Afdelingen & Specialismen

Binnenkort komt u naar de polikliniek Oogheelkunde voor een laserbehandeling van het netvlies. Met een laserbehandeling kunnen we verschillende ziekten behandelen. In deze folder geven wij u informatie over de laserbehandeling van het netvlies.


Wat is laser?

Een laser is een speciale lamp die een heel dunne en felle lichtstraal uitzendt. Via een microscoop kan deze lichtstraal gericht worden om in het oog een brandplekje te geven of weefsel te snijden. Er bestaan verschillende soorten lasers. Zij verschillen in kleur en sterkte van de lichtstraal en hebben verschillende toepassingen. Laserstralen hebben niets te maken met röntgenstralen of radioactiviteit.



Hieronder beschrijven we de mogelijke toepassingen voor de netvlies laser waarbij kleine laserpuntjes (ook wel laser spots of lasercoagulaten genoemd) op het netvlies worden geplaatst.



Welke ziekten kunnen we met laser behandelen?

  1. Scheurtjes in het netvlies


    Door gaatjes of scheurtjes in het netvlies kan het netvlies los gaan zitten. Dit kunnen we voorkomen door rondom deze gaatjes of scheurtjes een rand van laserspots te plaatsen zodat het netvlies weer vast groeit. Na een laserbehandeling is controle nodig of het netvlies inderdaad vast zit. Als het netvlies eenmaal los zit dan helpt behandeling met de laser niet meer en is een operatie nodig.
    netvlies voor en na de laserbehandeling

    Afbeelding: A. Het netvlies voor de behandeling, B. Het netvlies na de laserbehandeling.


  2. Oogbeschadiging door suikerziekte


    Door suikerziekte (diabetes mellitus) kunnen afwijkingen aan het netvlies ontstaan. Door aantasting van de bloedvaten door de suikerziekte, krijgt het netvlies te weinig zuurstof. In het oog ontstaan dan extra bloedvaatjes. Deze zijn kwetsbaar en kunnen bloedingen in de oogholte, hoge oogdruk en blindheid veroorzaken. Ook kan de wand van bestaande bloedvaatjes door de suikerziekte worden beschadigd, waardoor vanuit de vaatjes vocht, eiwit en vet uit het bloed naar het netvlies lekt. Door de laserbehandeling wordt dit gestopt. Ook wordt het ontstaan van nieuwe bloedvaatjes tegengehouden. Met de laser is het mogelijk het verlies van gezichtsvermogen door suikerziekte te voorkomen, te vertragen of tot stilstand te brengen.

    Of één of meer laserbehandelingen nodig zijn, hangt af van wat er precies aan de hand is. De laserbehandelingen kunnen op enkele plekken in het oog plaatsvinden, namelijk op de plaats van de lekkende bloedvaatjes (microaneurysmata), of bijna het hele netvlies kan worden gelaserd. Welke behandeling voor u het meest geschikt is, bepaalt de oogarts, vaak aan de hand van contrastfoto’s van het netvlies (fluorescentie angiografie; meer informatie hierover vindt u in de aparte folder). Te hoge bloedsuikerspiegels bij slecht ingestelde suikerziekte kan het netvlies steeds verder beschadigen. Alleen laserbehandeling is daarom niet altijd genoeg. Soms zijn later nog een of meer extra laserbehandelingen nodig, en soms worden de laserbehandelingen gecombineerd met injecties met vaatgroeiremmers in het oog. In ieder geval is het belangrijk om te zorgen voor een zo goed mogelijke instelling van de bloedsuikerwaarden, en goede controle van de bloeddruk en cholesterolwaarden. Overleg hierover met uw diabetesverpleegkundige en huisarts of internist. Een goede instelling verbetert de kans op behoud van het gezichtsvermogen. En ook laserbehandelingen en injecties hebben ervoor gezorgd dat tegenwoordig veel minder mensen blind of slechtziend worden door suikerziekte dan vroeger.
    netvlies voor en na een focale laserbehandeling

    Afbeelding: Het netvlies voor (links) en na de focale laserbehandeling (rechts). Na de behandeling zijn de gele 'lekplekjes’ (= harde exsudaten) verdwenen.


  3. Vaatafsluitingen


    Door afsluiting van de kleine vaatjes in het netvlies krijgt het netvlies te weinig zuurstof. Helaas is het niet mogelijk de bloedsomloop in het oog te herstellen. Wel is het mogelijk om het gedeelte van het netvlies dat beschadigd is door de vaatafsluiting te laseren. Zo kan de kans op complicaties – zoals bloedingen in het oog of hoge oogdruk – verminderen. Het doel van de laserbehandeling is te voorkomen dat er nieuwe bloedvaten in het oog ontstaan. Soms helpt het ook om vochtophoping te verminderen.

Zowel bij diabetes als bij vaatafsluitingen worden laserbehandelingen soms gecombineerd met injecties in het oog met groeifactorremmers. Deze voorkomen het ontstaan van extra bloedvaatjes, en helpen om vochtophoping de gele vlek (macula) te verminderen. Er bestaat een aparte folder over injecties in het oog, die u krijgt als dit op u van toepassing is.



Verwachtingen van de behandeling

Met de behandeling proberen we een verdere verslechtering van het zien te voorkomen. Verbetering van het zicht is meestal niet te verwachten; het doel is stoppen van de achteruitgang.


