Afdelingen & Specialismen

U heeft een steen in de nier. U krijgt een operatie om deze steen te verwijderen. Bij deze operatie prikt de uroloog via de rug in de nier.De uroloog heeft u uitgelegd hoe deze operatie gaat en wat de risico's en gevolgen zijn van deze operatie. Het is belangrijk dat u deze folder goed leest en de adviezen uit de folder goed opvolgt.


In het kort

  • Voor deze operatie wordt u in slaap gebracht (= narcose).

  • De operatie bestaat uit 2 delen:

    • via de plasbuis krijgt u een slangetje in de nier voor het spuiten van contrastvloeistof. Dit is nodig om de nier en de steen op röntgenfoto's te kunnen zien.

    • daarna prikt de uroloog via de rug in de nier. Via een hol buisje verwijdert hij/zij de steen.

  • De operatie duurt 60 - 120 minuten.
  • Na de operatie heeft u nog 1 - 2 dagen een blaaskatheter en een nierkatheter.
  • Na de operatie:
    • kunt u nog last hebben van: bloederige urine, reststeentjes (gruis) bij het plassen, branderig gevoel bij plassen.
    • ons advies: veel drinken. Als het nodig is pijnstillers gebruiken.
  • Weer thuis: problemen na de operatie? Lees de informatie in deze folder en bel als dat nodig is de polikliniek/afdeling Urologie.

Waar vindt de operatie plaats?

Deze operatie vindt plaats in Alrijne in Leiderdorp.

Verwijderen van een steen uit de nier via de rug

Percutane Nefrolitholapaxie (PNL)



Percutaan = door de huid.
Nefro = nier.
Litholapaxie = de methode die gebruikt wordt om stenen te verwijderen.

Deze operatie wordt gedaan
  • als de steen niet van binnenuit (bijvoorbeeld via de blaas) verwijderd kan worden.
  • Of als het niet lukt hem te vergruizen met de niersteenvergruizer.
  • Of als de steen te groot of te hard is.
Bij deze operatie wordt via de rug in de nier geprikt. Hiervoor gebruikt de uroloog een speciale naald. Daarna schuift de uroloog een hol buisje van ongeveer 1 centimeter breed in de nier.
Via dit buisje kan de uroloog de steen verwijderen.
Er ontstaat een klein litteken (zo groot als het holle buisje).

Soms wordt ook een kijkoperatie via de plasbuis (= ureterorenoscopie) gedaan. Hierover leest u meer in deze folder.

Voorbereiding op de opname

Het Opnamebureau regelt alles rondom de operatie.
  • U krijgt een brief mee om bloed te prikken.
  • Ook krijgt u een brief van de arts die de verdoving regelt (= anesthesioloog). Hierin staat hoe u de vragenlijst voor de operatie kunt invullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in patiëntenportaal MijnAlrijne.
Preoperatief spreekuur (POS)
Na het bloedprikken en na het invullen van de vragenlijst krijgt u een afspraak voor het spreekuur bij de anesthesioloog (= preoperatief spreekuur, POS).
De anesthesioloog heeft veel informatie van u nodig.
Hij/zij bespreekt onder andere met u
  • welke soort verdoving u krijgt;
  • wat de voor- en nadelen van deze verdoving zijn;
  • dat u niet mag eten en drinken voor de operatie (= nuchter blijven);
  • of u moet stoppen met uw medicijnen, zoals bloedverdunners;
  • of u pijn heeft na de operatie en wat daar tegen te doen is.
Verpleegkundig spreekuur
Ook krijgt u een afspraak voor het verpleegkundig spreekuur. De verpleegkundige vertelt u over de opname. En hij/zij bespreekt de vragenlijst met u die u thuis heeft ingevuld.

Bloedverdunners

Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, moet u hiermee voor de operatie stoppen. De anesthesioloog overlegt hierover met de arts die u deze medicijnen heeft gegeven. U hoort dan wanneer u met de bloedverdunners moet stoppen. Bloed verdunnende medicijnen kunnen ervoor zorgen dat u meer bloedt tijdens de operatie.

Operatiedatum

U krijgt een brief met de operatiedatum. Een werkdag voor uw operatie belt u het telefoonnummer dat in de brief staat. Dan hoort u hoe laat u in het ziekenhuis moet zijn en op welke afdeling.

U wordt ongeveer 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Hoe snel u weer naar huis mag, hangt af van hoe de operatie gaat en hoe u herstelt.

