Afdelingen & Specialismen

De neuroloog heeft bij u een carpale tunnel syndroom (CTS) vastgesteld. Dit houdt in dat uw klachten verklaard kunnen worden door een beklemming van een zenuw (de nervus medianus) ter hoogte van de pols. U is een operatie geadviseerd. In deze folder vindt u meer informatie. De operatie vindt poliklinisch plaats en wordt uitgevoerd door een van de plastisch chirurgen van het Hand- en polscentrum van Alrijne Ziekenhuis. De plastisch chirurg die u opereert, is dus niet dezelfde arts als degene die u eerder heeft gesproken op de polikliniek.


Doel van de operatie

De medianus zenuw (1 = nervus medianus) loopt samen met buigpezen van de vingers (plaatje: 4) door een kanaal ('de carpale tunnel') dat wordt gevormd door de handwortelbotjes (plaatje: 3) en dat is afgedekt door een peesblad (plaatje: 2 = ligamentum carpi transversum). De operatie heeft tot doel om de beknelling van de zenuw op te heffen. Dit gebeurt door het ligamentum carpi transversum, dat strak over de zenuw heen ligt, door te nemen. Hierdoor wordt de tunnel ruimer en is de beknelling van de zenuw opgeheven.



anatomie pols met doorsnede



Datum en tijd

U wordt geopereerd in:



  • Alrijne Ziekenhuis Leiden
  • Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp
  • Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn

De operatie staat gepland op …………………dag, …… …… - ………… - 20……… om ……………. uur.



Melden

  • Alrijne Ziekenhuis Leiden:
    De zelfstandige behandelkamer vindt u op route 74.
  • Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp:
    De zelfstandige behandelkamer vindt u op route 89.
  • Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn:
    De zelfstandige behandelkamer vindt u op route 42.

Voorbereidingen

  • Het is van belang dat u het gebied waar de ingreep zal plaatsvinden, thuis goed wast.
  • In verband met mogelijke zwelling na de ingreep mag u geen sieraden, ringen en dergelijke dragen.
  • Na de ingreep wordt uw hand verbonden. Het is verstandig om makkelijke kleding te dragen, bijvoorbeeld kleding met wijde mouwen die ruimte laat voor het verband.
  • Als u medicijnen gebruikt of ergens overgevoelig voor bent (bijvoorbeeld bruine pleisters, jodium) is het belangrijk dit aan de chirurg of doktersassistente te melden.
  • Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit melden.
    • Wanneer u via de Trombosedienst bloedverdunners (marcoumar, fenprocoumon, acenocoumarol) heeft gekregen, stuurt de polikliniek Plastische Chirurgie een wijzigingsformulier naar de trombosedienst. U krijgt voor de operatie van de Trombosedienst instructies over het gebruik van uw medicijnen. Daarnaast moet u 1 uur voor de ingreep bloed laten prikken in het laboratorium. Het laboratoriumformulier (loopbrief) krijgt u toegestuurd. Op de dag van operatie moet een 'normale' stolling zijn bereikt (INR 1,5 - 2,0).
    • Aspirine, ascal, acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, diclofenac, voltaren, ibuprofen, advil hoeven niet vooraf gestaakt te worden ondanks de licht bloedverdunnende werking.
    • De volgende middelen moeten tenminste 5 dagen voor de operatie worden gestaakt: persantin, dipyridamol, plavix, clopidogrel. NB: clopidogrel mag alleen worden gestopt als de eventuele TIA/CVA meer dan 3 maanden geleden plaatsvond.
    • De volgende middelen (NOAC/DOAC) moeten 48 uur voor de operatie zijn gestaakt: dabigatran, rivaroxaban, apixaban, edoxaban.
      N.B. De bovenstaande lijst kan onvolledig zijn door wisselende merknamen etc. Als u een ander bloedverdunnend medicijn gebruikt, of denkt te gebruiken, neemt u dan contact op met de polikliniek Plastische Chirurgie of met uw apotheek.
De plastisch chirurg blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het antistollingsbeleid rondom de operatie.