Na de laserbehandeling hebt u nog steeds uw bril nodig om goed te kunnen zien. Laseren zodat u geen bril of contactlenzen meer nodig heeft, is een totaal andere behandeling. Hoe vaak een behandeling moet plaatsvinden, hangt af van de aandoening. Het is belangrijk dat u van tevoren met uw oogarts bespreekt wat u kunt verwachten. Mogelijke bijwerkingen van de laserbehandeling zijn:


  • een beschadiging van het oogoppervlak, waarvoor enkele dagen oogzalf en mogelijk een oogverband gebruikt moeten worden, en waarbij soms een litteken achterblijft. (dit komt zelden voor);
  • Wanneer dichtbij de 'gele vlek’ gelaserd moet worden, kunt u na de behandeling vlekken in uw gezichtsveld zien. Deze gaan niet meer weg. (Dit komt zelden voor en het is iets anders dan de ronddrijvende vlekjes of mouches volantes die bijna iedereen heeft);
  • Wanneer er een zeer uitgebreide (panretinale) laserbehandeling van het netvlies is gedaan, bijvoorbeeld bij bloedingen in het oog waardoor blindheid dreigt, is het gezichtsveld blijvend beperkt, waardoor autorijden met name 's nachts niet meer mogelijk is. Na zeer uitgebreide laserbehandelingen komt dit vaak voor. Na minder uitgebreide panretinale laserbehandeling is het gezichtsveld minder aangetast, en heeft men hier over het algemeen weinig of geen last van.

De laserbehandeling

Er zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Wel moet u van tevoren begeleiding en vervoer naar huis regelen, omdat u na de behandeling niet zelf aan het verkeer mag deelnemen. Voor een uitgebreide laserbehandeling kunt van te voren thuis 2 tabletten paracetamol innemen, de laserbehandeling is dan minder gevoelig.

De laserbehandeling vindt plaats op de polikliniek Oogheelkunde. U krijgt verschillende oogdruppels om het oog te verdoven en de pupil wijd te maken. Voordat de behandeling begint, verdooft de oogarts uw oog nog extra met oogdruppels. U zit in de laserkamer achter een apparaat, een spleetlamp, net zoals bij het onderzoek in de spreekkamer van de oogarts. U leunt met uw kin op een kinsteun, en met het voorhoofd tegen een band. De oogarts plaatst nu een lensje op uw oog en houdt dat vast. Deze lens bundelt de stralen, zodat deze terechtkomen op de plaats die behandeld moet worden.

Meestal verloopt de behandeling pijnloos, maar afhankelijk van de duur (10 tot 30 minuten) en het soort behandeling kunt u wat pijn voelen. Over het algemeen is dit goed uit te houden. In de meeste gevallen is de pijn over direct na het stoppen van de laserbehandeling. Tijdens de behandeling ziet u lichtflitsen. Veel patiënten vinden deze lichtflitsen vervelend. De totale tijd die u kwijt bent aan de laserbehandeling varieert van 45 minuten tot 2 uur.

Na de behandeling

Direct na de behandeling ziet men vaak minder scherp. Dit komt door de lichtflitsen en de oogdruppels die zijn toegediend. Soms krijgt u een oogverband met oogzalf om het oog rust te geven. De volgende dag is het zicht in de meeste gevallen weer hetzelfde als voor de laserbehandeling. Voor en na de laserbehandeling gaat u (indien van toepassing) door met uw eigen oogdruppels volgens voorschrift. Veel mensen vinden het prettig om na de laserbehandeling hun kunsttraandruppels of -gel tijdelijk wat vaker te gebruiken.

Na de behandeling mag u niet zelf deelnemen aan het verkeer! Ook zou u kunnen struikelen, omdat u tijdelijk minder diepte ziet. Neem daarom iemand mee die u naar huis begeleidt, ook als u met het openbaar vervoer of taxi naar huis gaat. Verder zijn er geen speciale leefregels.

Als u na de behandeling toch pijn heeft, kunt een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) nemen en het oog sluiten. Wanneer de pijn langer dan 12 uur duurt, neemt u contact op met uw oogarts.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • uw (geldige) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs);
  • uw medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die u nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u op tijd bent voor uw afspraak? Kunt u onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak met u.


Uw team

Op onze polikliniek werken naast de oogartsen ook optometristen, orthoptisten en TOA’s (technisch oogheelkundig assistenten). Zij zullen voorafgaand aan uw bezoek aan de oogarts de vooronderzoeken doen. Houdt u daarom rekening met een langere bezoektijd op onze polikliniek.

Daarnaast is Alrijne Ziekenhuis een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat u onderzocht kunt worden door een coassistent of kunt worden behandeld door een oogarts in opleiding, beide onder directe supervisie van uw oogarts. Heeft u hiertegen bezwaar, meldt u dit dan voor aanvang van de afspraak.

Meer informatie

Voor meer achtergrondinformatie over oogaandoeningen en de behandeling ervan kunt u kijken op www.oogartsen.nl. Deze informatieve site wordt onderhouden door onder anderen de oogartsen van Alrijne Ziekenhuis. U vindt er teksten, foto’s, filmpjes en handige links naar bijvoorbeeld patiënten verenigingen. Ook kunt u veel informatie vinden op de website: www.oogheelkunde.org

Vragen

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder, stelt u deze dan aan uw oogarts of de medewerkers van de polikliniek Oogheelkunde.

De polikliniek Oogheelkunde Alrijne Ziekenhuis Leiden heeft routenummer 7
De polikliniek Oogheelkunde Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp heeft routenummer 7
De polikliniek Oogheelkunde Alrijne Ziekenhuis Alphen aan den Rijn heeft routenummer 40

De polikliniek Oogheelkunde is van maandag tot en met vrijdag telefonisch te bereiken via 071 582 8058 van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 15.30 uur.


De Spoedeisende Hulp (SEH) van Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp is bij een acute zorgvraag buiten kantoortijden telefonisch te bereiken via 071 582 8905.
Tijdens kantooruren kunt u voor acute en niet-acute vragen terecht bij de polikliniek.