Wat neemt u mee als u wordt opgenomen

  • uw geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, paspoort of rijbewijs);
  • de medicijnen die u gebruikt, ook homeopathische, in de originele verpakking en uw actuele medicatieoverzicht (dit kunt u opvragen bij uw apotheek);
  • dieetvoorschriften of voedingsvoorschriften (meld het ook als u in verband met uw geloof of levensovertuiging bepaalde voedingsmiddelen niet mag gebruiken);
  • nachtkleding;
  • ondergoed;
  • kamerjas of badjas en pantoffels;
  • toiletartikelen;
  • dagelijkse kleding (als u voor langere tijd wordt opgenomen);
  • als u lenzen draagt kunt u een bril meenemen voor het geval u uw lenzen tijdelijk niet kunt dragen.
Verder kan het prettig zijn om bij u te hebben:
  • boeken, tijdschriften;
  • mobiele telefoon en oplader;
  • puzzelboekjes, spelcomputer, mp3-speler of ander tijdverdrijf;
  • zo nodig een leesbril.


De operatie

De operatie vindt plaats onder narcose (= algehele verdoving).

Meestal bestaat de operatie uit 2 delen.
  • Tijdens het eerste deel van de operatie ligt u op de rug. U benen liggen in beensteunen. De uroloog schuift een holle buis in de plasbuis tot in de blaas. Via deze buis kan de uroloog verschillende instrumenten inbrengen om de plasbuis en de blaas te bekijken.
    Daarna schuift de uroloog een dun slangetje in de urineleider tot in de nier. Dit slangetje (ureterkatheter) ligt dan in de nier en komt via de plasbuis naar buiten.
    Dan worden de instrumenten uit de blaas gehaald.
    De ureterkatheter wordt vastgemaakt aan "gewone" katheter (slangetje tot in de blaas). Via de ureterkatheter kan er contrastvloeistof in de nier worden gespoten. Zo zijn de nier en ook de steen te zien op röntgenfoto’s.
  • Voor het tweede deel van de operatie kan het zijndat we u op uw buik draaien. Of dit nodig is, hangt onder andere af van waar de steen zit.
    Met behulp van echo of röntgenstralen is de nier te zien op een beeldscherm. Daarna prikt de uroloog in de nier met een dunne naald (= punctie). Er wordt dan een hol buisje in de nier geschoven. De niersteen wordt met een speciaal instrument verwijderd.
    Als de steen te groot is voor het buisje, wordt de hij eerst kleiner gemaakt. Dit gebeurt meestal met trillingen of met de laser. Daarna wordt de stukjes steen weggehaald.
    Soms lukt het niet om alle stenen te verwijderen. Kleine resten steen plast u vanzelf uit. Grotere resten steen kunnen op een later tijdstip vergruisd worden.
Soms is nog een tweede operatie nodig.

De urine is na de operatie vaak bloederig. Daarom wordt na het weghalen van de steen de holle buis vervangen door een nierkatheter (nefrostomiekatheter) in de nier. Via dit slangetje gaat de urine naar buiten.

Duur van de operatie

Hoe lang de operatie duurt, hangt onder andere af van hoe groot de steen is. Meestal duurt de operatie 60 – 120 minuten.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als het goed gaat met u, gaat u terug naar de afdeling.

Na de operatie heeft u:
  • een infuus in de arm. Hierdoor krijgt u vocht;
  • een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de blaas die de urine laat afvloeien;
  • een nierkatheter.
Een dag na de operatie wordt de blaaskatheter verwijderd.
De nierkatheter wordt dan meestal dichtgezet. U kunt last hebben van pijn aan de geopereerde kant waar de nier zit.
De nierkatheter kan verwijderd worden als u geen pijn krijgt als we hem dichtzetten. Dit is meestal op de 1e of 2e dag na de operatie.
Het gaatje waar de nierkatheter heeft gezeten gaat binnen 1 tot 2 dagen vanzelf dicht. Soms kan er uit het gaatje nog wel wat urine lekken. Dit stopt vanzelf.

Naar huis

  • Gebruikte u voor uw opname bloed verdunnende medicijnen? Dan hoort u als u weer naar huis gaat wanneer u hiermee weer kunt starten.
  • U krijgt een afspraak mee voor een controle op de polikliniek. Soms krijgt u ook een afspraak voor een echo of een röntgenonderzoek. Deze wordt afgesproken voor de controle afspraak.
  • Na de operatie wordt vaak een stukje van de niersteen opgestuurd voor onderzoek. De uitslag krijgt u bij de controle afspraak.

