Voor de actuele wachttijden verwijzen wij u naar de pagina 'Wanneer kan ik terecht'.
Bekijk hiervoor de informatie bij het kopje 'Radiologische onderzoeken' van de het onderzoek dat u binnenkort ondergaat. Daar leest u hoe u zich moet voorbereiden.
Uw partner of begeleider kan niet aanwezig zijn tijdens een onderzoek. Indien dit wel noodzakelijk is wordt gekeken naar de mogelijkheden. Dit bespreken wij vooraf met u. Meer informatie hierover leest u op de pagina of in de folder van uw onderzoek onder het kopje 'Behandelingen, onderzoeken & folders'.
U gaat naar de afdeling Radiologie van de locatie waar u bent. Mogelijk kan het onderzoek daar plaats vinden en anders zoeken wij samen naar een passende oplossing.
In principe kunt u bij uw kind blijven wanneer uw kind niet ouder is dan 16 jaar. In sommige gevallen is dit niet mogelijk. Wij bespreken dit samen met u.
Wij geven de resultaten van uw onderzoek binnen 24 uur door aan uw behandelend arts. Dit betekent dat u niet direct na het onderzoek zelf de uitslag krijgt, omdat de radioloog tijd nodig heeft om een nauwkeurige diagnose te stellen. Indien het medisch noodzakelijk is (bijvoorbeeld indien directe behandeling nodig is) kan hiervan worden afgeweken. Het verslag vindt u ook terug in uw dossier op MijnAlrijne.
U kunt beelden die op afdeling Radiologie en Nucleaire Geneeskunde zijn gemaakt opvragen via het patiëntenportaal MijnAlrijne. U ontvangt vervolgens een mail van de dienst ‘ZorgBericht’. In deze mail staat een link waarmee u de beelden kunt inzien en downloaden. Meer informatie >
Neem contact op met uw zorgverzekeraar voor meer informatie over uw zorgverzekering en vergoedingen. Bent u niet verzekerd, dan berekenen wij een passantentarief aan u door.
Het onderzoek is misschien niet mogelijk als u in ernstige mate last heeft van claustrofobie. Twijfelt u na het lezen van alle informatie en het bekijken van de afbeeldingen nog of u het MRI-onderzoek kunt ondergaan, dan is het mogelijk telefonisch een afspraak om het MRI-apparaat alvast te komen bekijken.
Bij het maken van een röntgenfoto wordt (ioniserende) röntgenstraling gebruikt. Deze gebruikte hoeveelheid straling is bij een röntgenfoto minimaal. Door moderne apparatuur en goed opgeleid personeel wordt de gebruikte hoeveelheid straling tot een minimum beperkt.
Het belangrijkste onderdeel van het röntgenapparaat is de röntgenbuis. In deze buis worden onder hoogspanning elektronen vrijgemaakt door verhitting van een gloeidraad (vergelijkbaar met een gloeilamp). De elektronen worden door een elektrisch veld naar een snel draaiende schijf gericht. Tijdens de botsing van de elektronen op deze schijf ontstaat voornamelijk warmte en röntgenstraling. De warmte wordt afgevoerd door middel van koeling. De röntgenstraling wordt gebundeld en komt door een venster van de röntgenbuis in één richting naar buiten. De röntgenbundel wordt op het te fotograferen lichaamsdeel gericht. Met behulp van een lampje kan vooraf worden gekeken waar de röntgenstraling terecht gaat komen tijdens het maken van de foto (vergelijkbaar met een zaklamp).
Het CT-apparaat heeft de vorm van een ring (geen tunnel). Het apparaat is aan beide kanten open en blijft ook tijdens het onderzoek open. De ring is ongeveer 50 centimeter diep en heeft een diameter van 70 centimeter. De MBB’er vraagt u op de onderzoekstafel te gaan liggen, waarna u met het betreffende lichaamsdeel door de ring wordt geschoven.
