Afdelingen & Specialismen

In verband met regelmatig terugkerende infecties of een flinke vergroting van de keel- en neusamandelen, heeft u met de KNO-arts afgesproken dat de keel- en neusamandelen bij uw kind worden verwijderd. Het verwijderen van deze amandelen voorkomt dat er opnieuw infecties ontstaan en het verbetert het ademen en het slikken. Het weghalen van de keel-/neusamandelen heeft geen negatieve invloed op de ontwikkeling van het afweermechanisme van uw kind.

Wat zijn amandelen

De neusamandel en de twee keelamandelen vormen samen een onderdeel van een systeem om infecties in het lichaam te bestrijden. Met de lucht en met het voedsel komen allerlei bacteriën en virussen het lichaam binnen. In de neus- en de keelholte zijn daarom een soort ‘schildwachten’ aanwezig: de amandelen. Deze vangen de ziekteverwekkers op en maken ze onschadelijk. Amandelen hebben dus een nuttige functie.



Waarom amandelen verwijderen

Bij een hevige infectie worden de ziekteverwekkers niet goed genoeg vernietigd. Ze hopen zich dan op in de amandelen. De amandelen raken hierdoor chronisch ontstoken en zijn opgezwollen. Een chronische ontsteking van de neus- en keelamandelen veroorzaakt voortdurende of telkens terugkerende keelpijn en koorts. Daarnaast kunnen keel- en neusamandelen erg vergroot zijn en de luchtweg tijdens het slapen belemmeren waardoor ademstops (apneu's) ontstaan. Wanneer de keel- en neusamandelen meer kwaad dan goed doen, stelt de KNO-arts voor ze te verwijderen.



Opname

Het verwijderen van de keel- en neusamandelen gebeurt meestal in dagbehandeling. Dit betekent dat uw kind wel in het ziekenhuis wordt opgenomen, maar ’s nachts niet hoeft te blijven. Is het nodig dat uw kind een nachtje blijft, dan zal de KNO arts dit u van te voren vertellen.



Voorbereiding op de ingreep

  • Koop alvast paracetamol: zetpillen of tabletten voor na de operatie.
  • Geef uw kind vanaf vijf dagen voor de operatie geen pijnstillers meer die een bloedverdunnende werking hebben, zoals Aspirine, APC, acetylsalicylzuur.
    Als uw kind pijn heeft, kunt u het wel een tablet of zetpil paracetamol geven.

Het is belangrijk dat u uw kind zelf al vertelt wat er gaat gebeuren. Enkele tips:

  • Begin op tijd met vertellen. Uw kind kan dan aan het idee wennen en u kunt het nog eens herhalen.
  • Wees eerlijk tegen uw kind. Vertel bijvoorbeeld niet dat het geen pijn zal hebben.
  • Vertel uw kind dat het best verdrietig mag zijn en dat het mag huilen.
  • Ga ook eens in de bibliotheek kijken. Er zijn verschillende boeken die over het ziekenhuis gaan.

Neem contact op met de polikliniek KNO als:

  • Uw kind 3 weken voor de opname in contact is geweest met een kinderziekte.
  • Uw kind meer dan 38º C koorts heeft.
  • Uw kind 2 dagen voor de ingreep een DKTP-vaccinatie heeft gehad.
  • Uw kind 14 dagen voor de ingreep een BMR-vaccinatie heeft gehad.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • extra nachtgoed en extra ondergoed;
  • pyjama;
  • sloffen;
  • knuffelbeest, speeltje of doekje, waaraan het kind gehecht is;
  • een geldig identiteitsbewijs van uw kind;
  • de zorgpas van uw kind.
Om ervoor te zorgen dat het rustig blijft op de afdeling, verzoeken wij u geen andere kinderen mee te nemen.

Vooronderzoek

De amandelen worden verwijderd onder algehele anesthesie (ook wel narcose genoemd). Enige tijd voor de operatie bezoekt u met uw kind de anesthesioloog op het preoperatieve spreekuur (POS). Hier wordt de manier van onder narcose brengen met u besproken. Daarnaast geeft de anesthesioloog uitleg over de pijnmedicatie voor en na de operatie. Verder krijgt u uitleg over het ‘nuchter zijn’ beleid.
Heeft uw kind een los tandje? Meld dit dan aan de anesthesioloog Dit is belangrijk voor hem/haar om te weten.

