Het CT-apparaat heeft de vorm van een ring (geen tunnel). Het apparaat is aan beide kanten open en blijft ook tijdens het onderzoek open. De ring is ongeveer 50 centimeter diep en heeft een diameter van 70 centimeter. De MBB’er vraagt u op de onderzoekstafel te gaan liggen, waarna u met het betreffende lichaamsdeel door de ring wordt geschoven.
Voor onderzoeken van hoofd, nek en schouder wordt u met het hoofd als eerste door de ring geschoven. Voor onderzoeken van voeten, enkels, knieën, heupen, bekken, buik en longen blijft u met het hoofd buiten de ring. Tijdens het onderzoek wordt u op de onderzoekstafel een aantal keren door de ring heen en weer geschoven.