Afdelingen & Specialismen

Binnenkort komt u naar het ziekenhuis voor een operatie aan de neusbijholten. Er bestaan verschil¬lende soorten operaties van de neusbijholten. In deze folder geven wij u meer informatie hierover.


De neusbijholten

De holle ruimten in het hoofd die zich boven en naast de neus bevinden en in directe verbinding staan met de neusholten, noemen we neusbijholten. De twee voorhoofdsholten (1), gelegen boven de ogen, en de twee kaakholten (4) die zich achter de wangen bevinden, zijn het meest bekend. Minder bekend maar zeker zo belangrijk zijn de holten in het zeefbeen (2). Deze zeefbeenholten bestaan uit een systeem van vele kleine holten en bevinden zich aan beide kanten tussen de neusholte en de oogkas. De kaakholten en de voorhoofdsholten staan via dit zeefbeen met de neus in verbinding. Als laatste holte kennen we nog de wiggebeensholte (3), ver achter/boven in de neus.


Tekening van de neusbijholten


Wanneer opereren?

Als een ontsteking aan de neusbijholten niet geneest ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen, dan spreekt men van een chronische ontsteking. Zo’n chronische ontsteking kan gepaard gaan met de vorming van neuspoliepen. Het kan gaan om de ontsteking van één bijholte, maar er kunnen ook meerdere bijholten tegelijk ontstoken zijn. Vooral bij een chronische ontsteking van de zeefbeenholten kunnen ook de kaakholten en zelfs de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken. De belangrijkste reden voor een operatie aan de neusbijholten is een zo’n chronische ontsteking.



Er zijn verschillende neusbijholteoperaties mogelijk. Uw arts bespreekt met u welke operatie bij u nodig is.



Een endoscopische operatie

Omhet operatiegebied goed te kunnen zien, kan de KNO-arts gebruik maken van een hulpmiddel, een endoscoop. Dit is een klein buisje met een uitgebreid stelsel van lenzen, waardoor nauwkeurig de inhoud van de neus bestudeerd kan worden. De endoscoop wordt via de neusopening in de neus gebracht. De arts kan met speciale instrumenten de ontstoken neusbijholten opereren. Er ontstaan dus geen uitwendige littekens.



Verdoving

De operatie kan plaastvinden met plaatselijke verdoving, of onder algehele anesthesie (narcose). In beide gevallen zult u geen pijn voelen tijdens de ingreep. Uw KNO-arts bespreekt met u wat in uw geval het beste is.



Informatie over opname

Uitgebreide informatie over uw opname in Alrijne Ziekenhuis leest u in de Opnamewijzer. Deze heeft u op de polikliniek KNO ontvangen.


Als u geen Opnamewijzer heeft gekregen, dan kunt u hiernaar vragen op de polikliniek.



Medicijngebruik

Het is belangrijk dat uw behandelend arts en de anesthesioloog weten welke medicijnen u gebruikt. Daarom is het handig om een actueel medicatieoverzicht mee te nemen. U kunt dit opvragen bij uw apotheek. Met de meeste medicijnen kunt u gewoon doorgaan, maar sommige middelen, zoals alle bloedverdunners, mag u vanaf enkele dagen voor de operatie niet gebruiken. De arts zal met u bespreken welke medicijnen u wel kunt blijven gebruiken en welke niet. Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek KNO.



Vooronderzoek

  • Voor operaties onder plaatselijke verdoving is meestal geen vooronderzoek nodig.
  • Als de neusbijholte-operatie onder narcose plaatsvindt, verwijst uw arts u naar de polikliniek Anesthesie voor pre-operatief onderzoek. Tijdens dit onderzoek krijgt u onder andere informatie over het nuchter zijn. Meer informatie leest u in de folder Preoperatief onderzoek.

Voorbereiding

  • U neemt thuis uw temperatuur op.
  • Als u onder plaatselijke verdoving geopereerd wordt, mag u een licht ontbijt gebruiken.
  • Vindt de operatie onder narcose plaats, dan moet u voorafgaand aan de operatie nuchter blijven. Dit betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Als uw maag bij het onder narcose brengen gevuld is, kunnen braakneigingen ontstaan. Dit kan vervelende complicaties veroorzaken.
    Vanaf middernacht (24.00 uur) voor de operatie mag u geen vast voedsel meer nemen, dus géén ontbijt. U mag wel blijven drinken tot 2 uur vóór de opname! Het drinken blijft beperkt tot 4 keuzemogelijkheden: water, heldere limonadesiroop, thee en koffie zonder melk. Dus: géén melkproducten, fruitsappen of koolzuurhoudende dranken en ook géén snoepgoed. Eventuele medicijnen mag u altijd met een klein slokje water innemen tot uiterlijk 1 uur vóór de operatie.

