Elektromyografie (EMG)

Uw behandelend arts wil bij u een Elektro-Myografie (EMG)-onderzoek laten verrichten. Met behulp van dit onderzoek kan de specialist meer te weten komen over de werking van de lichaamszenuwen en/of spieren. In deze folder geven wij u meer informatie over dit onderzoek.

Waarvoor dient het onderzoek

Elektromyografie (EMG) betekent letterlijk het weergeven van elektrische activiteit van de spieren. Tijdens het onderzoek wordt zowel de activiteit van de zenuwen als de spieren gemeten.

Het onderzoek bestaat meestal uit twee delen: het geleidingsonderzoek en het naaldonderzoek.

Voorbereiding op het onderzoek

Afhankelijk van uw klachten, vindt er onderzoek van uw rug, nek of ledematen plaats. Trekt u daarom geen knellende kleding, korset en/of steunkousen aan. U wordt verzocht geen bodylotion of crème te gebruiken op de huid. Dit kan het onderzoek hinderen.

Tijdens het onderzoek mag u geen horloge of andere polssieraden dragen.

De dag van het onderzoek

Het is voor geleidingsonderzoek van belang dat de temperatuur in armen en benen hoog genoeg is. Indien de handen en voeten te koud zijn, worden ze voor het onderzoek in warm water opgewarmd.

Het EMG-onderzoek bestaat uit 2 delen

1. Geleidingsonderzoek

Er wordt een aantal elektroden (plakkers) bovenop de spieren op uw huid geplakt of u krijgt ringetjes om de vingers geschoven. De laborant geeft met een apparaatje elektrische prikkels op de zenuwen die onderzocht moeten worden. Deze elektrische prikkels kunnen een schrikreactie geven. Het onderzoek is niet geheel pijnloos, maar het is moeilijk om een precieze voorspelling te geven wat u gaat voelen, omdat iedereen anders op dit onderzoek reageert.

2. Naaldonderzoek

Het naaldonderzoek kan, indien nodig, als aanvulling op het geleidingsonderzoek worden gedaan.

Tijdens het naaldonderzoek meet de neuroloog of de laborant de spieractiviteit. Dit gebeurt met een dunne naald in de spier. Deze is aangesloten op een EMG-toestel. De elektrische activiteit van de spier kunt u via een luidspreker horen. Omdat de neuroloog of de laborante zowel in een ontspannen als in een aangespannen spieractiviteit beoordeelt, zult u tijdens het onderzoek een aantal bewegingen moeten maken.

Het kan voorkomen dat u een blauwe plek krijgt na het naaldonderzoek. Geeft u aan de laborant of arts aan wanneer u bloedverdunners gebruikt of bij de trombosedienst komt.

Duur van het onderzoek

Het onderzoek duurt 20 tot 45 minuten.

Na het onderzoek

Na het onderzoek kunt u naar huis, of wordt u teruggebracht naar uw kamer op de verpleegafdeling.

De uitslag

De neuroloog of aanvragend arts bespreekt de uitslag met u. Een enkele keer is dat aansluitend aan het onderzoek, maar meestal in een vervolgafspraak.