Intensieve zorg rondom uw operatie
Anesthesiologen zijn artsen van wie u (of uw kind) verdoving (anesthesie) krijgt tijdens een operatie of belastend onderzoek. Daarnaast verlenen ze medische zorg aan patiënten bij wie vitale lichaamsfuncties, zoals ademhaling en bloedsomloop, ernstig verstoord zijn. Als voor u een operatie is afgesproken, komt u eerst bij een van onze anesthesiologen op het spreekuur. De arts bekijkt of u de ingreep en verdoving veilig kunt ondergaan en overlegt met u welke anesthesie mogelijk is.
Tijdens de operatie vervult de anesthesioloog velerlei taken: uw verdoving regelen, uw lichaamsfuncties controleren en uw vochtgehalte en bloedvolume op peil houden. Na de operatie bepaalt de anesthesioloog welke medicatie u verder nodig heeft tegen de pijn.
Pijnbehandelcentrum
Ook spelen anesthesiologen een belangrijke rol bij de bestrijding van pijn in het algemeen, dus los van een operatie. Bijvoorbeeld bij het verminderen van blijvende (chronische) pijn die mensen in het dagelijkse leven kunnen ervaren. Alrijne Ziekenhuis heeft een pijnbehandelcentrum op verschillende locaties:
Bekijk belangrijke informatie over uw afspraak en doe vooraf de coronacheck
Telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 - 16.30 uur.
Polikliniek Anesthesie Leiden
Telefoon: |
071 517 8370 |
---|---|
Routenummer: |
64 |
Om uw operatie en verblijf in het ziekenhuis goed te laten verlopen, is het belangrijk dat u en wij daarop goed voorbereid zijn. Daarom komt u voorafgaand aan de operatie voor een preoperatief onderzoek.
U heeft gesprekken met de polikliniekassistent, de apothekersassistent en de anesthesioloog (de arts die de verdoving toedient). We verzamelen zoveel mogelijk gegevens over uw gezondheid om uw operatie en de anesthesie (narcose of verdoving) zo veilig mogelijk te maken. De anesthesioloog beoordeelt uw gezondheid en spoort de eventuele risico’s op die u loopt tijdens operatie. Vervolgens stelt u samen met de anesthesioloog een plan op voor uw anesthesie. Wij streven ernaar alle gesprekken en onderzoeken op één dag te laten plaatsvinden.
Voor uw operatie
Voor de operatie onderzoeken wij u om een indruk te krijgen van uw gezondheid en de risico’s die u loopt bij de operatie. Vervolgens stellen wij samen met u een plan op voor uw verdoving. Zo nodig verbeteren wij uw toestand voor de operatie zodat u deze veilig kan ondergaan.
Tijdens uw operatie
Normaal gesproken is pijn een waarschuwingssymptoom. Tijdens een operatie is pijn een bijwerking van de ingreep. Anesthesie is de verdoving die u krijgt voor de operatie. Hierdoor voelt u tijdens de operatie geen pijn. Er zijn verschillende soorten verdoving mogelijk.
Zo kunt u algehele anesthesie, sedatie, regionale en lokale verdoving krijgen. Tijdens een algehele anesthesie (narcose) bent u in een diepe slaaptoestand. U merkt of voelt niets van de operatie. Bij sedatie verlagen we uw bewustzijn. U valt dan in een soort ‘slaap’ (roes). Bij een regionale anesthesie maken we een gedeelte van het lichaam, zoals een arm, een been of het hele onderlichaam, tijdelijk gevoelloos en bewegingloos.
De zenuwen die op pijn reageren worden zo volledig mogelijk uitgeschakeld. U voelt wel dat u wordt aangeraakt. Regionale anesthesie is mogelijk via een ruggenprik of met een zenuwblokkade. Bij een lokale verdoving tot slot, maken we een klein gebied van het lichaam plaatselijk pijnvrij, bijvoorbeeld voor een kleine ingreep of om een wond te hechten.
