Help, een stoma

Voor de oprichting van de stomapoli was de stomazorg heel anders georganiseerd. Ineke: “Als je voorheen een stoma kreeg, was dat voor veel mensen een verschrikking. Dan zagen ze een oma of opa met stinkende lappen voor zich. Na het krijgen van een stoma was er weinig begeleiding en controle, terwijl er juist vlak na een operatie nog zoveel aan je lijf kan veranderen. Als je geluk had, had je een goede wijkverpleegkundige die het in de gaten hield.” Hanita vult aan: “Of je ging naar de medisch speciaalzaak, maar die hadden natuurlijk een sterk commercieel belang en smeerden patiënten van alles aan. Sowieso was het materiaal van mindere kwaliteit, het was simpel plastic en geurtjes konden nog ontsnappen. En er waren nog veel meer complicaties, bijvoorbeeld lekkages en daardoor huidproblemen. Dat is gelukkig nu wel anders!”

Hanita was 30 jaar geleden teamleider van de afdeling Chirurgie. Ze had altijd al affiniteit met grote wonden en stomazorg. Toen ze de mogelijkheid kreeg om een stomapoli op te zetten, destijds heel bijzonder in een regioziekenhuis, twijfelde ze dan ook geen moment. “Mijn eerste spreekuren waren in de zusterflat van het Diaconessenhuis, een uithoek van het ziekenhuis. In de jaren die volgden heb ik hard gewerkt om de poli uit te breiden. Ik ben echt heel trots op de professionaliseringslag die we gemaakt hebben en dat onze taken nog uitgebreider zijn geworden. Tegenwoordig doen we niet alleen stomazorg, maar helpen we ook mensen met fecaal management (obstipatie en incontinentie van ontlasting) en doen we het casemanagement voor mensen met darmkanker. Het casemanagement is ook heel fijn voor de mensen die een stoma krijgen door darmkanker, want zodra iets gevonden wordt in de darm, leren ze ons al kennen. Nazorg na een operatie voelt dan heel vertrouwd.”

De eerste keer zwemmen met een stoma

Ineke: “Praten over poep en pies is nog steeds geen verjaardagspraatje. En het taboe op stoma’s bestaat nog altijd. Toch merken we dat er wel wat verandert; er komt iets meer openheid. Bijvoorbeeld door social media, werk van de patiëntenvereniging en programma’s als ‘Je zal het maar hebben’. Als je een gebroken been hebt, is dat heel zichtbaar. Maar een stoma zit altijd verstopt onder kleding. Je denkt als patiënt dus al snel dat je de enige bent. Wij helpen mensen op de poli bij het accepteren van de situatie en zorgen ervoor dat ze weer zelfvertrouwen krijgen. Zeker de eerste tijd na de operatie is dat nodig. De eerste keer naar het zwembad is doodeng voor patiënten, terwijl het juist helemaal geen kwaad kan. We hebben daarom weleens bijeenkomsten in het zwembad en in de sauna georganiseerd, zodat we gelijk de juiste hulp konden bieden als het nodig was.”

Met een stoma is heel goed te leven, maar het fijnste is natuurlijk als een stoma voorkomen kan worden. Hanita ziet dat er tegenwoordig veel minder vaak stoma’s geplaatst worden, omdat de operatietechnieken enorm verbeterd zijn. “Een stoma heb je ook niet altijd voor het leven. Soms is het ook tijdelijk. Een stoma wordt geplaatst als je niet meer op de natuurlijke manier kunt poepen. Dat kan komen door een tumor, maar de oorzaak kan ook een ontstekingsziekte zijn of een darmperforatie.” Ineke: “Een stoma kan ook echt een opluchting zijn, omdat het de kwaliteit van leven enorm kan verbeteren, bijvoorbeeld bij patiënten die ernstig incontinent zijn. We merken ook dat darmkanker patiënten enorm kunnen relativeren. Zij willen gewoon blijven leven en als dit ervoor zorgt dat ze kankervrij kunnen zijn, dan moet het maar.”

Zowel Ineke als Hanita zijn enorm blij met hun baan. “Het is afwisselend, soms heel technisch en je kunt echt wat betekenen voor mensen. Wij zijn onderdeel van een ingrijpend moment in iemands leven”, vertelt Ineke. Uitdagingen zijn er nog genoeg. “Ondanks dat we aan de verkeerde kant van de 50 zijn”, zegt Hanita lachend. “De zorg is constant in beweging en wij blijven ons vol passie voor het vak door ontwikkelen.”

Terug naar boven