Afdelingen & Specialismen

Afspraak

Alrijne ziekenhuis heeft meerdere locaties. Dit onderzoek gebeurt op de locatie Leiderdorp.


Kijk voor uw afspraak goed naar:


  • de datum
  • het tijdstip
  • het routenummer van de afdeling

Neem uw legitimatiebewijs mee.


Neem bij bezoek aan het ziekenhuis altijd een geldig legitimatiebewijs mee (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs).
Zijn uw gegevens (verzekering, huisarts, etc.) veranderd?
Meld dit dan bij de Patiëntenregistratie. Deze is in de hal van het ziekenhuis.
Het onderzoek gaat niet door als u geen legitimatiebewijs mee heeft.


U krijgt een endoscopisch onderzoek. Endoscopie betekent: binnen in kijken. Bij dit onderzoek kijkt de longarts in uw longen. Dit heet een bronchoscopie. Uw longarts heeft u verteld over de mogelijkheden voor het onderzoek, de risico’s en de gevolgen. Uw besluit is om dit onderzoek te laten doen.Uw ervaring is misschien iets anders dan wat in deze folder staat. Ook kunnen er bijzondere situaties zijn. Het onderzoek gaat hierdoor misschien ook anders. Dit wordt altijd met u besproken.


Wat is een Bronchoscopie?

Een bronchoscopie is een kijkonderzoek waarbij de longarts via een dunne, flexibele slang (endoscoop) binnen in uw longen kan kijken. De slang heeft aan het eind een kleine video camera. Deze laat de binnenkant van uw longen op een beeldscherm zien.

Kijken of er iets anders is

Tijdens dit onderzoek kan de longarts meteen zien of er iets niet klopt in uw longen.
Hierbij kunnen afwijkingen gezien worden, die niet met een ander onderzoek te zien zijn. Soms wordt er:
  • een stukje weefsel (biopt) weggehaald,
  • slijm of vocht worden weggehaald voor verder onderzoek.

Verdoving (sedatie)

Soms krijgt u voor of tijdens het onderzoek een verdoving (sedatie). Als u een verdoving wilt, zegt u dat bij het aanvragen van het onderzoek.

Voorbereiding

Geef het van tevoren aan als u:
  • Allergisch bent voor bepaalde medicijnen
  • Allergisch bent voor verdoving
  • Zwanger bent

Niets eten of drinken (nuchter zijn)

  • De 4 uur voor het onderzoek mag u niets meer eten of drinken. U mag alleen uw medicijnen innemen met een slokje water.
  • Krijgt u Propofol bij het onderzoek? Dan mag u de 6 uur voor het onderzoek niets meer eten en/of drinken.

Medicijnen

Overzicht van uw medicatie

U kunt uw medicijnen gewoon blijven innemen, tenzij anders is afgesproken met de longarts. Als u pijnstilling nodig heeft, mag u paracetamol gebruiken.

Neem ook een overzicht mee van uw medicatie.
  • In dit overzicht staat welke medicijnen u op dat moment slikt.
  • U kunt dit overzicht aanvragen bij uw eigen apotheek.
  • Klopt het overzicht niet meer op het moment van het onderzoek? Laat dit weten voor u het onderzoek krijgt.

Antistolling

Misschien worden er tijdens het onderzoek stukjes weefsel weg gehaald. Er kunnen dan bloedingen ontstaan als u ook bepaalde medicijnen gebruikt. Daarom moet u stoppen met het gebruik van deze medicijnen voor het onderzoek:
  • Antistollingsmiddelen die u via de trombosedienst krijgt.
    Bijvoorbeeld: fenprocoumon (Marcoumar) en acenocoumarol (Sintrom).
  • De nieuwe anti stollingsmiddelen:
    • dabigatran (Pradaxa®),
    • rivaroxaban (Xarelto®),
    • apixaban (Eliquis®)
    • edoxaban (Lixiana®)
Deze middelen moet u 2 of 3 dagen voor het onderzoek stoppen. Dit hangt af van het middel dat u gebruikt en hoe het met uw nieren is. De arts zal u dan vertellen hoe lang van tevoren u moet stoppen met de medicijnen.

Andere middelen zoals Ascal/acetylsalicylzuur hoeven meestal niet gestopt te worden. Stop alleen als de arts dat zegt.
Let op: stop alleen met de medicijnen als dat afgesproken is met de trombosedienst of uw longarts. Misschien moet u ook stoppen met pijnstillers met anti-stollende werking. U hoort dit dan van uw longarts.