Meer hierover leest u bij soorten verdoving.
Narcose: algehele anesthesie
Tijdens een algehele anesthesie (narcose) bent u in een diepe slaaptoestand. U merkt of voelt niets van de operatie. Vooraf krijgt u een infuusnaaldje ingebracht in een arm. Via deze naald spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen in. U valt binnen een halve minuut in een diepe slaap.
Tijdens de operatie bent u aangesloten aan bewakingsapparatuur. De anesthesioloog onderhoudt de narcose en bewaakt en bestuurt tijdens de operatie de functies van uw lichaam (ademhaling en bloedsomloop). Kort na de operatie bent u nog slaperig. Ook kan misselijkheid of braken optreden en u kunt pijn krijgen. Na de operatie regelt de anesthesioloog de pijnbestrijding.
Roesje: Sedatie met Propofol
Sedatie betekent het verlagen van het bewustzijn. Dit kunnen we doen met het middel Propofol. U valt in een soort ‘slaap’ (roes). Vooraf krijgt u een naaldje in uw arm waarop we een infuus aansluiten. Onder verantwoordelijkheid van de anesthesioloog dient een sedatie praktijk specialist via het infuus het sedatiemiddel toe. Lees meer over sedatie >
Regionale verdoving
Bij een regionale anesthesie maken we een gedeelte van het lichaam, zoals een arm, een been of het hele onderlichaam, tijdelijk gevoelloos en bewegingloos. De zenuwen die op pijn reageren worden zo volledig mogelijk uitgeschakeld. U voelt wel dat u wordt aangeraakt. Vaak lopen de pijnzenuwen en de zenuwen die de spieren laten werken bij elkaar. Door de verdoving zijn de spieren dan tijdelijk verlamd.
Als de anesthesie is uitgewerkt, komt de normale kracht van de spieren terug en u kunt de spieren weer beheersen. Tijdens de operatie bent u gewoon wakker, maar u kunt ook een slaapmiddel krijgen. Regionale anesthesie is mogelijk via een ruggenprik of met een zenuwblokkade.
Regionale verdoving via een ruggenprik
Verdoving via een ruggenprik is geschikt voor operaties in het gebied beneden de navel. Hierbij wordt uw onderlichaam gevoelloos en bewegingloos. Bij de ruggenprik zijn twee soorten verdoving mogelijk: epidurale of spinale anesthesie. Bij epidurale anesthesie plaatst de anesthesioloog een slangetje in uw rug en via dit slangetje krijgt u enkele dagen pijnstilling toegediend.
Bij spinale anesthesie spuit de anesthesioloog laag in uw rug een verdovingsvloeistof in. Deze verdoving duurt enkele uren. Soms krijgt u een gecombineerde spinale en epidurale anesthesie (CSE). De ruggenprik is niet pijnlijker dan een gewone injectie. Als de naald in de rug op de juiste plek zit wordt de verdoving ingespoten. U krijgt een naaldje in arm waarop we een infuus aansluiten. Tijdens de operatie bent u aangesloten aan de bewakingsapparatuur. Soms is tijdens de ingreep extra verdoving nodig. Er kunnen bijwerkingen optreden, onder andere een lage bloeddruk, problemen met plassen, rugpijn, hoofdpijn. Als complicatie kan een bloeding ontstaan op de plaats van de ruggenprik.
Regionale verdoving via een perifere zenuwblokkade (plexusanesthesie)
Deze techniek is geschikt bij een operatie aan een arm of been. De arm of het been kan worden verdoofd door de zenuwknoop (plexus) die naar het betreffende ledemaat loopt tijdelijk uit te schakelen. De anesthesioloog spuit hiervoor rond de zenuwen een verdovingsmiddel. Dit wordt plexusanesthesie genoemd. De verdoving kan aangebracht worden rond de zenuwen in oksel, hals, lies, bil of knieholte.