De operatie

De operatie wordt onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Tijdens de operatie maakt de plastisch chirurg een kleine snede in de hand en snijdt de band door die het ‘dak’ van de carpale tunnel vormt. Zo krijgt de beknelde zenuw weer ruimte.
De wond wordt gesloten met hechtingen en er wordt er een drukverband aangelegd.

Mocht u na het uitwerken van de verdoving pijn krijgen dan kunt u gerust een pijnstiller (paracetamol, max. 4 x 2 tabletten à 500 mg) innemen, meestal is dit voldoende om de pijn te bestrijden.
Let op: na de operatie kunt u niet zelf autorijden.

Nabehandeling

Het drukverband mag u 2 dagen na de operatie verwijderen. Het kan voorkomen dat de wond weer gaat bloeden. In dat geval de wond 10 minuten stevig aandrukken met een gaasje of washand.
U mag na het verwijderen van het verband ook starten met douchen en/of spoelen van de wond. In bad, zwemmen of naar de sauna mag echter nog niet tot de hechtingen zijn verwijderd. Indien nodig kunt u de wond beschermen met een pleister.

Verwijderen van de hechtingen

De hechtingen worden 10-14 dagen na de ingreep verwijderd door de assistentes van de polikliniek Plastische Chirurgie. Nadat de hechtingen zijn verwijderd kunt u starten met het masseren van het litteken. Met een vette crème maakt u draaiende bewegingen op het litteken. Zo voorkomt u dat het litteken hard of overgevoelig wordt.
Tevens is het belangrijk dat u de eerste 4-6 weken na de operatie uw hand niet te zwaar belast. Vermijd kracht zetten, zwaar tillen en wringende bewegingen.
Het kan zijn dat u in de eerste fase na de operatie nog pijnklachten en/of tintelingen in de hand ervaart. Ook kan het litteken nog gevoelig blijven en het wat langer duren voordat u de kracht in uw hand weer normaal is.
Wanneer u tijdens de herstelperiode last krijgt van abnormale pijn, zwelling of koorts moet u contact opnemen met onze polikliniek Plastische Chirurgie, telefoonnummer 071 582 8061.

Wat te doen in geval van ziekte of verhindering

Kunt u door ziekte of om andere redenen uw afspraak niet nakomen, neem dan zo snel mogelijk contact op met polikliniek Plastische Chirurgie. U kunt dit telefonisch doorgeven. U kunt dan een nieuwe afspraak maken en in uw plaats kan een andere patiënt worden geholpen. Neem wel altijd uiterlijk 24 uur van tevoren contact op. Belt u later af, dan zijn wij genoodzaakt de tijd die voor u gereserveerd is in rekening te brengen. U ontvangt hiervoor een nota van het ziekenhuis.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw zorgverzekeringspas;
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie. De medewerkers van de polikliniek kunnen veel vragen beantwoorden. Zo nodig leggen zij uw vraag voor aan de plastisch chirurg. U wordt dan teruggebeld.
Mist u informatie dan horen wij dat graag.

Bereikbaarheid polikliniek Plastische Chirurgie

De polikliniek Plastische Chirurgie is van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 12.00 uur en 13.30 - 15.30 uur te bereiken via telefoonnummer 071 582 8061 (alle locaties).

De polikliniek Plastische Chirurgie Leiden heeft routenummer 15
De polikliniek Plastische Chirurgie Leiderdorp heeft routenummer 141
De polikliniek Plastische Chirurgie locatie Alphen aan den Rijn heeft routenummer 38


De Spoedeisende Hulp (SEH) van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is bij een spoedeisende zorgvraag buiten kantoortijden telefonisch te bereiken via 071 582 8905.
Tijdens kantooruren staan de medewerkers van onze polikliniek u graag te woord.