Voor medische behandelingen is altijd toestemming van de patiënt nodig. Bij de vraag wie de beslissing neemt, maken we onderscheid tussen de wilsbekwame en de wilsonbekwame patiënt.


De wilsbekwame patiënt

Een patiënt is wilsbekwaam als hij in staat is informatie over zijn ziekte en (gevolgen van) de behandeling te begrijpen en als hij in staat is daarover zelfstandig een beslissing te nemen. Een wilsbekwame patiënt kan zelf aangeven of hij in acute situaties wel of niet behandeld wil worden.


De arts is verplicht de patiënt duidelijke informatie te geven over de situatie. De arts moet hierbij goed nagaan of de patiënt de informatie goed begrijpt. Als de patiënt na de informatie aangeeft dat hij niet behandeld wil worden, dan zal de arts dit in het dossier vastleggen. Ook in acute situaties zal dan geen behandeling plaatsvinden.



De wilsonbekwame patiënt

Een patiënt is wilsonbekwaam als hij (tijdelijk of langdurig) niet in staat is om zelfstandig een beslissing te nemen over zijn behandeling. Dit kan om verschillende redenen zijn, bijvoorbeeld:


  • de patiënt begrijpt de informatie niet meer en kan voor-en nadelen niet goed afwegen
  • de patiënt begrijpt niet wat de gevolgen van een besluit zijn.
Deze situatie kan ontstaan doordat de patiënt buiten bewustzijn is, in coma ligt of dat de patiënt door zijn ziekte/verwonding niet in staat is informatie te verwerken.
In het geval dat de patiënt niet meer in staat is zijn eigen belangen te behartigen, kan een vertegenwoordiger namens de patiënt optreden. Bij een wilsonbekwame patiënt van 16 jaar of ouder kunnen de volgende personen de patiënt vertegenwoordigen:
  • categorie 1: de door de rechter benoemde vertegenwoordiger (curator of mentor)
  • categorie 2: door de patiënt schriftelijk aangewezen vertegenwoordiger (volmacht)
  • categorie 3: de echtgenoot, partner of andere levensgezel van de patiënt
  • categorie 4: een ouder, kind, broer of zus (geen specifieke volgorde).
Telkens vertegenwoordigt één van de bovengenoemden de patiënt. De bovenstaande volgorde is daarbij dwingend. Een vertegenwoordiger uit categorie 2 komt pas in beeld indien er geen vertegenwoordiger uit categorie 1 is, uit categorie 3 pas als er geen vertegenwoordiger uit 2 is, enzovoorts.

Wilsverklaring

Een wilsbekwame patiënt kan zijn wensen vastleggen in een wilsverklaring. Zo kan hij in een wilsverklaring aangeven wie hem vertegenwoordigt, wanneer hij zelf niet (meer) in staat is beslissingen over zijn medische behandeling te nemen. Een dergelijke wilsverklaring noemen we een volmacht. De vertegenwoordiger van de patiënt neemt dan de besluiten op die momenten dat de patiënt dat zelf niet kan. Het is de bedoeling dat de vertegenwoordiger deze beslissingen neemt zoals de patiënt zelf zou hebben besloten of die het meest in het belang van de patiënt zijn.
Ook kan de patiënt in een wilsverklaring aangeven in welke situaties hij wel of niet meer behandeld wil worden. Dit gebeurt voor het geval de situatie zich voordoet dat iemand dit zelf niet meer kan zeggen. Zo kan iemand bijvoorbeeld vastleggen in welke situatie hij niet gereanimeerd of beademend wil worden. Dit noemen we dan een behandelbeperking. De wilsverklaring moet altijd voorzien zijn van een recente datum en handtekening van de patiënt.

Wij adviseren om uw wensen altijd te bespreken met familie en/of naasten. Stel de behandelend arts op de hoogte van de wilsverklaring en van de plaats waar deze te vinden is. Meld het ook aan de verpleegkundigen. Zij kunnen dit vastleggen in uw dossier.

In principe dient de arts de schriftelijke wilsverklaring (behandelbeperking) van de patiënt op te volgen. Alleen als de arts daarvoor gegronde redenen heeft, mag hij hiervan afwijken. Bijvoorbeeld bij een tekst die medisch gezien geen samenhang vertoont of die medisch gezien zo'n onlogisch gevolg heeft dat de patiënt dit niet bedoeld kan hebben.

De patiënt kan een wilsverklaring altijd intrekken. Het is daarbij wel heel belangrijk de behandelend arts en, indien van toepassing, de (in een volmacht aangewezen) vertegenwoordiger en de naaste familie hiervan op de hoogte te stellen.

Als de patiënt minderjarig is

Kinderen van 16 jaar en ouder zijn gelijkgesteld aan volwassenen. Zij mogen voor zichzelf beslissen.
Bij kinderen jonger dan 12 jaar is de toestemming van de ouders/voogd vereist voor iedere medische behandeling. De ouders kunnen besluiten een behandelbeperking, zoals een niet-reanimeren afspraak, te maken.
Is het kind ouder dan 12, maar jonger dan 16, dan is toestemming van zowel ouders/voogd als het kind vereist. Wanneer ouders/voogd en kind het niet met elkaar eens zijn en het kind blijft bij zijn mening, geeft de wens/mening van het kind de doorslag.

Vragen?

Het kan moeilijk voor u zijn om over dit onderwerp te praten. Toch adviseren wij u er op tijd met elkaar en met uw behandelend arts over te praten. Wij gaan graag met u in gesprek. Vragen kunt u altijd aan uw arts of verpleegkundige stellen.

Meer informatie vind u onder andere op de website van de Rijksoverheid:
https://www.dwangindezorg.nl/rechten/invloed/wilsonbekwaamheid-en-vertegenwoordiging/wilsonbekwaamheid
Of op de site van de Patiëntenfederatie:
https://www.patientenfederatie.nl/themas/wilsverklaring/