INR prikken als u Marcoumar of Sintrom gebruikt

  • Gebruikt u antistollingsmiddelen via de trombosedienst? Dan moet er bij u vóór het onderzoek bloed geprikt worden. U krijgt een formulier mee voor het laboratorium. Kijk naar de juiste tijd en routenummer in uw afsprakenbrief.
  • Prikt u thuis een INR? Doe dit dan ook op de ochtend van het onderzoek. De arts bepaalt vanuit de uitslag (de INR-waarde) of het onderzoek doorgaat.
  • Staat u onder controle van de trombosedienst? Dan vertellen wij de trombosedienst dat u een bronchoscopie krijgt.

Suikerziekte (diabetes mellitus)

Heeft u suikerziekte? Meld dat wanneer u de afspraak maakt.
  • Gebruikt u insuline?
    • Neem dan contact op met uw diabetesverpleegkundige, huisarts of internist.
  • Gebruikt u tabletten voor uw suikerziekte?
    • Neem deze tabletten dan niet in op de middag en avond voor het onderzoek.
U moet uw insuline of tabletten en misschien ook uw bloedsuikermeter meenemen. Dat is voor na het onderzoek.

Andere medicijnen en allergieën

Behalve de medicijnen die hierboven staan, kunt u alle medicijnen die u slikt gewoon innemen. Tegen pijn mag u ook paracetamol nemen.

Extra voorbereiding bij toediening verdoving

  • De kleur van uw nagels geeft ons informatie over hoe het gaat met uw lichaam. Daarom mogen uw nagels niet gelakt zijn als u een kalmerend middel krijgt. Draagt u nepnagels? Haal er dan minimaal één nepnagel af.
  • Krijgt u een verdoving bij het onderzoek? Dan mag u daarna niet zelf deelnemen aan het verkeer. Zorg er daarom voor dat u meteen na het uitslapen door iemand wordt opgehaald.

Opname in het ziekenhuis

U wordt kort opgenomen in het ziekenhuis.
  • De verpleegkundigen van de afdeling nemen u op tijd mee naar de Endoscopie-afdeling of de röntgenafdeling. Daar is het onderzoek. Na het onderzoek gaat u terug naar de uitslaapkamer, of de dagbehandeling. Hier letten de verpleegkundigen nog even op u.
  • Als u wilt, kunt u iets meenemen voor uw plezier. Bijvoorbeeld een tijdschrift of tablet.

De dag van het onderzoek

Voorbereidingen

  • Voor het kalmeringsmiddel krijgt u een infuusnaaldje in uw arm. Dit gebeurt op de voorbereidingskamer.
  • Een longarts doet het onderzoek met de hulp van 2 verpleegkundigen. Het onderzoek gebeurt op de endoscopie afdeling of de röntgenafdeling. Heeft u een kunstgebit? Dan doet u die in de scopie kamer uit.

Het onderzoek

Een longarts doet het onderzoek met de hulp van 2 verpleegkundigen. Het onderzoek gebeurt op de endoscopie afdeling of de röntgenafdeling.

We begrijpen dat u het onderzoek misschien spannend vindt. Het onderzoek is ook niet prettig, maar gaat het beste als u ontspannen bent. Eén van de verpleegkundigen zal u hierbij helpen en uitleg geven.

Verdoving met keelspray

U krijgt een verdoving bij de keel. Daardoor zult u minder hoesten. De verdoving gaat zo:
  • Als u een kunstgebit of tongpiercing draagt, doet u die uit.
  • U opent uw mond en steekt uw tong zo ver mogelijk uit. Met een gaas wordt uw tong vastgehouden. Zo kan de verdovingsspray goed achter in de keel gespoten worden.
    • De verdovingsspray heeft een bittere smaak en maakt uw keel gevoelloos. Slikken lijkt dan moeilijker te gaan. De arts verdooft ook de luchtpijp met een spray.
    • U moet goed blijven ademen tijdens het sprayen. Door in te ademen wordt de verdoving goed verspreid.
    • Als de longarts de scoop door de neus naar binnen brengt, wordt ook de neus verdoofd.

De endoscoop

Dan helpt de verpleegkundige u in de goede houding. U krijgt een knijpertje aan de vinger. Daarmee controleren we uw hartslag en het zuurstof in uw bloed.
  • De arts brengt dan de scoop in de luchtpijp. Die gaat via uw mond of neus. Als de scoop via de mond naar binnen gaat, krijgt u tussen uw tanden een ring om op te bijten. De scoop is dun, er is nog genoeg ruimte om goed te ademen.
  • De scoop wordt voorzichtig verder naar binnen geschoven. De longarts kan nu de luchtpijp en alle zijtakken goed zien.
De longarts kan een hapje nemen van het weefsel, spoelen met zout water, of slijm wegzuigen. Dit doet allemaal geen pijn. Dat verzamelde vocht of weefsel wordt in het laboratorium onderzocht.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het onderzoek zelf duurt 5 tot 10 minuten.
Het verdoven van de keel kost ook tijd. Daarom bent u in totaal ongeveer 30 minuten in de onderzoekskamer.