U krijgt een infuusnaaldje in uw arm (om eventueel extra medicijnen) toe te dienen en een verdovingsprik op de plek waar u geopereerd wordt. De anesthesioloog zoekt daarna de plaats op waar de zenuwen lopen, meestal met behulp van een elektrische ‘zenuwprikkelaar’ en een echoscopie, en Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesioloog het verdovende middel in. Het duurt 15 tot 30 minuten totdat de verdoving optimaal is, en gemiddeld 36 uur voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Als bijwerkingen kunnen onder andere tintelingen, overgevoeligheids- en vergiftigingsreacties optreden.
Lokale verdoving
Een klein gebied van het lichaam kan plaatselijk pijnvrij gemaakt, bijvoorbeeld voor een kleine ingreep of om een wond te hechten, met lokale verdoving. Dit kan door een verdovingsmiddel onder de huid in te spuiten, of een gel, zalf of spray aan te brengen op de huid of slijmvliezen.
- Diagnostische heupinfiltratie
- Ganglion sphenopalatinum blokkade
- Geef uw pijn een cijfer
- Iontoforese behandeling
- Narcose en verdoving
- Ouders mee naar de OK
- Pijn bij kinderen
- Pijnbestrijding na de operatie
- Preoperatief onderzoek
- Sedatie door de sedatie praktijk specialist
- Therapeutische PRF behandeling van de zenuw
Gesprek en invullen vragenlijst
Op de polikliniek waar uw kind onder behandeling is, wordt u uitgebreid geïnformeerd over de operatie van uw kind. Daar ontvangt u ook een lijst met vragen over de gezondheid van uw kind. Wij willen u vragen deze lijst in te vullen en in te leveren tijdens uw bezoek aan het anesthesiespreekuur.
Anesthesie spreekuur
Tijdens dit spreekuur wordt verteld wat anesthesie (narcose) is en hoe dit werkt. Kleine kinderen zijn vaak bang voor een prikje. Zij worden daarom veelal in slaap gemaakt door hen via een kapje te laten ademen, waaruit een narcosegas stroomt. Overigens is het ook mogelijk de huid te verdoven met een zalf, waardoor het prikje nauwelijks wordt gevoeld. Op de dag van de operatie kunnen we in sommige gevallen u en uw kind nog verder voorbereiden op de operatie. Met name bij angstige of onrustige kinderen kan dit nodig zijn. De pedagogisch medewerker of verpleegkundige van de kinderafdeling geeft dan extra voorlichting met behulp van een fotoboek en andere voorbereidingsmiddelen.
Ouders blijven zo lang mogelijk
Het is belangrijk dat uw kind goed wordt geïnformeerd over hoe het in slaap wordt gemaakt (de anesthesie of narcose) en over de operatie. Het is gebleken dat kinderen rustiger blijven wanneer zij weten wat er gaat gebeuren. De meeste kinderen vinden het ook prettig als een van de ouders aanwezig is bij de voorbereidingen op de operatie. Wij kunnen ons indenken, dat ook u als ouder het prettig vindt om zo lang mogelijk bij uw kind te blijven! Bij ons kunt u als ouder uw kind begeleiden naar de operatiekamer tot het onder narcose is gebracht.
Na de operatie
Na de operatie krijgt uw kind pijnbestrijding. Als basis krijgt uw kind op vaste tijden pijnstillers in de vorm van een tablet, drank of zetpil (bijvoorbeeld paracetamol en diclofenac). Zo nodig kan er extra pijnbestrijding gegeven worden.
Speciale kinderwebsite
Meer informatie over hoe een dagje of een nachtje ziekenhuis in zijn werk gaat vindt u ook op onze speciale kinderwebsite:

