'Het heeft nog wel een half jaar geduurd voordat ik op de wachtlijst kwam: ik heb veel onderzoeken gehad. Dat was een spannende periode, want ik wilde graag op de wachtlijst. Tegelijkertijd was ik realistisch: als ik verder niet gezond genoeg was, had een transplantatie weinig zin.'
‘Mijn vrouw was er veel meer mee bezig dan ik’
'Toen ik bericht kreeg dat ik op de wachtlijst zou komen, was mijn vrouw nog enthousiaster dan ik. Ik wist immers dat er een zware operatie aan zat te komen. Ook daarna was mijn vrouw er veel meer mee bezig. Ze wist altijd precies hoeveel mensen er op een hart wachtten, en hoeveel er in een jaar getransplanteerd waren.
Ik wilde het er zo min mogelijk over hebben, want dan ga je piekeren en dat maakt het alleen maar lastig. Ik hield mezelf ook voor dat het nog wel een tijdje zou duren; dat maakte het voor mij makkelijker. Pas toen ik een hardnekkige ontsteking kreeg door het steunhart dacht ik: nu mag het wel gebeuren.’
‘Opgelucht toen het de eerste keer niet doorging’
‘Toen ik ruim twee jaar op de wachtlijst stond, kreeg ik een oproep. Dat was op een zondagmorgen om vijf uur. Daar werd wel meteen bij gezegd dat ik eerste reserve stond. Door dichte mist reden we richting ziekenhuis. Onderweg kregen we al bericht dat we terug naar huis konden. Ik was in eerste instantie opgelucht: het gaat nu nog niet gebeuren.
Vanaf die tijd kreeg ik ’t er moeilijker mee, want ik wist nu dat ik hoog op de lijst stond. Ik zag met name op tegen de periode ná de operatie. Het zou misschien wel een jaar duren voordat ik weer redelijk normaal kon functioneren. Dat viel achteraf enorm mee.'
'Ergens anders is er nu verdriet'
'De tweede oproep kwam ongeveer vier maanden later, ’s avonds om tien uur. Binnen tien minuten stond de ambulance voor de deur, terwijl ik nog naar m’n sokken zocht. Onderweg naar het ziekenhuis zei ik tegen mijn vrouw: ‘Ergens anders is er nu veel verdriet.’
'Het is heel bijzonder dat mensen die net een dierbare hebben verloren aan een ander denken en voor orgaandonatie kiezen. Daar zijn we heel dankbaar voor. We waren binnen een uur in Utrecht, waar al een heel team klaarstond voor de laatste onderzoeken en de voorbereiding op de operatie. Dat ging razendsnel.’
‘Doe wat je nog kunt en geniet daarvan’
‘Het herstel ging heel voorspoedig. Ik liep meerdere keren de Vierdaagse, in 2015 zelfs met een steunhart. Maar voor de Vierdaagse van 2017 heb ik me niet opgegeven: ik verwachtte dat ik nog niet fit genoeg zou zijn. Daar heb ik nu spijt van: ik denk dat het best wel was gelukt!
Wat ik zou willen zeggen tegen mensen die nu op de wachtlijst staan? Hou voor ogen dat je na de transplantatie weer veel kunt en sta er voor de rest niet te veel bij stil. Doe wat je nog wel kunt en geniet daarvan. Je schiet er niks mee op als je gaat zitten wachten.’