Voorbereiding

Het is belangrijk dat uw kind nuchter is vóórdat het onder narcose gaat. Kinderen met een gevulde maag kunnen gaan braken als zij narcose krijgen. Dit kan ernstige complicaties geven. Er kan bijvoorbeeld bij het onder narcose brengen maaginhoud in de longen terechtkomen.
Vanaf middernacht (24.00 uur) voor de operatie mag uw kind geen vast voedsel meer eten. Het mag dus ook niet ontbijten. Uw kind mag wel blijven drinken tot 2 uur vóór de opname! Het mag dan alleen nog water, limonade van heldere limonadesiroop, of thee en koffie zonder melk drinken. Dus: géén melkproducten, fruitsappen of koolzuurhoudende frisdranken en het mag ook géén snoep eten. Eventuele medicijnen mag uw kind altijd met een klein slokje water innemen tot uiterlijk 1 uur vóór de operatie.

Voorbereiding van de ouders

Ouders mogen de hele dag op de afdeling blijven.
Moet uw kind nuchter zijn, dan raden we u als ouders aan toch gewoon te ontbijten. Het heeft geen zin om uit solidariteit met uw kind ook nuchter te blijven. Zorg dat uw maag gevuld is. Op die manier kunt u beter tegen eventuele spanningen bij uw kind en uzelf.

Opname

Op de dag van de operatie meldt u zich in Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp bij verpleegafdeling C5.

Op de verpleegafdeling

Op de verpleegafdeling legt een verpleegkundige u de verdere gang van zaken uit. Daar kunt u uw kind een pyjama aantrekken en het koffertje uitpakken.
Uw kind wordt gewogen en de temperatuur wordt opgenomen. De verpleegkundige vult samen met u het opnameformulier in.
Als voorbereiding op de ingreep krijgt uw kind paracetamol (ter behandeling van de pijn na de ingreep). Eén van de ouders mag vervolgens mee naar de speelkamer. Hier kan uw kind met andere kinderen spelen.
De verpleegkundigen geven informatie over de gang van zaken rond de ingreep. Eén van de ouders mag mee naar de operatiekamer en bij het kind blijven totdat het in narcose is.

De ingreep

De ingreep vindt plaats op de operatiekamer.
Een verpleegkundige haalt uw kind en u op. Op de operatiekamer zijn vrij veel medewerkers in blauwe pakken aanwezig.

Uw kind wordt in de operatiekamer op de operatietafel gelegd. U mag ernaast staan en het vasthouden. De anesthesioloog brengt uw kind in narcose. Uw kind krijgt hiervoor een kapje over zijn/haar neus en mond. Het narcosegas ruikt een beetje naar aceton of viltstiften. Sommige kinderen vinden het narcosegas naar ruiken, maar het doet geen pijn en het kind wordt er niet benauwd van.
Vlak voordat uw kind geheel in narcose gebracht is, kan het zich even onrustig bewegen. Ook blijven de ogen, ondanks de narcose, soms geopend. Dit zijn normale reacties op het narcosemiddel.
Sommige kinderen worden niet met een kapje onder narcose gebracht. Bij die kinderen gebeurt dit met een prikje (infuus) in de hand. Uw kind heeft dan van tevoren een pleister op de hand gekregen. In de pleister zit verdovingszalf, zodat het prikje geen pijn doet.

Zodra uw kind in narcose is, gaat u terug naar de wachtkamer. Als uw kind slaapt, krijgt het voor de veiligheid een infuus.
De KNO-arts verwijdert daarna de amandelen.

Afwijkende gang van zaken

Bij grotere kinderen of als er bijzondere omstandigheden zijn, wijkt de gang van zaken soms af van wat hierboven beschreven staat. De arts heeft dit van tevoren met u besproken.

Na de ingreep gaat uw kind naar de uitslaapkamer en blijft daar onder toezicht van een verkoeververpleegkundige. Zodra uw kind wakker is, mag u op de uitslaapkamer naar hem/haar toe. Vrij snel daarna gaan uw kind en u terug naar de verpleegafdeling.

Terug op de verpleegafdeling

Na de operatie heeft uw kind keelpijn. Er is veel aandacht voor goede pijnbestrijding. Daarnaast helpt het om uw kind regelmatig kleine beetjes te laten drinken. Het vermindert de pijn en het reinigt het wondgebied in de keel. Er is keus tussen water, limonade of ijs.
Na de ingreep kunnen de kinderen nog wel eens misselijk zijn omdat ze bloed hebben ingeslikt.
Het komt regelmatig voor dat zij dit donkerrode oude bloed opeens uitspugen. Dit lucht de kinderen meestal erg op.