dr. E. (Emre) Almaç
Anesthesioloog

P. (Paul) Calis
Anesthesioloog

J. (Joost) Grefkens
Anesthesioloog

Drs. R. (Raymond) Jansen
Anesthesioloog

M. (Michel) Kruit
Anesthesioloog

K.G. (Giap) Liem
Anesthesioloog

M. (Michele) Meijer
Anesthesioloog

M. (Myriam) Postuma
Anesthesioloog

P.M. (Peter) ter Riet
Anesthesioloog

S.F. (Stefan) ter Riet
Anesthesioloog

dr. C. (Christa) Schultenkämper
Anesthesioloog

dr. R. (Robert) Sie
Anesthesioloog
drs. G.C.H. (Gilbert) Tjiang
Anesthesioloog

A.L. (Annelot) van Vliet
Anesthesioloog

M.E. (Minke) van der Wal
Anesthesioloog

T.R. (Thomas) Werle
Anesthesioloog

G.T. (Gert) van den Boom
Sedatie Praktijk Specialist

dr. K. (Katja) Bürger
Pijnspecialist - Anesthesioloog

S. (Sylvia) van Haaster - Heijm
Sedatie Praktijk Specialist

R.M.F. (Rick) Jacobs
Sedatie Praktijk Specialist

T. (Timo) Schaap
Sedatie Praktijk Specialist

M. (Michiel) Scheffer
Sedatie Praktijk Specialist
Door de geavanceerde bewakingsapparatuur, goede geneesmiddelen en de deskundigheid van anesthesioloog en medewerkers is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Ondanks alle zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen. Het operatierisico kan ook verhoogd zijn door uw gezondheidstoestand vóór de operatie.
Zie alle vragen van AnesthesieU kunt allergisch reageren op medicijnen. Bij het inbrengen van het beademingsbuisje kan uw gebit beschadigd raken. Door een ongelukkige houding tijdens de operatie kan een zenuw in uw arm of been beklemd raken. Dit veroorzaakt blijvende tintelingen en krachtverlies.
Zie alle vragen van AnesthesieNee, u mag zelf niet deelnemen aan het verkeer. Regelt u daarom zowel vervoer als begeleiding naar huis. U kunt met de taxi gaan of met een naaste die u met uw eigen auto naar huis brengt.
Zie alle vragen van AnesthesieJa, zorgt u ervoor dat u met een volwassene naar huis gaat en dat u thuis niet alleen bent. U krijgt van de verpleegkundige adviezen als nazorg voor de eerste 24 uur na de operatie, bijvoorbeeld voor eten en drinken.
Zie alle vragen van AnesthesieStaat uw vraag er niet tussen?
Wij werken intensief samen met andere (zorg)partners in de regio en diverse afdelingen binnen het eigen ziekenhuis, om de beste zorg te bieden die bij u past. Hieronder vindt u een overzicht van al deze samenwerkingen.
Anesthesiologie op de Intensive Care
De kennis en vaardigheden die anesthesiologen gebruiken bij de anesthesie tijdens een operatie zijn ook relevant voor de ernstig zieke patiënt op de Intensive Care. Vooral pijnbestrijding en ondersteuning en behandeling van vitale lichaamsfuncties, zoals bloedsomloop en ademhaling.
Samenwerking Anesthesiologie en Geriatrie
Bij operaties van oudere patiënten is het belangrijk de verdoving en postoperatieve zorg af te stemmen op de veranderingen in het lichaam bij veroudering. Hierbij werken de anesthesiologen samen met Ouderengeneeskunde (medisch specialisme dat gericht is op de oudere patiënt).
Samenwerking Anesthesiologie en Kindergeneeskunde
Voor de anesthesie van kinderen is een specifieke aanpak en begeleiding nodig. Hierbij werken de anesthesiologen samen met de kinderartsen, onder andere bij het geven van voorlichting over anesthesie en operatie, de voorbereiding op de ingreep en de nazorg.
Oncologie Netwerk West (ONW)
Alrijne (Leiderdorp, Alphen aan den Rijn en Leiden) en het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda werken intensief samen in het Oncologie Netwerk West om de kwaliteit van de zorg voor patiënten met kanker verder te verbeteren.
Medische opleidingen LUMC
Alrijne behoort tot de onderwijs- en opleidingsregio Leiden (OOR) en heeft een samenwerkingsovereenkomst met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Verschillende vakgroepen binnen Alrijne hebben de erkenning om arts-assistenten op te leiden tot medisch specialist, onder ander de vakgroep Anesthesiologie.
NVA
De anesthesiologen van Alrijne zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie. Dit is de beroepsvereniging voor anesthesiologen.
Nieuws
- Pijnstilling door lokale verdoving bij knieprotheses - 30 aug 2016