsen van een drain hoeft u niet nuchter te zijn. Gebruikt u een bloedverdunner? Meldt u dit dan aan de verpleegkundige en de arts.
- Kijkoperatie: Als u vaker last heeft van een klaplong of langdurige luchtlekkage, wordt in overleg met de longarts een kijkoperatie (thoracosopie of VATS) gedaan. Dit wordt gedaan in het LUMC.
Thoraxdrain
Bijwerkingen
Bij het inbrengen van een drain komen zelden complicaties voor. Er kan een bloeding ontstaan als een bloedvat in de borstwand wordt geraakt. Daarnaast kan de huid rondom de drain gaan ontsteken.Leefregels tijdens de opname
- U mag naar het toilet lopen en u mag zich wassen aan de wastafel. Wel moet u steeds het opvangsysteem met u meedragen.
- De verpleegkundige zal dagelijks de insteekopening bekijken en deze om de dag verzorgen of vaker wanneer dat nodig is.
- Het is belangrijk dat u bij de verpleegkundige of de arts meldt wanneer u pijn heeft of benauwd bent, zodat u pijnstilling of zuurstof kunt krijgen. Goede pijnstilling en zuurstoftherapie helpen bij de genezing.
- U mag zich niet optrekken aan de eventuele aanwezige ‘papegaai’ boven uw bed.
- U mag niet persen in verband met drukverhoging in de borstkas. U krijgt - als dat nodig is - een laxerend middel om de ontlasting soepel te maken, zodat u beter en makkelijker naar de toilet kunt.
- Probeer zo min mogelijk te hoesten en/of te niezen.
- Zolang u de drain heeft, kunt u niet goed bewegen. Toch is het belangrijk dat u zoveel mogelijk rechtop/half liggend in bed zit of op de stoel zit.
Fysiotherapie
Tijdens de opname zal de arts beoordelen of een fysiotherapeut bij u moet langskomen. Als een fysiotherapeut bij u langskomt, zal deze het volgende met u doornemen:- Een goede ademhaling om het herstellen van de long te stimuleren.
- Aandacht voor de ademhaling tijdens het bewegen en het doen van activiteiten.
- Hulp bij het ophoesten van slijm.
- Adviezen voor het bewegen onder andere in, uit en rondom bed.
Mogelijke complicaties
- Er kan lucht vlak onder de huid ontstaan, het zogenaamde huidemfyseem. Dit kan ontstaan als er veel druk op de wonddrain komt, bijvoorbeeld door hoesten of een verstopte drain. Gebruik de adviezen van de fysiotherapie om hoesten zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
- Er kan een spanningspneumothorax ontstaan. Bij een spanningspneumothorax ontstaat er een soort ventielwerking. De lucht tussen de twee vliezen kan er niet meer uit, alleen erin en wordt alleen maar meer. Hierdoor ontstaat een verhoogde druk (spanning) met een acute heftige benauwdheid, die direct behandeld moet worden.
Leefregels voor thuis
Het is belangrijk na de behandeling van de klaplong voldoende rust te nemen.- De eerste twee tot vier weken mag u niet fietsen en zelfstandig autorijden.
- De eerste drie maanden mag u niet vliegen.
- Duiken wordt afgeraden voor de rest van uw leven. Als u dit toch wilt gaan doen, adviseren wij u met de longarts te overleggen.
- Doe de eerste weken geen zware lichamelijke activiteiten, bijvoorbeeld sporten, stofzuigen en ramen zemen.
- Daarnaast mag u de eerste zes weken tot aan de eerste afspraak op de polikliniek niet:
- bukken zonder door de knieën te zakken en uit te blazen;
- bovenhands werken en reiken;
- meer dan twee kilo tillen;
- een blaasinstrument bespelen. Doe dit pas na toestemming van de longarts.
- een discotheek bezoeken, dit vanwege de zware bastonen. Doe dit pas na toestemming van de longarts.
- roken. Rookt u, dan adviseren wij u hiermee te stoppen.
- persen bij de stoelgang (neem zo nodig laxerende voedingsproducten of overleg met uw huisarts over medicatie).
- U kunt gewoon douchen. Zorg dat de hechtingen niet nat worden door ze af te plakken.
- Het is belangrijk dat u zich kunt ontspannen en durft door te ademen. Als dit niet lukt omdat u pijn heeft, overleg dan met uw huisarts over pijnmedicatie.
- Licht administratieve werk mag u doen in overleg met uw arts.
- Voor seksualiteit geldt geen belemmeringen. Pas wel op voor een te intensieve belasting.
Tot slot
Wat neemt u mee?- uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
- uw zorgverzekeringspas;
- uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.
Vragen
De polikliniek Longziekten van Alrijne Ziekenhuis is bereikbaar via telefoonnummer 071 582 8053 van maandag t/m vrijdag van 8.30 - 12.00 uur en van 13.30 - 15.30 uur.