Pijn

Om te weten hoeveel pijn een kind ervaart, maken we gebruik van speciale meetlatjes. Voor kinderen van 4 tot 10 jaar maken we gebruik van gezichtjes. Aan de hand van de gezichtjes die op een meetlatje staan, kan uw kind aanwijzen welk gezichtje het beste past bij de pijn die uw kind op dat moment heeft.

pijnlatje kinderen


Afb. Jonkman Kindzorg


Voor kinderen van 10 jaar en ouder maken we gebruik van een pijnscore met cijfers. Wij vragen aan uw kind hoeveel pijn hij/zij ervaart en de pijn een cijfer te geven. De score loopt van 0 tot 10. Hierbij betekent een 0 dat uw kind helemaal geen pijn heeft en een 10 dat uw kind de ergste pijn heeft die het zich kan voorstellen.

pijnscorelatje


Ontslag

De KNO-arts komt rond het middaguur bij u langs. Als alles goed is, mag uw kind in de loop van de middag naar huis. De verpleegkundige geeft u het volgende mee:
  • overzicht van de pijnmedicatie die uw kind de eerste 48 uur na de ingreep moet krijgen;
  • ontslagbericht voor de huisarts;
  • informatie over leefregels.

Complicaties

Bij iedere operatie, ook bij het verwijderen van amandelen, is er sprake van enig risico.
  • In dit geval wordt het risico voornamelijk gevormd door een mogelijke nabloeding. Gelukkig komt dit weinig voor (ongeveer in 2% van de gevallen).Daarom is een normale bloedstolling bij deze ingreep zo belangrijk. Er mogen dus van tevoren en ook de eerste dagen na de operatie géén medicijnen worden ingenomen die de stolling nadelig beïnvloeden. Met name dus géén pijnstillers die acetylsalicylzuur bevatten (Aspirine, Acetosal, etc.).
  • Kinderen kunnen na de operatie een zogenaamde open neusspraak hebben, vooral als de neus- en keelamandelen erg groot waren. Soms is de stem wat hoger geworden. In bijna alle gevallen is deze veranderde stem tijdelijk; soms is korte tijd logopedische hulp nodig.
  • Om de ingreep te kunnen verrichten, wordt een klem in de mond geplaatst. Hierdoor zou het gebit kunnen worden beschadigd. Het plaatsen gebeurt echter heel erg voorzichtig om dit te voorkomen.
Als er sprake is van een complicatie, zoals een nabloeding, hoge koorts of erg ziek zijn, dan kan het zijn dat uw kind een nachtje moet blijven.

Op nabloedingen wordt zéér goed gelet. Zij kunnen goed verholpen worden.

Nazorg thuis

  • We adviseren u uw kind de eerste 2 dagen binnen te houden en een week niet naar school te laten gaan. Koorts is de eerste dag een normale reactie op de operatie. Ook kan uw kind de eerste dagen na de ingreep behalve keelpijn, last hebben van gevoelige oren en hals.
  • De ontlasting kan gedurende 2 of 3 dagen zwart van kleur zijn. Dit komt door ingeslikt bloed.
  • Heeft uw kind na 2 dagen geen verhoging, dan mag het naar buiten.
  • Laat uw kind regelmatig koele dranken drinken zoals koud water en limonade (zonder prik). Het is goed voor de keel om vloeibaar voedsel te eten zoals vla, pap, yoghurt en ijs. Na een dag kunt u de keuze van eten uitbreiden. Laat uw kind regelmatig spelen met speelgoed waar het op blazen kan. Ook zuigoefeningen (drinken met een rietje) zijn goed. Hiermee worden de keelspie­ren geoefend. Doe dit tot ongeveer 6 weken na de ingreep.
  • Laat uw kind 2 weken niet zwemmen.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

  • Komt er vers (helder rood) bloed uit de neus of mond van uw kind, neem dan contact op met de polikliniek KNO.
  • Als de temperatuur van uw kind oploopt tot boven de 38,5 ºC en dit 24 uur aanhoudt, is het verstandig contact op te nemen de polikliniek KNO.
Is de polikliniek KNO gesloten, neem dan contact op met de Spoedeisende Hulp (SEH). Het telefoonnummer vindt u achterin deze folder.

Afspraak voor controle

Ongeveer 8 weken na de ingreep komt u met uw kind voor controle op het spreekuur van de KNO-arts. U kunt hiervoor een afspraak maken bij het Afsprakenbureau, telefoonnummer 071 515 5543. Wij adviseren u dit enkele dagen na de ingreep te doen.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw zorgverzekeringspas;
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.

Meer informatie

Meer informatie kunt u vinden op www.kno.nl

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek.

De polikliniek KNO Alrijne Leiden heeft routenummer 17.
De polikliniek KNO Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp heeft routenummer 19.
De polikliniek KNO Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn heeft routenummer 44.

De polikliniek KNO van Alrijne Ziekenhuis (alle locaties) is van maandag tot en met vrijdag tussen
8.30 - 12.30 uur en van 13.30 - 16.30 uur telefonisch te bereiken via 071 582 8051.


De Spoedeisende Hulp (SEH) van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is bij een spoedeisende zorgvraag buiten kantoortijden telefonisch te bereiken via 071 582 8905.
Tijdens kantooruren staan de medewerkers van onze polikliniek u graag te woord.