Afdelingen & Specialismen
Uw behandelend arts heeft voor u een CT-onderzoek aangevraagd. Het onderzoek vindt plaats onder leiding van een radioloog. In deze folder staan, naast de gang van zaken bij het onderzoek, aanwijzingen over de wijze waarop u zich op het onderzoek moet voorbereiden. Voor het slagen van het onderzoek is het van groot belang dat u zich nauwkeurig aan deze aanwijzingen houdt. Als de arts u vraagt om bloed te laten prikken, doet u dit dan 3 tot 10 dagen voor de onderzoeksdatum.
Wat is een CT?U heeft met uw arts afgesproken dat er een CT-scan wordt gemaakt. De letters CT staan voor Computer Tomografie. Het is een methode om een doorsnede te tonen van het lichaam. De radioloog kan op deze opnamen de inwendige structuren en weefsels zien. Op deze manier kunnen afwijkingen worden opgespoord. Een CT-onderzoek is een röntgenonderzoek. Dit betekent dat een CT gebruik maakt van röntgenstralen. Van deze stralen merkt u tijdens het onderzoek niets. |
Voorbereiding
In het hierna volgende overzicht leest u of, en zo ja welke voorbereidingen u moet treffen voor het onderzoek dat u ondergaat.
Geen voorbereiding
- CT-onderzoek van het hoofd
- CT-onderzoek van het aangezicht
- CT-onderzoek van de neusbijholten
- CT-onderzoek petrosum
- CT-onderzoek van het hart (calciumscore)
- CT-onderzoek van een deel van de wervelkolom of een ander deel van het skelet
- CT onderzoek van de longen: HR-CT
- andere CT-onderzoeken zonder intraveneus contrastmiddel.
Voor deze onderzoeken, zonder toediening van intraveneus contrastmiddel, is geen voorbereiding nodig.
Voorbereiding: nuchter blijven
- CT-onderzoek van het hoofd (met contrast)
- CT-onderzoek van de hals
- CT-onderzoek van de longen (géén HR-CT)
- CT-onderzoek van de slagaders
Voor deze onderzoeken, mogelijk met toediening intraveneus contrastmiddel, is het belangrijk dat u de laatste 3 uur voor het onderzoek nuchter blijft. Dit betekent dat u in deze periode niet mag eten, drinken, roken en kauwgum kauwen.
Het onderzoek
De MBB’er (Medisch Beeldvormings- en bestralingsdeskundige) haalt u op uit de wachtruimte en loopt met u mee naar de onderzoekskamer. Hij/zij zal u precies vertellen wat er gaat gebeuren. Heeft u vragen, dan kunt u deze aan hem/haar stellen.
U wordt verzocht zich deels te ontkleden in een kleedkamer. Deze is aan de gangzijde af te sluiten, zodat uw persoonlijke eigendommen veilig zijn.
In de onderzoekskamer wordt u gevraagd om op de onderzoekstafel te gaan liggen. Het te onderzoeken gedeelte van uw lichaam ligt in de ring van de CT-scanner. Deze ring is ongeveer 50 centimeter lang en heeft een diameter van 70 centimeter.
In de scanner zit een röntgenbuis die om u heen draait. De röntgenstralen worden door het lichaam gestuurd en opgevangen en omgezet in elektrische signalen. Deze signalen worden weer verwerkt door een computer.
Als de CT-scanner opnamen maakt, hoort u een zoemend geluid. Tijdens het maken van de scan schuift de onderzoektafel langzaam door de ring.
Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek stil blijft liggen en eventuele ademcommando’s opvolgt.
De scan mislukt namelijk als u beweegt.
Voor sommige onderzoeken is het van belang dat er ECG-stickers op uw borst geplakt worden. Ook is het mogelijk dat contrastmiddel moet worden toegediend. Er wordt dan een infuusnaaldje aangebracht zodat het contrastmiddel in de bloedbaan kan worden gespoten (= intraveneus).
Tijdens het onderzoek heeft u via een intercom contact met de MBB’er, die in de aangrenzende ruimte zit. Hij/zij heeft oogcontact met u via een glazen wand.
Duur van het onderzoek
Afhankelijk van het soort onderzoek dat u ondergaat, duurt het maken van de foto’s 5 tot 30 minuten.
Na het onderzoek
Na afloop van het onderzoek wordt, indien contrastmiddel is toegediend, de infuusnaald na 15 minuten verwijderd. Hierna kunt u op eigen gelegenheid naar huis of naar de afdeling waar u opgenomen bent.
Het contrastmiddel wordt via de nieren uitgescheiden. Om dit proces te versnellen is het goed om na het onderzoek extra te drinken. Wanneer het onderzoek is afgerond, kunt u weer naar huis gaan, of naar de afdeling waar u bent opgenomen.
U krijgt van de MBB'er plaszakken mee om de urine in op te vangen. Dit is om te voorkomen dat de jodium uit de contrastvloeistof in het oppervlaktewater terecht komt. Meer informatie hierover krijgt u van de MBB'er.
De uitslag
De radioloog beoordeelt de foto’s en stuurt een verslag van zijn bevindingen naar uw arts, die de uitslag met u bespreekt.
Risico’s
De risico’s van de hoeveelheid straling die u tijdens dit onderzoek krijgt zijn onder normale omstandigheden te verwaarlozen.
Zwangerschap
Röntgenonderzoek kan vooral tijdens de eerste maanden van de zwangerschap schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Indien u zwanger bent of zou kunnen zijn, is het belangrijk dat u dit bij de balie van de afdeling of de MBB’er meldt.