Opname

De opname vindt plaats op de dag van de operatie. U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling Dagverpleging. Neem uw identiteitsbewijs, zorgpas en een actueel medicatieoverzicht mee.
Neemt u eventueel een iPod als u onder plaatselijke verdoving wordt geopereerd.

Ongeveer een uur voor de operatie krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Deze medicijnen helpen u te ontspannen.

Bij grotere bijholte-operaties krijgt u soms een antibioticum om te voorkomen dat er door de operatie infecties en ontstekingen ontstaan.

De operatie

De operatie kan ’s ochtends of ’s middags plaatsvinden. U hoort van tevoren hoe laat de operatie ongeveer begint.

Plaatselijke verdoving

Wanneer de ingreep onder plaatselijke verdoving plaatsvindt, brengt de verpleegkundige u naar de behandelkamer KNO (locatie Leiderdorp) of naar de operatieafdeling (locatie Leiden, Alphen aan den Rijn).
Uw neus wordt eerst verdoofd.
Hiervoor doopt uw arts kleine wattenstokjes in verdovingspoeder en vervolgens plaatst hij/zij deze wattenstokjes in uw neus. Dit kan even een vervelend gevoel zijn.

U kunt een iPod of mp3-speler meenemen om naar muziek te luisteren tijdens de operatie.

Narcose

Als de operatie onder narcose plaatsvindt, brengt een verpleegkundige u naar de operatieafdeling. De voorbereidingsruimte, ook wel ‘holding’ genoemd, is de plek waar u wordt voorbereid op de operatie. U krijgt een infuus, uw identiteit wordt gecontroleerd, etc. Hier plaatst de KNO- arts dan de voorverdoving. Hiervoor doopt uw arts kleine wattenstokjes in verdovingspoeder en vervolgens plaatst hij/zij deze wattenstokjes in uw neus. Dit kan even een vervelend gevoel zijn.
Dan wordt u door een anesthesiemedewerker opgehaald en naar de operatiekamer gebracht. Daar wordt u onder narcose gebracht.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer, waar gespecialiseerde verpleegkundigen, onder verantwoordelijkheid van een anesthesioloog, u bewaken terwijl u bijkomt uit de narcose. Meestal blijft u hier ongeveer een uur. Als de anesthesioloog hiervoor toestemming geeft, mag u de uitslaapkamer verlaten en brengt een verpleegkundige u in bed terug naar de verpleegafdeling. Het is mogelijk dat u nog erg slaperig bent en pas na een aantal uren goed wakker wordt.

Duur van de operatie

De meeste operaties onder plaatselijke verdoving duren niet langer dan 30 minuten. De neus moet goed verdoofd zijn; dit duurt ook ongeveer 30 minuten. In totaal kunt u dus rekenen op ongeveer een uur.

Bij een operatie onder narcose duren de voorbereiding en de tijd op de uitslaapkamer samen ongeveer een uur. Daar komt dan nog de tijd van de operatie bij. Hoe lang de operatie duurt, hangt af van de soort operatie en de uitgebreidheid

Na de operatie

  • Het is mogelijk dat uw neus na de operatie wat gaat lekken. Om dit vocht op te vangen, heeft u een opgerold gaasje onder de neus. Dit gaasje wordt regelmatig verschoond.
  • De eerste dagen na de operatie kunt u een verstopt gevoel in de neus hebben. Vaak heeft u daarbij bloederige korstjes en taai slijm in de neus. U kunt hiervoor neusdruppels gebruiken.
  • Neusbijholteoperaties veroorzaken in het algemeen niet heel veel pijn. Zo nodig kunt u paracetamol innemen.
  • Soms heeft u na de operatie tampons in de neus en in de bijholten. Deze worden ingebracht om bloed op te nemen. Tampons kunnen aanleiding geven tot wat hoofdpijn en u kunt het gevoel hebben dat u moet niezen. De tampons worden meestal binnen 1 week uit de neus verwijderd. Dit gebeurt op de polikliniek KNO. De neus gaat soms een beetje bloeden als de tampons verwijderd worden. Dit stopt binnen enkele minuten vanzelf. Na het verwijderen van de tampons krijgt u een neusspray om vochtophoping in de slijmvliezen te voorkomen. En u begint met spoelen (zie aparte folder Nabehandelingsvoorschrift voor neus- en neusbijholteoperaties), zodat de neus goed open blijft.

Weer naar huis

U kunt in de loop van de middag weer naar huis. U kunt nog niet zelf deelnemen aan het verkeer. Zorg daarom dat iemand u komt ophalen of neem een taxi naar huis.

Herstel

De klachten waarvoor u bent geopereerd, zijn meestal niet direct na de operatie verdwenen. Vaak heeft u na de operatie nog een hele tijd het gevoel dat uw neus is verstopt, en heeft u last van een drukgevoel boven de ogen. Dit verdwijnt langzaam.