Na het onderzoek

Na het onderzoek gaat u naar de uitslaapkamer of de dagbehandeling.
  • U mag dan 1 uur en 30 minuten lang niets eten of drinken. Dat is zodat u zich niet verslikt.
  • Na die tijd drinkt u voorzichtig een slokje water. Als dit goed gaat, is de verdoving uitgewerkt. Dan kunt u rustig aan weer eten en drinken.
  • Na overleg met de arts mag u weer naar huis.

Medicijnen weer innemen

  • Gebruikt u bloedverdunners of pijnstillers die ook bloed verdunnen?
    Begin pas na overleg met uw arts weer met die medicijnen.
  • Gebruikt u bloedverdunners van de trombosedienst?
    Dan regelen zij samen met u het opnieuw beginnen met de medicijnen.

Kalmerend middel

Als u een kalmerend middel heeft gehad voelt u zich misschien wat suf. Na het onderzoek slaapt u ongeveer 1,5 uur uit. Dat doet u op de uitslaapkamer.
  • Wij houden deze kamer rustig, daarom is er geen begeleiding bij u op de kamer.
  • Na het uitslapen mag u niet nog langer op de uitslaapkamer blijven. U moet meteen opgehaald en mee naar huis genomen worden.
  • Verbleef u al in het ziekenhuis? Dan wordt u na het uitslapen weer teruggebracht naar uw eigen kamer.
  • Let op! Na een kalmerend middel mag u niet alleen terugreizen naar huis. U moet altijd iemand meenemen die u weer naar huis brengt. Ook als u met de taxi naar huis gaat, moet er iemand met u meereizen.
  • Bestuur geen voertuigen in het verkeer tot 1 dag na het onderzoek . Bijvoorbeeld een auto, fiets of brommer.
    Heeft u Dormicum gekregen? Dan kunt u beter 24 uur lang niet met machines werken en/of aan het verkeer meedoen als bestuurder.
  • Neem ook in deze dagen na het onderzoek geen grote, belangrijke beslissingen. Bijvoorbeeld: het ondertekenen van belangrijke papieren. De verdoving kan namelijk nog invloed op u hebben.

Problemen en klachten

Misschien krijgt u na het onderzoek last van klachten, zoals:
  • Een gevoelige keel en een schorre stem.
  • Bloederig slijm ophoesten. Hier hoeft u zich geen zorgen over te maken.
  • Zijn uw luchtpijp en longen gespoeld? Dan kunt u een beetje koorts krijgen. Dit is niet erg, als de koorts binnen 1 dag weer weg is.
Problemen komen bijna nooit voor. Neem contact op met de polikliniek Longziekten als:
    • U langer dan 1 dag koorts heeft;
    • U meer dan een half kopje bloederig slijm ophoest.

De uitslag

Na de bronchoscopie vertelt de arts u hoe het is gegaan.

Bij het maken van de afspraak heeft de arts verteld wanneer u de uitslag van het onderzoek krijgt. Ook heeft de arts met u besproken wat er verder zal gebeuren.

Weefselonderzoek
Vaak haalt de arts weefsel weg en stuurt dit naar het laboratorium. De uitslag van dit weefselonderzoek komt na ongeveer een week. Uw behandelend specialist of huisarts krijgt de uitslag van uw onderzoek toegestuurd. Die arts vertelt u dan het resultaat bij de volgende controle afspraak.

Als u niet naar uw afspraak kunt komen

Bent u niet opgenomen in Alrijne Ziekenhuis, en kunt u niet naar de afspraak komen? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Longziekten: bel 071 582 8053.
Er wordt dan een nieuwe afspraak voor u gemaakt. In uw plaats kan er iemand anders behandeld worden.

Let op: Bel minimaal 1 dag voor het onderzoek af. Belt u later af, dan moet u helaas betalen voor de tijd die voor u is vrij gemaakt. U krijgt dan een rekening van het ziekenhuis.

Vragen

Deze folder is ondersteuning van de informatie die u tijdens uw afspraak in het ziekenhuis heeft gekregen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan uw huisarts, specialist of endoscopieverpleegkundige.

Hoe zijn wij te bereiken?

  • Doordeweeks tussen 08.30 en 12.00 uur - 13.30 en 15.30 uur belt u naar de polikliniek longziekten: 071 582 8053
  • Buiten kantooruren (tussen 15.30 en 08.00 of het weekend) belt u naar de Spoedeisende hulp: 071 582 8905

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw zorgverzekeringspas;
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.