Merel: “Op één dag doe ik 7 of 8 operaties. Per operatie gebruik ik in ieder geval één of meer operatienetten met alle chirurgische instrumenten, gaasjes, afdekdoeken en spullen om mee te hechten. Vaak komen daar nog platen, schroeven, pennen of kunstgewrichtjes bij. Veel spullen zitten los verpakt en gebruiken we maar één keer. Per operatie gooien we zo één of twee grote vuilniszakken weg aan afval. Alles bij elkaar, terwijl we thuis alles netjes scheiden. Dat gaat wringen.
Met ons green team bedenken we oplossingen voor dit soort vraagstukken. In dit team zitten niet alleen mensen met een passie voor duurzaamheid, maar ook de mensen met inhoudelijke kennis over bijvoorbeeld infectiepreventie en de processen op de werkvloer. Dat maakt dat we nu mandaat hebben om te handelen. Zo zijn we net begonnen met een pilot om plastic te scheiden op de OK. Dat klinkt heel simpel, maar er zitten best wat haken en ogen aan. Denk aan gesprekken met onze afvalverwerker, ruimte op de OK vinden voor de juiste prullenbakken, het kost onze collega’s extra tijd om het afval te scheiden en iedereen moet natuurlijk goed weten wat in welke prullenbak moet.
Aan de slag
We hebben met ons team al mooie dingen bereikt, maar we zien nog zoveel zaken die we kunnen oppakken. Veel producten worden nu na één keer weggegooid (disposables). Het zou mooi zijn als we veel meer dingen kunnen steriliseren en hergebruiken. Daarom onderzoeken we nu of we wasbare OK-mutsen kunnen gaan gebruiken. We gaan ongebruikte disposable materialen (bakjes en doeken) verzamelen voor ingrepen waarbij deze niet per se steriel hoeven te zijn. Nog mooier zou het zijn als deze materialen uiteindelijk herbruikbaar zouden zijn. En de collega’s van anesthesie denken na over hoe ze patiënten milieuvriendelijker kunnen verdoven, want sommige anesthesiegassen hebben een enorm broeikaseffect.
Maar iedereen die op de OK werkt kan ook direct zelf aan de slag: we kunnen vaak minder celstofmatjes gebruiken, het juiste formaat gaasje of afdekdoek gebruiken (niet te groot) en niet alles klaar te leggen van tevoren, maar spullen pas openen op het moment dat je het gaat gebruiken om verspilling tegen te gaan. Je moet daar goed van tevoren over nadenken. Ook over de inrichting van je netten: soms heb ik een tang nodig en moet er een heel operatienet open en vervolgens gesteriliseerd, terwijl de tang ook los verpakt had kunnen worden.
Geduld is een schone zaak
Mijn grootste uitdaging? Absoluut mijn eigen geduld. Soms voel ik frustratie, omdat in mijn ogen dingen soms zo duidelijk zijn. Maar het is lastig om een systeem te veranderen. Dat gaat verder dan alleen ons eigen ziekenhuis en het gaat met kleine stapjes. De industrie moet ook veranderen. Denk aan onnodig veel plastic verpakkingsmateriaal en gebruiksaanwijzingen in ieder doosje. Daarnaast moeten we in de zorg veel bewuster gaan nadenken over wat echt nodig is voor infectiepreventie. Het is absurd hoeveel producten er nu worden weggegooid na één keer gebruik. Daarom ben ik ook zo blij met de kennis over dit onderwerp binnen ons green team. Natuurlijk is patiëntveiligheid het allerbelangrijkste, maar het is mogelijk om duurzamer te opereren zonder het risico op infecties te vergroten. Je moet dan wel kritisch naar je eigen workflow durven kijken. Je moet durven vragen en uitproberen. Als het dan lukt, denk je achteraf vaak: ‘Waarom hebben we dit eigenlijk al die jaren zo gedaan?’ en dan ben je verrassend tevreden.”