Medicijnen
U gebruikt uw medicijnen zoals u dat gewend bent, tenzij uw arts iets anders heeft gezegd. U kunt uw medicijnen innemen met een kleine slok water, ook als u voor het onderzoek nuchter moet zijn.
Tot slot
Wat neemt u mee?
- uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
- uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u. Als u zich niet op tijd afmeldt, kunnen wij u een rekening sturen.
Vragen
Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan de medewerker van de afdeling Radiologie of aan de MBB’er.Bereikbaarheid
Telefoonnummer afdeling Radiologie (alle locaties): 071 582 8071.De afdeling Radiologie is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 16.30 uur.
Bezoek voor meer informatie over uw onderzoek ook onze website: https://www.alrijne.nl/afdelingen-specialismen/afdelingen-specialismen/radiologie
Het CT-apparaat heeft de vorm van een ring (geen tunnel). Het apparaat is aan beide kanten open en blijft ook tijdens het onderzoek open. De ring is ongeveer 50 centimeter diep en heeft een diameter van 70 centimeter. De MBB’er vraagt u op de onderzoekstafel te gaan liggen, waarna u met het betreffende lichaamsdeel door de ring wordt geschoven.
Voor onderzoeken van hoofd, nek en schouder wordt u met het hoofd als eerste door de ring geschoven. Voor onderzoeken van voeten, enkels, knieën, heupen, bekken, buik en longen blijft u met het hoofd buiten de ring. Tijdens het onderzoek wordt u op de onderzoekstafel een aantal keren door de ring heen en weer geschoven.
Het onderzoek kan in de meeste gevallen gewoon plaatsvinden. Ook wanneer u last heeft van claustrofobie. Twijfelt u na het lezen van de alle informatie en het bekijken van de afbeeldingen nog of u het CT-onderzoek wel kunt ondergaan? Dan is het mogelijk telefonisch een afspraak te maken om het CT-apparaat te komen bekijken.
Om veiligheids- en privacyredenen worden geen begeleiders toegelaten tijdens het CT-onderzoek, tenzij dit strikt noodzakelijk is. De MBB’er die het toestel bedient zit in een ruimte direct naast de onderzoekskamer. Deze MBB’er kan u door een raam en of met behulp van videocamera’s zien. Via een microfoon kan de MBB’er met u spreken. Zo is er altijd iemand vlak bij u en beschikbaar. Het onderzoek zal mogelijk wel (deels) moeten worden herhaald wanneer u alarm slaat en het onderzoek daardoor voortijdig moet worden afgebroken.
Om beter onderscheid te kunnen maken tussen de organen (bijvoorbeeld in de buik), zal bij een aantal onderzoeken contrastmiddel worden toegediend. Ook om de bloedvaten af te beelden wordt hiervan gebruikgemaakt. Bij onderzoeken van de botten is contrastmiddel niet nodig. Verder hangt het gebruik af van de reden (indicatie) voor uw onderzoek. Dit wordt voorafgaand aan uw onderzoek bepaald door de radioloog.
Bekijk voor meer informatie de folder "Gebruik van jodium houdend contrastmiddel bij onderzoek of behandeling”.
Bij het CT-onderzoek wordt (ioniserende) röntgenstraling gebruikt. Door moderne apparatuur en goed opgeleid personeel wordt de gebruikte hoeveelheid straling tot het minimum beperkt.
Het Computer Tomografie (CT)-apparaat, ook wel CT-scanner genoemd, maakt doorsnedebeelden (tomos =snede). Het te onderzoeken lichaamsdeel wordt in “plakjes” afgebeeld. Dit gebeurt met behulp van een röntgenbuis die met grote snelheid om u heen draait. Dit ziet u niet, maar hoort het alleen. Tijdens de scan beweegt u, liggend op de onderzoekstafel, door een ronde opening in het apparaat. Tegenover de röntgenbuis is een ring met detectoren bevestigd die de röntgenstraling opvangt, welke door het lichaam wordt doorgelaten. Deze detectoren zetten de ontvangen straling om in informatie die door de computer wordt omgezet in beelden. Deze beelden kunnen op diverse manieren worden nabewerkt. Zo kan in iedere richting naar de verschillende soorten weefsel van het onderzochte lichaamsdeel worden gekeken. Het onderzoek wordt op een bekijkstation beoordeeld en verwerkt.
Voorbeeld CT-onderzoek van de buik in dwarse en frontale doorsnede.
Bij een CT-onderzoek wordt gebruikgemaakt van röntgenstraling. Bij een MRI-onderzoek wordt gebruikgemaakt van magnetisme (geen straling). In beide gevallen wordt gesproken van een ‘scan’, waardoor deze soms met elkaar worden verward. Het ene onderzoek is in verschillende situaties geschikter dan het andere. Zo is een CT bijvoorbeeld sterker in het afbeelden van bot dan MRI en bij een MRI kan spierweefsel beter worden afgebeeld. Uw arts maakt de afweging welk onderzoek meer informatie zal opleveren.
Hieronder zijn afbeeldingen te zien van een CT-apparaat en een MRI-apparaat (scanner). Het MRI-apparaat is een soort tunnel. Het CT-apparaat is meer een ring (korter, minder diep).
Bekijk voor meer informatie de folder "MRI-onderzoek”.
CT-apparaat (scanner)
MRI-apparaat (scanner)