De neus produceert de eerste weken na de operatie vaak meer hoeveelheden vocht en slijm dan normaal.
Dit zijn allemaal normale reacties na deze operatie. U hoeft zich hierover niet ongerust te maken. Hoe groter en uitgebreider de operatie, hoe langer het herstel zal duren. Op de volgende pagina vindt u enkele adviezen die kunnen helpen bij een spoedig herstel.

Algemeen

Het is belangrijk dat u uw neus de eerste 24 uur na de operatie niet snuit. De neus 'ophalen’ mag wel. Ook is het beter de eerste dagen na een operatie niet te warm te douchen en te baden, en niet te warm te drinken.

Neus spoelen vanaf 48 uur na de operatie

Zeker de eerste 2 weken de neus 2 tot 3 keer per dag spoelen met 'zout water’. U kunt dit maken door een volle theelepel keukenzout op te lossen in een halve liter lauw water (lichaamstemperatuur). U hoeft dit water niet te koken, u mag het gewoon mengen uit de kraan. U kunt de neus spoelen door het water op te snuiven en uit te blazen door de neus of uit te spugen.
Let op: geen druk zetten op de neus!

Neusdruppels

Als u een verstopte neus heeft, kunt u enkele dagen neusdruppels (bijvoorbeeld Xylometazoline (Otrivin)) gebruiken. Deze neusdruppels kunt u zonder recept kopen bij de apotheek of drogist.

Neuszalf

Bij korstvorming in de neus kunt u de neus met neuszalf behandelen. Een recept voor deze zalf kunt u bij de polikliniek keel-, neus- en oorheelkunde (KNO) krijgen. Neem wat neuszalf op de pink en smeer dit aan de binnenzijde van de neusvleugel. Daarna de neus voorzichtig 'ophalen’.

Bloedneus

Als u een bloedneus heeft, kunt u het beste een of twee keer voorzichtig de neus snuiten. Raak niet in paniek, maar neem plaats in een zittende, licht voorovergebogen houding. U neemt wat ijsblokjes in de mond en houdt die tegen het verhemelte. In de meeste gevallen stopt de bloedneus op deze manier. Zo nodig kunt u nog neusdruppels (bijvoorbeeld Otrivin) in de neus druppelen, hierdoor worden de bloedvaatjes dichtgeknepen en stopt het bloeden.

Complicaties

Bij elke operatie bestaat er een kans op complicaties. Deze kans is bij deze operatie echter klein. Uw arts heeft hier met u over gesproken.
Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. Daarnaast bestaat er altijd het risico van een letsel aan omgevende structuren; in dit geval de oogkas, de traanbuis en het voorste schedeldak. In het laatste geval kan lekkage van hersenvloeistof optreden. Alarmsignalen zijn minder goed kunnen zien, heftige hoofdpijn ondanks pijnstilling, of een zwelling van het oog.

Wanneer neemt u contact op met een arts?

Als een bloedneus niet stopt of als u hoge koorts krijgt en/of kloppende pijn, of last hebt van een van de 'alarmsignalen’ die hierboven zijn genoemd, neemt u dan contact op met de polikliniek KNO.
Buiten de openingstijden van de polikliniek kunt u bellen met de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH), telefoonnummer 071 582 8905.

Controleafspraak

U komt binnen 1 week terug op de polikliniek KNO om de tampons te laten verwijderen. 2 weken nadat de tampons zijn verwijderd, komt u langs bij de KNO-arts om te beoordelen of de genezing goed verloopt. Een afspraak hiervoor krijgt u mee als u naar huis gaat.

Tot slot

Denkt u eraan bij ieder bezoek aan het ziekenhuis een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) en uw zorgverzekeringspas mee te nemen. Zijn uw gegevens (verzekering, huisarts etc.) gewijzigd, meldt u dat dan bij de Patiëntenregistratie in de hal op de begane grond van het ziekenhuis.
Wij stellen het op prijs als u zich tijdig meldt voor de afspraak.

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek.

De polikliniek KNO Alrijne Leiden heeft routenummer 17.
De polikliniek KNO Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp heeft routenummer 19.
De polikliniek KNO Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn heeft routenummer 44.

De polikliniek KNO van Alrijne Ziekenhuis (alle locaties) is van maandag tot en met vrijdag tussen
8.30 - 12.00 uur en van 13.30 - 15.30 uur telefonisch te bereiken via 071 582 8051.


De Spoedeisende Hulp (SEH) van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is bij een spoedeisende zorgvraag buiten kantoortijden telefonisch te bereiken via 071 582 8905.
Tijdens kantooruren staan de medewerkers van onze polikliniek u graag te woord.