Adviezen voor thuis

Urine

  • Na de operatie kan de urine nog een aantal weken een beetje bloederig zijn.
  • Ook kunt u nog wat reststeentjes (gruis) uitplassen. Dit kan pijn doen.
  • In de eerste week kunt u een branderig gevoel hebben bij het plassen.
Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Als het nodig is, kunt u een pijnstiller nemen.

Pijn

Na de operatie kunt u pijn hebben in het gebied van de nier. wij hebben met u afgesproken welke pijnstillers u kunt innemen. Meestal is dit paracetamol (tot maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg).

Drinken

Om de blaas te spoelen, kunt u het beste veel drinken. Probeer tenminste anderhalve liter per 24 uur te drinken. Drink bijvoorbeeld elk uur een glas water. Na het avondeten kunt u beter minder drinken, omdat u anders ’s nachts veel moet plassen.

Koorts

Na een operatie kunt u wat koorts hebben, tot 38,5 ºC.
Is de koorts meer dan 38,5 ºC? Bel dan de polikliniek Urologie of de verpleegafdeling.

Inspanning/lichamelijk werk/sport

  • De eerste 2 weken na uw operatie mag u niet te veel lichamelijk werk te doen, dus ook dus ook geen zwaar huishoudelijk werk (zoals stofzuigen, ramen zemen).
  • Ook mag u niet sporten.
  • Wij raden u aan tot de controle-afspraak geen zware voorwerpen (meer dan 10 kilogram) te tillen.
  • De eerste weken na de operatie bent u eerder moe dan voor de operatie. Dit is normaal. Houd hier rekening mee. Na een aantal weken wordt de vermoeidheid vanzelf minder.

Nefrostomiekatheter

Gaat u met een nefrostomiekatheter naar huis, dan krijgt u uitleg hoe u deze moet verzorgen. Zie ook de Alrijne-folder Inbrengen van een nefrostomiekatheter.

Risico’s en complicaties

Meestal is het verwijderen van een niersteen op deze manier een veilige methode.
Heel soms zijn er complicaties:
  • Soms lukt het niet om op de juiste manier in de nier te prikken om bij de steen te komen.
  • Als bij het prikken in de nier de bloedvaten niet goed te zien zijn, dan kan een bloedvat worden geraakt. Meestal kan dit geen kwaad. Als er een groot vat wordt aangeprikt, kunnen heel soms bloedtransfusies nodig zijn.
  • Bij het prikken in de nier komt het heel soms voor dat andere weefsels geraakt worden. Er kan bijvoorbeeld een bloeding ontstaan. Ook kan een darmlis of long geraakt worden. Dan kan een gewone operatie nodig zijn om de niersteen te verwijderen.
  • In nierstenen zitten bacteriën. Deze kunnen er tijdens de operatie uitkomen. U krijgt dan koorts en een urinewegontsteking. Om dit te voorkomen krijgt u tijdens de operatie antibiotica.
  • Kleine deeltjes van de steen kunnen in de urineleider terecht komen. U kunt dan koliekachtige pijn krijgen. Meestal plast u deze rest-stenen gewoon uit. Maar soms moeten ze via een operatie verwijderd worden.

Contact opnemen met het ziekenhuis

Bel met het ziekenhuis als u last heeft van de volgende klachten:

  • als u meerdere dagen bloed in de urine blijft houden, als dit niet minder wordt en als de urine donkerrood is;
  • als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers;
  • als u helemaal niet meer kunt plassen;
  • als u koorts heeft boven de 38,5 ºC;
  • als er na 3 dagen nog steeds urine lekt vanuit het gaatje van de nierkatheter.
Is de operatie langer dan 1 week geleden, neem dan contact op met de huisarts.

Op werkdagen kunt u tussen 08.30 - 12.00 uur en 13.30 - 15.30 uur uur bellen met de polikliniek Urologie: telefoonnummer 071 582 8060 (alle locaties)

In de avond en tijdens het weekend kunt u contact opnemen met verpleegafdeling B2 – Urologie: telefoonnummer 071 582 9019.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.

Opleidingsziekenhuis
Alrijne ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Het is mogelijk dat een gesprek, onderzoek of behandeling (gedeeltelijk) wordt gedaan door een uroloog in opleiding, een basisarts of een arts in opleiding.

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek Urologie.

De polikliniek Urologie (alle locaties) is op werkdagen tussen 08.30 - 12.00 uur en tussen 13.30 - 15.30 uur te bereiken via telefoonnummer 071 582 8060.

Buiten deze uren en dagen wordt u automatisch doorverbonden met het antwoordapparaat. Dan hoort u hoe u de uroloog bij spoedgevallen kunt bereiken.

De verpleegafdeling Urologie van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is te bereiken via 071 582 9019.