Voor onderzoeken van hoofd, nek en schouder wordt u met het hoofd als eerste door de ring geschoven. Voor onderzoeken van voeten, enkels, knieën, heupen, bekken, buik en longen blijft u met het hoofd buiten de ring. Tijdens het onderzoek wordt u op de onderzoekstafel een aantal keren door de ring heen en weer geschoven.
Het onderzoek kan in de meeste gevallen gewoon plaatsvinden. Ook wanneer u last heeft van claustrofobie. Twijfelt u na het lezen van de alle informatie en het bekijken van de afbeeldingen nog of u het CT-onderzoek wel kunt ondergaan? Dan is het mogelijk telefonisch een afspraak te maken om het CT-apparaat te komen bekijken.
Om veiligheids- en privacyredenen worden geen begeleiders toegelaten tijdens het CT-onderzoek, tenzij dit strikt noodzakelijk is. De MBB’er die het toestel bedient zit in een ruimte direct naast de onderzoekskamer. Deze MBB’er kan u door een raam en of met behulp van videocamera’s zien. Via een microfoon kan de MBB’er met u spreken. Zo is er altijd iemand vlak bij u en beschikbaar. Het onderzoek zal mogelijk wel (deels) moeten worden herhaald wanneer u alarm slaat en het onderzoek daardoor voortijdig moet worden afgebroken.
Om beter onderscheid te kunnen maken tussen de organen (bijvoorbeeld in de buik), zal bij een aantal onderzoeken contrastmiddel worden toegediend. Ook om de bloedvaten af te beelden wordt hiervan gebruikgemaakt. Bij onderzoeken van de botten is contrastmiddel niet nodig. Verder hangt het gebruik af van de reden (indicatie) voor uw onderzoek. Dit wordt voorafgaand aan uw onderzoek bepaald door de radioloog.
Bekijk voor meer informatie de folder "Gebruik van jodium houdend contrastmiddel bij onderzoek of behandeling”.
Bij het CT-onderzoek wordt (ioniserende) röntgenstraling gebruikt. Door moderne apparatuur en goed opgeleid personeel wordt de gebruikte hoeveelheid straling tot het minimum beperkt.
Het Computer Tomografie (CT)-apparaat, ook wel CT-scanner genoemd, maakt doorsnedebeelden (tomos =snede). Het te onderzoeken lichaamsdeel wordt in “plakjes” afgebeeld. Dit gebeurt met behulp van een röntgenbuis die met grote snelheid om u heen draait. Dit ziet u niet, maar hoort het alleen. Tijdens de scan beweegt u, liggend op de onderzoekstafel, door een ronde opening in het apparaat. Tegenover de röntgenbuis is een ring met detectoren bevestigd die de röntgenstraling opvangt, welke door het lichaam wordt doorgelaten. Deze detectoren zetten de ontvangen straling om in informatie die door de computer wordt omgezet in beelden. Deze beelden kunnen op diverse manieren worden nabewerkt. Zo kan in iedere richting naar de verschillende soorten weefsel van het onderzochte lichaamsdeel worden gekeken. Het onderzoek wordt op een bekijkstation beoordeeld en verwerkt.
Voorbeeld CT-onderzoek van de buik in dwarse en frontale doorsnede.
Bij een CT-onderzoek wordt gebruikgemaakt van röntgenstraling. Bij een MRI-onderzoek wordt gebruikgemaakt van magnetisme (geen straling). In beide gevallen wordt gesproken van een ‘scan’, waardoor deze soms met elkaar worden verward. Het ene onderzoek is in verschillende situaties geschikter dan het andere. Zo is een CT bijvoorbeeld sterker in het afbeelden van bot dan MRI en bij een MRI kan spierweefsel beter worden afgebeeld. Uw arts maakt de afweging welk onderzoek meer informatie zal opleveren.
Hieronder zijn afbeeldingen te zien van een CT-apparaat en een MRI-apparaat (scanner). Het MRI-apparaat is een soort tunnel. Het CT-apparaat is meer een ring (korter, minder diep).
Bekijk voor meer informatie de folder "MRI-onderzoek”.
CT-apparaat (scanner)
MRI-apparaat (scanner)